Biënnale Kunst 2022 Venetië: The Milk of Dreams

Belgisch Paviljoen wordt speeltuin

Children’s games 

Spelende kinderen wereldwijd. Hun fantasie kent daarbij geen grenzen. De Belgisch-Mexicaanse kunstenaar Francis Alÿs filmde hun vindingrijke spelletjes o.a. in Congo, Hongkong, België en Mexico. Solitaire en gemeenschappelijke ‘games’ waarbij ongeschreven regels gelden, soms verstoord door een kip die door het spel rent. De bezoeker gaat zitten of blijft staan voor reuzeschermen in het Belgisch paviljoen en wordt meegezogen in het spelplezier. Een harde realiteit is eveneens van het scherm af te lezen. Blote voeten, ongezonde situaties, armoedige achtergronden, beschadigde en achtergelaten huizen. Zelfs de pandemie nestelt zich in het lokale tikkertjesspel. Wie wordt aangetikt, is besmet en moet verder spelen met een rood mondkapje. Toch overheerst de sterkte van de groepsdynamiek of de poëzie van de fantasie en de volharding van een solospeler. In aparte ruimtes hangen Alÿs’ mini-schilderijtjes, gelinkt aan kinderen en hun spel.

De titel ‘The Milk of Dreams’ van dit 59ste internationale kunstevenement sluit naadloos aan bij de fantasie geëxposeerd in de Belgische bijdrage. Curator van deze Biënnale, Cecilia Alemani, ontleende de titel aan een kinderboek van Leonora Carrington.

Muggenvangen

De lokroep van de jonge muggenvangers, met de handen als toeter voor de mond, vangt meteen de aandacht van wie het Belgisch paviljoen betreedt. Het gehoor van muggen dient alleen maar om een partner te vinden. Mannetjes, met meer vleugelslagen per seconde wat een hogere frequentie veroorzaakt, en vrouwtjes, die langzamer de vleugels slaan in een lagere frequentie, passen hun vluchttoon aan tot ze een harmonieuze overeenkomst bereiken. De jongetjes hebben echter een toonhoogte gevonden die onweerstaanbaar is voor de muggen. De mannetjes denken daarbij dat er gewillige vrouwtjes in de buurt zijn. De potentiële geliefden laten zich verleiden door de lokroep uit jongenskelen. In hun paringsdrang zijn ze een gemakkelijke prooi voor de klappende, dodende handen van de kwajongens.

Nzango, alleen voor meisjes 

Dit spel is vrij recent ontstaan op speelplaatsen van scholen in de Republiek Congo en is nu een nationale sport. Een meisje moet de beenbewegingen van de tegenspeelster proberen te imiteren, of er vooraf proberen op in te spelen.  Beide teams zingen en klappen, steeds sneller en sneller. Het is springen, vooruit, achteruit, links en rechts bewegen volgens een inventief patroon in een onbegrijpelijke logica.

Slakkenrace

De slakken worden verondersteld zich straalsgewijs naar een cirkelvormige eindstreep te bewegen. Maar niet elk slakje is even vlug. Sommige kruipen liever over elkaar dan naar de eindstreep toe. Om ze te onderscheiden krijgen ze wat verf op hun slakkenhuizen. Het bereiken van de eindstreep wordt aangewakkerd door aanmoedigingskreten van de spelers. Wanneer het plots hard begint te regenen, spoelen de wedstrijdkleuren weg. De meisjes stuiven uit elkaar en het spel is over. Onbeslist.

Vliegeren

In Afghanistan staat een tienjarige jongen druk te gesticuleren, de ogen gericht op de hemel. Alsof hij in gesprek is met de wolken. Zijn lichaam beweegt naar alle kanten. Is het dansen? Is het turnen? Zijn het yogabewegingen? Tot we plots de draad ontwaren waaraan zijn vlieger door de lucht zweeft. Hij is een vliegeraar. Even opmerken dat onder de taliban vliegeren verboden was.

Stap niet op de streep

Een meisje in blauwe overgooier, met gymschoenen en een wit mondkapje fladdert door Honkong. Ze heeft enkel oog voor gele strepen en barsten in het voetpad. Ze huppelt ertussen en erover terwijl ze een deuntje zingt: ‘Stap op een streep, breek de ruggengraat van de duivel. Stap op een barst, breek de rug van de duivel. Stap in een sloot, je moeders neus zal jeuken. Maar als je ertussen stapt zal alles prima zijn!’ Zo laveert ze over zebrapaden en door drukke straten, in haar eigen magische bubbel.

Kinderen spelen overal

Oorlogsgebied, uitgeleefde huizen, kampen, niemandsland vol droog gras, kinderen weten overal met niets een spel op te bouwen. Het zijn architecten van de fantasie. In dit fragment ziet de bezoeker jongens die een scherf van een gebroken spiegel vasthouden en, met het licht door de zon erin weerspiegeld, ermee mikken op de denkbeeldige vijand. Ze kunnen het niet laten daarbij schietgeluiden te maken. De echte kogels kunnen veraf of nabij zijn. Wie wordt verblind door het licht moet in elkaar zakken en is uitgeschakeld.

Perpetuum mobile of telkens weer opnieuw en opnieuw…

Deze beelden staan voor eeuwig op mijn netvlies en in mijn hart gegrift. Een jongetje duwt in Lumumbashi met heel veel inspanning een kolossale autoband de heuvel, met mijnafval van de kobaltmijn Étoile du Congo, op. Hij kan zelfs niet over de band heen kijken. Eenmaal boven gaat ie erin zitten en rolt in hellevaart de heuvel af. Beneden aangeland, rolt ie de band weer de heuvel op om vervolgens een nieuwe adrenalinestoot te beleven bij het naar beneden suizen. Telkens weer opnieuw als een perpetuum mobile.

Francis Alÿs

Wat een speeltuin schenkt Francis Alÿs ons hier. Hij werd in 1959 te Antwerpen geboren als Francis De Smedt. De familienaam van zijn moeder werd zijn artiestennaam. Als architect-met-burgerdienst belandde hij in de jaren 80 in Mexico-Stad en bleef er hangen. Hij hielp er aan de heropbouw na de aardbeving in 1985. Daarna spitste hij zich toe op creaties van beeldende kunst.

Curator van de Belgische inzending is Hilde Teerlinck. Opmerkelijk dit jaar is de sterke aanwezigheid van vrouwelijke kunstenaars. Het Belgisch paviljoen in Giardini is het oudste van de landenpaviljoenen. Het werd in 1907 opgeleverd naar een ontwerp van architect Léon Sneyers.

De Biënnale in Venetië loopt tot 27 november 2022.

De filmpjes met kinderspelen van Alÿs zullen in 2023 ook te zien zijn in het WIELS museum (Brussel).

Foto’s: Chris Rachel Spatz

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar