Daguitstap ‘Pallieteren langs de Nete’

Beemden aan de meanderende Kleine Nete

De fietslus ‘Pallieteren langs de Nete’ bedraagt 37 km en 13,5 km. Vertrekt aan het Cultureel Centrum te Lier De Mol en toert langs Emblem, Nijlen, Gestel, Berlaar en Kessel. Men fietst langs de idyllische Neteboorden, kenmerkende Kempense landschappen, historische hoeven en kastelen. Aan de boorden van de meande- rende Kleine Nete kan je in het Badhuis of De Beemden heerlijk verpozen. Fietsroute ‘Pallieteren langs de Nete’ (www.kempen.be/route/pallieteren-langs-de-nete) of gratis op te halen bij de ‘visit Lier’ (in het stadhuis) Grote Markt 58 te Lier.

Veel fietsknooppunten geven toegang tot authentieke locaties

Provinciaal Groendomein Kesselse Heide

(foto: Christiane Jennes)

Via het knooppunt 76 – 24 krijg je toegang tot Provinciaal Groendomein Kesselse Heide. Een authentiek Kempense heidelandschap en hoogbos. Je wandelt door een zeldzaam geworden landschap van struikheide- vlakten, naald- en loofbossen, zandvlakten en poeltjes elk met zijn typische fauna en flora. De rondlopende schapen zorgen voor een ecologisch beheer. In het Hoogbos staat een bijenhal opgesteld. Reeds in de middeleeuwen stonden er bijenkorven op de toen uitgestrekte Heide. Honing was immers de enige en begeerde zoetstof. Daarenboven was de honingbij een belangrijke bestuiver. Tijdens de maanden augustus, september en oktober wordt de heide omgetoverd tot een prachtig purperen tapijt.

Fort van Kessel

(foto: Christiane Jennes)

Of/en je kan het Fort van Kessel opzoeken. Een oase van stilte te midden van groen staat je te wachten. In de gracht er rond dobberen de fuut en waterhoen tussen gele plomp en waterlelies. Het militair erfgoed kan worden bezocht met een gids. Het werd immers gebouwd als onderdeel van de grote verdedigingslinie rond de stad Antwerpen in de vroege 20ste eeuw. Met de gids bezoek je de door een dikke laag beton bedekte traditore batterijen, munitiemagazijnen, troepenkamers, geschutsemplacementen, de bovengrondse koepels en de vernielingen door de befaamde ‘dikke Bertha’s’ van in WOI. Contact op met de gidsenwerking Fort Kessel via 0474-74.34.66 of rudy.van.nunen@skynet.be.

Kempens Diamantcentrum en ‘Slijperij Lieckens’ en Diamantroute

Via het knooppunt 25 – 24 kan je in Nijlen het Kempens Diamantcentrum en ‘Slijperij Lieckens’bezoeken.

(foto: Christiane Jennes)

Het gerestaureerde atelier ‘Slijperij Lieckens’ is zowat de laatste volledig uitgeruste vooroorlogse diamantslijperij uit de streek. De in 1908 gebouwde fabriek had één verdieping en 18 slijpmolens. Waar de transmissie in oorsprong bestond uit een gasmotor werd deze rond 1928 vervangen door een elektrische motor. Uiteindelijk sloot de slijperij haar deuren in 1985. De slijperij is nog volledig intact gebleven. Naast de slijperij is het Kempens Diamantcentrum gebouwd met een bezoekerscentrum dat het verhaal vertelt van de diamantnijverheid uit de streek. De Slijperij Lieckens en het Kempens Diamantcentrum zijn te bezoeken dinsdag tot en met vrijdag en elke eerste weekend van de maand van 9u30 tot 16u30 aan de Spoorweglei 42, te Nijlen.

Wil je nog meer te weten komen van het ‘Kempisch steentje’ volg dan de alternatieve ‘Diamant(fiets)route’ (www.kempen.be/route/diamantroute) en raadpleeg het Kempisch diamantverleden in het boek ‘Schitterend geslepen’ van Jeroen Janssens en Ziggy Adriaensens. Het vertelt het verhaal van meer dan een eeuw diamantbewerking in de Kempen. 

Kempisch Landschap, Kruiskensberg en ‘Schipke aan de Nete’

(foto: Christiane Jennes)

Van knooppunt 23 via Heikant naar knooppunt 41 wandel je in het Kempisch verleden. Je passeert het kenmerkend Kempische landschap met de Blauwe- en Sint-Jozefhoeve, de Merode bossen met het kasteel Steynhoven. Via knooppunt 34 leidt de fietsroute naar Kruiskensberg (zie ook Diamantroute).

De Kruiskensberg in Bevel is reeds zeer lang gekend als bedevaartsoord. Omstreeks 1260 zou er een wonderbaarlijke genezing hebben plaatsgehad. Door het drinken van bronwater genas een schaapherder van koorts door de heilzame werking van het bronwater op de Lieve-Vrouweheide. Een kruis om dit kenbaar te maken werd opgericht op de plaats waar de bron ontsprong. Al vlug trok het van alle kanten bedevaarders aan. In 1691 werd de bron van de bedevaartplaats omgebouwd tot vijf waterputten als symbool van de wonden van de gekruisigde Christus. In 1861 werd er een kapel gebouwd. Jonkheer Florent le Grelle, de kasteelheer van het Rameyenhof, liet er in 1864 een monumentaal ijzeren kruis aan toevoegen. Op het einde van de 19de eeuw, in 1895, werd de kapel omringd door 7 kleine kapelletjes met een kruisweg.  

Maar via knooppunt 34 kan je ook het eeuwenoude ‘Schipke aan de Nete’ opzoeken. Meer dan 100 jaar geleden was het ‘t Schipke gekend als boerderij en herberg waar een veer de Grote Nete overstak. Heden is er een brasserie gevestigd. Een wandeling leidt ook van ‘t Schipke naar Kruiskensberg.

Gestel, schilderachtig dorpje aan de Grote Nete

(foto: Christiane Jennes)

In ieder geval, bezoek vooral Gestel, het kleine schilderachtig dorpje aan de Grote Nete, erkend als stiltegebied. Ontdek het dorpspleintje in de dorpskern met de statige pastorij met ernaast de15de-eeuwse parochiekerk Sint-Lambertus omgeven met een authentiek kerkhof met een prachtige grafkapel, een Calvarie uit 1877 en een gedenkteken 100 jaar boerenkrijg uit 1898. Eveneens rond het pleintje een neotraditioneel hoevecomplex, de voormalige verblijfplaats der maricolen, een dubbelhuis uit 1870 en een aangepast woonstalhuis van ca 1900. In het midden van het dorpsplein staat een beschermde Schandpaal.

Het kleine Gestel bezit op wandelafstand van het dorpsplein twee prachtige kastelen, de zichtbare getuige van de wooncultuur van de voormalige landadel. Aan de ene zijde is het Hof van Rameyen gelegen, een oogstrelend kasteel met verschillende hoeves en een slotgracht.  Historisch gaat het kasteel en de donjon terug tot in de dertiende eeuw. Aan de andere kant van het dorp staat het Kasteel Gestelhof. De oudste gekende aantekeningen erover dateren van 1312. Doorheen de tijd is het kasteel vaak vernield. In 1542 werd het Gestelhof door Maarten van Rossem gebrandsticht en zwaar beschadigd, evenals tijdens de Boerenkrijg en de eerste wereldoorlog. De schade werd in 1916-1921 hersteld en verbouwd naar zijn huidige toestand.

Duiding van het Kempisch leven van weleer

(foto: Christiane Jennes)

Tijdens de wandeling van kasteel tot kasteel langs de meanderende Grote Nete vallen de verschillende beschermde typische Kempische langgevelhoeves, de kleinere stalwoonhoeves en de keuterboerderijen zeker op. Door de aangebouwde potstallen kregen de dieren een familiaal karakter. De spiegel van het harde Kempisch boerenleven van weleer. De structuur van de stalwoonhoeves en de invloed van de potstallen op het boerenleven wordt uitvoerig beschreven in de thema’s van de website ‘Op zoek naar de geschiedenis van Lint’. In de leefwereld van het gehucht Lint vinden we naast een hoofdstuk van de boerderijen ook een bondige beschrijving van ‘de leefwereld van het gehucht Lint’: over een bonkig volk, de kindersterfte, chirurgijns, kwakzalvers, doctoren en de dagelijkse kost, maar ook over de legerbendes, plunderaars, bezetters, de Belgische revolutie en het religieuze leven; de verdwenen afscheidsrituelen en processies. Maar ook over onze contreien in de middeleeuwen, de evangelisatie, kloosterbezittingen en de inval van de Noormannen kom je heel wat te weten.

Zie:  www.lint.be/wandelingen-op-zoek-naar-de-geschiedenis-van-lint  of  https://gidsvoorlint.tumblr.com/

De fietsroute volgt de loop van de Grote Nete en bereikt terug Lier via de Neerloop

Boerenpsalm – Felix Timmermans

Boerenpsalm’ van Felix Timmermans uit 1935 is heruitgegeven bij Davidfonds Uitgeverij met  illustraties van Koen Broucke. Het is het mythische verhaal van boer Wortel die leeft en zwoegt in een vergeten Kempen.

Uit de inleiding van Bart Van Loo citeren we:

 ‘De Kempen die in Boerenpsalm verschijnen, dat zijn de bosschages, de mastenbossen en de lappendekens van velden die ik zelf nooit gekend heb, al is het bij elk woord alsof mijn geboortegrond ritselt en fluistert, sterker, zich het decor van mijn voorouders ontvouwt. Deze roman is een kijkdoos naar het leven van mijn voorgeslacht, een kijkdoos die zo geurt, kleurt en dampt dat het lijkt of ik er zelf in rondloop. Soms komen woorden en scènes recht uit die vervlogen tijd aanvliegen. Hoe Wortel bijvoorbeeld vloekt op de ‘oude Mejonkvrouw van ’t kasteel’ van wie hij zijn veld huurt, hoe hij zich kortom ergert aan wat we kunnen beschouwen als de laatste naweeën van eeuwenoud feodalisme.’

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar