3de VJV-café in Oostende: opnieuw een topper!

De VJV-cafés zijn een vorm van interactie tussen onze leden onderling die van onschatbare waarde blijkt te zijn. Door samen over vragen na te denken, delen zij ervaringen met elkaar maar leren zij elkaar ook beter kennen.

Voor dit derde café legden wij enkele interessante vragen voor aan onze leden. In wisselende groepen, wat het contact onderling bevordert, reageerden zij op de vragen. De moderatoren noteerden hun antwoorden, en brachten er een synthese van. Wij geven hieronder naar beste vermogen hun synthese weer.

Vraag 1: Hoe gebruik je sociale media in je journalistieke werk? Hoe ga jij om met commentaar op je journalistieke werk op sociale media? Ga je erop in? Wat raad je (niet) aan? Heb je concrete voorbeelden? 

Jempi Welkenhuyzen.

Moderatoren Jempi Welkenhuyzen en Dirk Verleyen noteerden dat onze leden niet echt enthousiast zijn over het gebruik van sociale media. Er is teveel onduidelijkheid over de betrouwbaarheid van de bronnen. Je kan natuurlijk de berichten daar filteren, maar dat kost teveel tijd.

De sociale media beantwoorden wel aan de eis dat het nieuws snel gebracht moet worden, maar die snelheid gaat vaak ten koste van betrouwbaarheid.

Wat commentaren betreft: de meeste leden reageren niet op commentaren op hun artikels, want dat zou te ver leiden. Alleen als er commentaren zouden zijn waarin de waarheid van een artikel betwist wordt, dan wordt gereageerd met cijfers en bronnen.

Er is ook de kwestie van de privacy, wanneer je post op Facebook enz. Het advies dat onze leden meegven: publiceer zo weinig mogelijk over je eigen leven. Daarbij wordt vooral gewezen naar het feit dat een foto die je bijvoorbeeld uploadt naar je profiel, snel door anderen gebruikt kan worden.

Waarvoor onze leden de sociale media wel gebruiken, is voor plaatselijk nieuws. Berichten lezen en dan ingaan op iets dat gebeurd is bijvoorbeeld.

Vraag 2: Wat is fake news? Hoe herken je het? Heb je concrete voorbeelden uit de Vlaamse mediawereld? Ben jij al in de valkuil gevallen? En welke lessen heb jij daaruit getrokken?

Mike Hermans.

Moderatoren Mike Hermans en Ivan Vanhove maakten om te beginnen een groot onderscheid tussen de intentie waarmee dat nepnieuws verspreid wordt: bewust of onbewust. Soms kan een bericht opzettelijk de wereld ingestuurd worden om echt te misleiden, maar soms is het gewoon een waar bericht, maar dan wat opgesmukt.

Nepnieuws kan vele vormen aannemen – tekst, fotomontage, video. Berucht zijn de filmpjes waarin door computeranimatie en Artificial Intelligence woorden gelegd worden in de mond van president Trump.

Maar soms kan nepnieuws echt per ongeluk ontstaan – een satirische website plaatst een artikel met een bericht dat een satire is op een bestaande toestand. Mensen die het lezen, en niet weten dat het bericht afkomstig is van een satirische website, gaan dat bericht voor “waar” verspreiden.

En dan is er nog het fenomeen dat journalisten de aandacht willen trekken, en hun droge artikels gaan opsmukken met sappige feiten, die soms tot het roddelcircuit behoren

Hoe je fakenieuws kan herkennen, is een beetje afhankelijk van het kanaal. Bij print zal je minder nepnieuws vinden, omdat het daar iets minder snel moet gaan, en er iets meer tijd is om bronnen te verifiëren. Op het internet daarentegen is nepnieuws veel moeilijker te detecteren. Het enige wat je kan doen: je bronnen checken.

Voorbeelden van nepnieuws die door de leden vermeld werden, waren o.a. de berichten over Wendy van Wanten, en haar aan/uit relaties (niet bevestigd, maar wel nieuws). En statistieken die onvolledig waren, of manipulatie van aantallen.

Zijn onze leden al geconfronteerd met nepnieuws? Het antwoord daarop moet zijn: meer dan ze zelf beseffen. Want tegenwoordig worden we voortdurend bestookt met ‘branded” content, informatie die vanuit een bepaalde optie geschreven is, met een bepaald doel: publiciteit voor een bepaald merk.

De lessen die onze leden aan hun collega’s willen meegeven? Je bronnen altijd dubbelchecken. En foute informatie altijd melden. Een rubriek in onze DNT waarin dergelijke nep berichten vermeld worden, zou ook een idee zijn.

Vraag 3: Wat zijn de specifieke journalistieke uitdagingen van het medium waarvoor je werkt? Hoe haal jij je nieuws, hoe krijg jij je opdrachten door? Is dat de laatste jaren geëvolueerd (vb: mail, sneller moeten werken, hogere werkdruk, …)

Bob Corluy.

Moderatoren Gerda Sterk en Bob Corluy stelden dat het antwoord hierop niet eenduidig is. Elk medium heeft zijn specifieke werkomstandigheden. Maar een algemene trend is de snelheid die steeds belangrijker wordt, en die ook door de competitie met je collega’s nog aangescherpt wordt. Vooral bij digitale verslaggeving weegt dit door.

Dit leidt tot stress, want een artikel moet in haast geschreven worden – vaak moet de journalist dat zelf online zetten, zonder enig overzicht door de eindredactie. Wie aan een tijdschrift werkt, dat in een trager tempo verschijnt, zal die stress wellicht minder voelen.

Het nieuws wordt gehaald bij bronnen. Maar dat vereist vertrouwen, dat langzaam opgebouwd wordt. Je berichten moeten origineel zijn, maar ook correct.

En je haalt het ook door je oor te luisteren te leggen in het café, door te praten met mensen, op het stadhuis, voor nieuws over de gemeente en culturele evenementen, en via de digitale media. Voor fotografen komt daar een extra uitdaging bij: je moet niet alleen aanwezig zijn, maar je moet ook de juiste foto op het juiste moment nemen.

De evolutie in de arbeidsomstandigheden is vooral dat de concurrentie erg groot is, en dat steeds minder journalisten een vaste baan in loondienst of vast contract als freelancer kunnen loskrijgen. Met een vast contract ben je verzekerd van inkomen, maar als freelancer weet je heel goed: wanneer je niet werkt, dan heb je geen geld.

Toch is collegialiteit met de andere journalisten, freelance of in vaste dienst, erg belangrijk. En ook: je moet vertrouwen wekken bij je opdrachtgever – of dat nu in het uitvoeren van een bepaalde opdracht is, of het inleveren van het materiaal binnen een bepaalde termijn, de kwaliteit van je werk, de correctheid van je facturatie, je bereikbaarheid, enz.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar