Reizen in Joodse sporen: Musée Dreyfus in Médan

Dreyfus via Zola

Uitnodiging voor inhuldiging gedenkplaat.

Het is 2006. Ik loop in Parijs in de voetsporen van de 19de eeuwse schrijver Émile Zola. Sporen uitgezet in het boek Parijs Retour van Bart van Loo. Voor het geboortehuis van Zola (10, rue Saint-Joseph) wil ik een notitie maken in het boek. De punt van mijn potlood breekt af. Ik keer terug naar de hoek van de straat. De sleutelmaker aldaar is zo vriendelijk een mooie punt te slijpen. Ik zeg lachend: ‘Merci, au nom de Zola’. Hij kijkt me aan. ‘Madame, weet u dat morgen om de hoek een plakkaat wordt onthuld ter herdenking van de publicatie van zijn brief J’accuse in de krant l’Aurore?’ Meteen borrelt de Dreyfus-affaire op in mijn herinnering. De man duikt onder de toonbank. Hij dist een uitnodiging op en overhandigt me de kaart. De volgende dag zit ik bij de eregenodigden. Ik ontmoet er de achterkleindochters van Zola en van de Joodse legerkapitein Alfred Dreyfus. Madame Le Blond-Zola nodigt me uit naar Médan, het buitengoed van de schrijver.  

Zola’s buitenhuis in Médan

Madame Le Blond-Zola voor het museum.

Het is 2022.  Deze keer heb ik mezelf uitgenodigd. Madame Martine Le Blond-Zola verwelkomt me. Tussen onze beide ontmoetingen ligt een spreidstand van zestien jaar. We staan voor het huis waar de auteur zijn zomers doorbracht. Ik leg de reden van mijn bezoek uit. Ze poseert met de glimlach en met het magazine Joods Actueel in de hand. Onderaan de tuin vloeit de Seine en passeert een trein. Maison Zola was enkele jaren gesloten wegens renovatiewerken. Ik start met een hernieuwde kennismaking met het woongedeelte, dat open staat voor bezoekers. Het bijgebouw, waar eertijds zijn gasten logeerden, is getransformeerd in een interessant en overzichtelijk museum ter herinnering aan de Dreyfus-affaire. Dit laatste triggert uiteraard mijn interesse in Joodse aangelegenheden.

Frankrijk verdeeld

Alfred Dreyfus, geboren in Mulhouse (1859) is een Joods-Franse officier. Dit is zeker niet evident in hogere rangen van het leger waar een sfeer van antisemitisme heerst. Op 15 oktober 1894 wordt hij gearresteerd op verdenking van spionage voor het Duitse keizerrijk. In december komt hij voor de krijgsraad en wordt veroordeeld. Zijn degradatie volgt op 5 januari 1895 in het aanschijn van de troepen. Wat een vernedering voor een man die zijn onschuld uitroept. In de film J’accuse (eerder besproken in Joods Actueel) is de scène op de École Militaire waarbij zijn insignes worden afgerukt en zijn zwaard gebroken heel indringend. Alles komt in een stroomversnelling. Op 21 februari 1895 wordt de man verbannen naar Duivelseiland voor de kust van Frans-Guyana. Zijn proces leidt tot een campagne tegen alle Joden in Frankrijk. De kreet A bas les Juifs (Weg met de Joden) galmt door Parijs. Believers en non-believers in Dreyfus’ onschuld staan lijnrecht tegenover elkaar. Polarisatie alom in de maatschappij. Het rukt families met verschillend ingenomen standpunten uit elkaar. Heel Europa volgt de zaak met grote belangstelling. Zola zet zich in voor de strijd om de waarheid met de krachtige uitspraak ‘La vérité est en marche et rien ne l’arrêtera’. Een uitspraak, meteen overgenomen door de dreyfusards.

In 1896 zorgt klokkenluider luitenant-kolonel Georges-Picquart, kopstuk van de Franse militaire inlichtingendienst, voor ophef. Hij toont aan dat bewijzen tegen Dreyfus vervalst zijn. De naam van de echte schuldige, Ferdinand Esterhazy, duikt op. Mathieu Dreyfus, oudere broer van Alfred, klaagt in 1897 Esterhazy aan.

Op 10 januari 1898 verschijnt Esterhazy voor de krijgsraad, met gesloten deuren, wordt vrijgesproken en vrijgelaten. Alfred Dreyfus blijft verbannen.

J’accuse

Tijdens de nacht van 11 op 12 januari 1898 schrijft Zola een open brief van 40 bladzijden aan de president: Lettre au président de la République Félix Faure. Daarbij gebruikt hij de herhalingstactiek, hem aangereikt door Bernard Lazare, een Joods-Franse politiek journalist. Deze laatste schreef al zo’n tekst op verzoek van Mathieu Dreyfus. Ook die litanie vangt aan met het repetitieve J’accuse, dat de onwettelijkheid van het proces aan de kaak stelt. Zola heeft het concept wereldvermaardheid bezorgd.

Eerst denkt de schrijver aan verspreiding van de brief via pamfletten. Hij besluit echter tot publicatie in een krant. L’Aurore toont zich bereidwillig. Clemenceau, journalist bij de krant (van 1917 tot 1920 premier van Frankrijk) vindt de titel te zwak en licht er de woorden J’accuse uit. Onder die titel verschijnt het artikel op 13 januari 1898 op de voorpagina van de krant. De oplage van de krant vertienvoudigt die dag. De repetitieve aanvang J’accuse van de laatste zinnen, waarna hooggeplaatste autoriteiten worden aangesproken, beukt erin. Zola’s brief klinkt als een roep, in crescendo, op de overwinning van de gerechtigheid. Alsof elke zin wordt ingeleid met een paukenslag.

Pa pa pa pam. Ik moet onwillekeurig denken aan de eerste maten van Beethovens vijfde symfonie. Die eerste klanken staan voor de morsetekens van het woord Victoire. Overwinning! In dit geval van de waarheid! Het V teken, een idee van de Belg Victor de Layeleye, werd wereldberoemd toen Churchill in 1941 ermee op televisie verscheen. Later werd dit het symbool voor de vrede. Dreyfus’ innerlijke vrede is op dat moment van de geschiedenis nog veraf.    

Zola veroordeeld

Op 23 februari 1898 wordt Zola voor smaad veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf en 3000 Francs boete. Hij wacht hoger beroep niet af en wijkt in juli uit naar Groot-Brittannië. Zijn achtergebleven echtgenote en dienstboden worden op hun beurt bedreigd. Daarbij worden uitspraken gevoegd als: ‘Dood aan de Joden en aan hen die hen steunen.’ Een van zijn advocaten wordt in de loop van deze helse rit naar de waarheid gewond door een schot.

Dreyfus’ lijdensweg gaat verder

President Félix Faure overlijdt onverwacht in februari 1899. Zijn opvolger, de socialist Émile Loubet, stelt zich soepeler op ten opzichte van de zaak Dreyfus. Lucie, de vrouw van Alfred, blijft vechten voor revisie van het proces.

Op 3 juni 1899 annuleert het Hof van Cassatie de veroordeling van 28 december 1894 en verwijst Dreyfus naar de Krijgsraad in Rennes. Die veroordeelt hem opnieuw op 9 september. Ware het niet zo mensonterend en pijnlijk, je zou van een soap spreken. Tien dagen later is er opnieuw een vrijspraak. Dat impliceert: kwijtschelding straf, wel schuldig. Alfred Dreyfus wordt vrijgelaten en keert weer naar Frankrijk. Pas op 12 juli 1906, tijdens het derde proces, vernietigt het Hof van Cassatie het vonnis en krijgt Dreyfus rehabilitatie. Zola heeft het niet meer meegemaakt.

De ex-gevangene van Duivelseiland vervult nog een korte tijd een functie in het leger en is tijdens de Eerste Wereldoorlog zelfs in dienst bij de artillerie. Hij sterft in 1935 en ligt begraven op het kerkhof van Montparnasse.

De antisemitische teneur smeulde helaas verder; alsook de strekking die in zijn schuld geloofde.

Zijn dochter Madeleine, gearresteerd door de Franse politie, werd gedeporteerd naar Auschwitz. Ze overleed er op 25-jarige leeftijd.

Maison Zola-Musée Dreyfus

Denkend aan dat turbulente levenen het verhaal van die gerechtelijke dwaling, betreed ik het onlangs geopende museum, het eerste gewijd aan de Dreyfus-affaire. De zaak wordt er in brede context verteld. Het al of niet correct functioneren van justitie. De kloof tussen macht en publieke opinie. De rol van de media. Sociale netwerken. Betrokkenheid van intellectuelen. Schrijver Anatole France, het enige lid van de Académie Française dat Dreyfus steunde. Jean Jaurès, eerst antidreyfusard, gaandeweg wisselend van kamp. Uitwassen van antisemitisme lopen als een rode draad door dit stuk Franse geschiedenis en de Dreyfus-affaire. De bezoeker ontdekt via zeldzame documenten en foto’s, posters, spotprenten, karikaturen, affiches en lichtprojecties welk een enorm leed de familie Dreyfus werd aangedaan en welke ontwrichtende invloed dit drama had op de samenleving. Een afbeelding van het weekblad L’antijuif in handen van een priester, maar ook een ganzenbord geïnspireerd op de affaire zijn pijnlijk om te zien. Niet alleen het mondkapje belet me rustig te ademen.                                                                             

Zola slachtoffer van zijn overtuiging?

Op 29 september 1902, terugkerend uit zijn zomerverblijf in Médan, sterft Zola in zijn huis, 21 bis rue de Bruxelles in Parijs, door koolmonoxidevergiftiging. Zijn vrouw overleeft ternauwernood. Hebben antidreyfusards de schoorsteen dichtgemaakt en de volgende ochtend de obstructie, het bewijs, verwijderd? De Franse schoorsteenveger Henri Buronfosse zou dit, in het aanschijn van de dood, hebben bekend. Zekerheid voor die bewering is er niet; de mogelijkheid bestaat.

Wanneer in 1908 het stoffelijk overschot van Zola wordt overgebracht van het Cimetière de Montmartre naar de eervolle bijzetting in het Panthéon wordt Dreyfus gewond bij een aanslag. Na een intens bezoek van het museum, neem ik afscheid van madame Le Blond-Zola en ga tot aan de Seine op het eind van Zola’s tuin. Sommige takken staan al in bloei.

Afscheid van Dreyfus

Vanaf deArc de Triomphe wandel ik tot nummer 17 in de rue des Renaudes waar Dreyfus de laatste zeven jaren van zijn leven woonde. Ik bezoek zijn graf op Cimetière du Montparnasse. Er liggen heel wat families met die naam. Het is wel even zoeken. Opschriften op de graftombe zijn bijna onleesbaar. Ik leg er een steentje op en bemerk het lieveheersbeestje dat over zijn naam kruipt.

Op Place Pierre Lafue staat zijn originele, bronzen standbeeld, gemaakt door Louis Mitelberg. Een copy ervan bevindt zich op de binnenkoer van het Joods museum in Parijs en in Tel Aviv.

Op zijn kepie en gebroken sabel, die hij voor het gezicht houdt, zitten duifjes. Vredesduifjes? Ter afsluiting ontmoet ik hen samen, verenigd op Place Dreyfus waar een stèle staat ter ere van Zola.

Dit artikel verscheen in “Joods Actueel”.

Tekst en foto’s: Chris Rachel Spatz.

Praktisch:

Musée Dreyfus 26, rue Pasteur 78670 Médan  
www.maisonzola-museedreyfus.com
Open van woensdag tot zondag 9h-12.30h en 13h-17.30h zonder reservatie
Inkom: €5

Aansluitend bezoek Maison Zola kan, enkel op reservatie
Inkom: €9 voor beide bezoeken

Reservatie: maisonzolamuseedreyfus@cultival.fr
Voor info: contact@maisonzola-museedreyfus.com 
Tel. 00 33 1 39 75 35 65

Autoroutes A13 of A14 uitrit 7, richting Villennes daarna Médan.

SNCF : Gare Saint-Lazare, ligne J richting Mantes-la-Jolie via Poissy, afstappen in Villennes-sur-Seine. Vervolgens 20 minutes te voet of bus 26 richting Les Mureaux (halte Château à Médan).

RER A: gare de Poissy dan bus 26.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar