Gerda Sterk bespreekt het boek “Haat” van Freddy Michiels

VJV-lid Freddy Michiels heeft zijn tweede misdaadroman uitgebracht. Hieronder leest u de recensie door VJV-bestuurslid Gerda Sterk

Het verhaal speelt zich hoofdzakelijk af in Antwerpen. Bij juwelier Slaets stormen plots drie gemaskerde rovers binnen en laden een zak vol met kostbare juwelen en ook het wereldberoemde Mrs Winston juweel nemen ze mee. Ellen is een dappere medewerkster die één van de aanvallers kokend water in het gezicht gooit, waarop een schot haar neervelt. In het ziekenhuis (het UZA, natuurlijk) blijkt dat ze erdoor zal komen. Ze is een belangrijke getuige, want zij zou één van de overvallers kunnen herkennen. Wat er verder met haar en met haar verloofde, Lucas, gebeurt leest u in het boek.

De overvaller die zwaar verminkt is in het gezicht doet een oproep naar zijn kornuiten omdat hij niet meer kan buitenkomen. Hij wil onmiddellijk een deel van de buit. Hoe zijn verhaal en dat van zijn vader verder afloopt, leest u in het boek.

Een politieonderzoek wordt geopend dat uiteindelijk zal leiden tot de ware toedracht van alles, dankzij de hulp van diverse betrokkenen en dat – u raadt het – leest u in het boek.

Op bladzijde 40 doet Frank Blatt zijn intrede: hij is de redacteur van een succesvolle rubriek in De Ochtend Post. Hij volgt de juwelendiefstal op samen met collega Lucas, maar krijgt daarbij een opdracht van een succesvolle zakenman die zijn jeugdliefde wil opsporen. Deze zoektocht is een tweede verhaallijn. Een derde kortere lijn is de verhouding tussen Frank en zijn vader. De man ligt op sterven en wil zijn zoon terugzien, die hij 35 jaar geleden tamelijk hardhandig uit zijn leven gooide.

In de verschillende verhaallijnen duikt het motief “haat” op, misschien nog het krachtigst in de vader-zoon relatie en dan nog van de kant waaruit je het niet verwacht.

De auteur kleedt de plot mooi in met dialogen, beschrijvingen en achtergronden. We kunnen ons de personages goed voorstellen. Ook als ze nauwelijks een rol spelen in het verhaal, worden ze raak getekend. Zo wordt bijvoorbeeld de moeder van Frank voorgesteld als een poetsmaniak. Ze deed me onmiddellijk denken aan vrouwen die ik ken, we kunnen haar dus “levensecht” noemen. Alle personages lijken trouwens geënt op echte personen en zo ook de gebeurtenissen op ware verhalen. Sommige lezers zullen dat als de sterkte van het verhaal ervaren.  Andere lezers – zij die méér houden van een Marvel-achtige aanpak – zullen dat een nadeel vinden. Er worden twee moorden begaan doorheen het boek, maar de auteur verkiest om daaraan weinig spectaculairs te verbinden. Ze gebeuren gewoon, zij het met een reden.

Er zijn absoluut geen helden of echte schurken in deze misdaadroman. Verwacht geen James Bond, geen Jack Reacher of Myron Bolitar, iedereen wordt zeer menselijk voorgesteld.

Voor iemand die – zoals ik – het gewend is om beschrijvingen van Los Angeles of New York door te nemen in misdaadromans, is het een prettige kennismaking met een roman die begint op de De Keyserlei in een juwelierszaak waar 50 jaar geleden mijn allereerste horloge vandaan kwam: Slaets. Als dan ook nog de advocaat “Meester Vermassen” heet, dan weet je dat je in Vlaanderen bent! Voor de lach bij de traan zorgen een aantal anekdotes, eerder dan dat de humor uit de conversaties te halen is. Knap vind ik de kaft van het boek: sober zwart met in grote, rode letters: HAAT daarop.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar