In onze reeks “Leden stellen zich voor” is het de beurt aan Suzanne Antonis. Zij is freelance journaliste en opgegroeid in het Kempense Dessel. Het bijgaande interview met Eric Goens over de film De Stig werd gepubliceerd in het maandmagazine Onderox. Daarnaast verzorgt ze elke maand ook enkele artikels in het seniorenmagazine Okra. Van gesprekken met universiteitsprofessoren over welzijnsthema’s tot interviews met kunstenaars en Bekende Vlamingen. Maar het meeste werk verzet ze voor CittA, het weekendmagazine van Gazet Van Antwerpen. De stad is intussen al tien jaar haar thuishaven. Haar zoektocht naar mooie architectuur en met een bijzondere liefde voor het modernisme hebben Suzanne al vaak op fantastische plekken gebracht.

Eric Goens

‘De Stig’ als eerbetoon aan koppigheid en doorzettingsvermogen

DESSEL — Vier jaar geleden ging een Kempens wielertalent voorgoed verloren. Stig Broeckx (29) maakte in de Baloise Belgium Tour een doodsmak. Na maanden coma waarin geen dokter hem nog een kans gaf, begon Stig aan een lange revalidatie. Ongezien wat de jongen heeft gepresteerd. Televisiemaker Eric Goens van het NieuwsHuis en regisseur Diederd Esseldeurs maakten er een film over: ‘De Stig’, die op 3 maart in première ging. Onderox ging kijken en kon de makers van de film strikken voor een gesprek.

Stig en Eric, zij aan zij bij de première van de docufilm (foto: Romi Vosters).

28 mei 2016. Tijdens de vierde etappe van de ‘Baloise Belgium Tour’ beuken twee motards in volle koers in op het peloton. De hele wielerwereld staat geparkeerd. Voor Stig Broeckx, de beloftevolle renner bij Lotto-Soudal, die er het ergst aan toe is, staat dan ook het leven stil. Toch volgens het verdict van de dokters die op dat moment niets anders kunnen zeggen dan: Stig zal nooit nog een normaal leven hebben. Maar dat is buiten Kempense onverzettelijkheid, noeste arbeid en Stigs ouders gerekend. De onfortuinlijke renner begint na zes maanden coma aan een revalidatie die niemand voor mogelijk hield. Vandaag loopt, praat en fietst Stig weer. Programmamaker Eric Goens volgde dat traject al in de televisiereeks Bargoens op Eén en op 3 maart ging de film ‘De Stig’ in première. Het is een verhaal van bewondering en verwondering, van hoop, humor en positivisme, van steeds nieuwe uitdagingen en vertrouwen in een toekomst waarin normaal leven weer mogelijk is. Het is ook het verhaal van een top- sporter die al zijn talenten heeft aangewend om in tijden van tegenslag een voorbeeld te worden voor heel Vlaanderen.

Kende je Stig Broeckx al voor die dramatische dag in mei 2016?

Eric Goens: “Neen. Ik had Stig nooit eerder ontmoet of gesproken. Toen ik van het ongeval hoorde, ben ik de berichtgeving over zijn toestand wel blijven volgen. Zijn onwaarschijnlijke revalidatie inspireerde ons om het te integreren in ‘Bargoens’ dat gaat over gewone mensen met een straf verhaal. Gaandeweg groeide de idee voor een film want wat wij van Stig toen al zagen, grenst aan het ongelooflijke. Maar er was ook twijfel want het was op dat moment nog heel onduidelijk hoe ver Stig zou geraken. Ook hijzelf vroeg bedenktijd. Stig staat helemaal niet graag in de belangstelling en was bang dat de mensen zouden zeggen: ‘Daar heb je hem weer, den Broeckx’. Maar met de wetenschap en de overtuiging dat hij hiermee andere mensen moed zou kunnen geven, is hij er samen met zijn ouders Peter en Marie-An toch voor gegaan.”

Hoe ervaarde Stig de aanwezigheid van de camera? Legde het extra druk op zijn prestaties?

“We hebben op geen enkel moment gevoeld dat Stig onder druk stond. De aanwezigheid van een camera triggerde hem net om te presteren. Elke keer wij met onze filmploeg kwamen, dat werd voor hem een soort streefdatum: tegen dan moet ik dit kunnen, tegen dan wil ik daar staan… Het was leuk om te zien hoe hij de camera gebruikte om weer een nieuw doel te bereiken. Het schema dat Stig zichzelf – nog elke dag trouwens — oplegt is geen druk maar een mentale en fysieke uitdaging die hij nodig heeft. Want in zijn hoofd is Stig nog altijd een topsporter.”

Zijn er momenten geweest dat jullie hem moesten afremmen? Ho ho Stig, zo snel kan of moet het niet gaan?

“Niemand heeft hem afgeremd, zeker wij niet. Het zou ook niet gelukt zijn. Ik herinner me nog dat hij uit zijn jaszak een papiertje haalde en vertelde dat hij ging meedoen aan de RevaRun, een wandel- en loopevenement van het MS & Revalidatiecentrum in Pelt. Iedereen stond aan de grond genageld, ook zijn vaste coach Paul Van den Bosch. Vier kilometer wandelen, dat gaat niet. Voor elke meter zou Stig vijf stappen moeten zetten die toen nog heel moeizaam waren. Maar niemand voelde op dat moment de drang om hem te doen stoppen. Hij zou dat zelf wel beslissen. Je ziet het ook in de film. De pijngrimassen, onderweg stretchoefeningen moeten doen tegen een muurtje, een lichaam dat totaal verkrampt en hoe hij zelf zegt dat het zwaar is… De afstand was gewoon te groot. Maar Stig hield vol.”

Vond je dat de grootste stap vooruit die je in het revalidatietraject van Stig gezien hebt?

“Ontegensprekelijk: ja! Het is de grootste sportieve inspanning ooit. Daar kan geen enkel wereldrecord tegenop. Het mooiste was de aankomst van de RevaRun waarin alles samenviel. Hoe Stig in al zijn koppigheid toch bleef doorstappen, de waardering van zijn ouders voor Ilse van het revalidatiecentrum die Stig al die maanden heeft begeleid en dat ze dan samen over de finish gaan. Hoe je bijna fysiek ziet dat bij mama Marie-An de honderden beelden van dat plantje in een bed weer voor de geest komen. Zelf ben ik toen aan de kant gebleven, met open mond en tranen in de ogen. Zie mij hier nu staan, de reportagemaker! Maar ik wilde in dat sterke moment zelf niet inkruipen.”

In zo’n zware revalidatie moeten er toch dagen geweest zijn dat hij het wilde opge ven. Waarom zien we dat niet in de film?

“Omdat ze er niet zijn! Ik heb het Stig honderd keer gevraagd omdat ik het niet kon geloven. Er is wel een periode geweest dat hij, ondanks alle trainingen, geen progressie maakte en dat we dachten: oei, wat nu? Maar Stig heeft nooit, nooit, nooit de hoop verloren. Eén keer is hij een week ziek geweest en lag hij met koorts in bed. Daar heeft hij een zware prijs voor betaald. Als je je een heel jaar afjakkert om van punt A naar punt B te geraken en je wordt door een week ziek zijn teruggegooid naar de situatie van vóór punt A, daar zou iedereen de moed bij verliezen. Niet Stig, hij is het net die zijn ouders en begeleiders vooruit duwt en moed geeft.”

“De film is een portret van een man die tegen alle verwachtingen in een onwaarschijnlijke strijd levert en wint.”

Jullie gingen met Stig in de Ronde van Frankrijk op bezoek bij Lotto-Soudal. In de film lijkt dat een ongemakkelijke situatie, zowel voor de renners als voor Stig.

“Je zou dat als kijker zo kunnen zien maar dat klopt niet helemaal. Je moet weten dat wielrenners op zo’n moment 100% gefocust zijn op hun wedstrijd. En dan worden ze — totaal onvoorbereid — geconfronteerd met iets wat hen straks in een afdaling ook zou kunnen overkomen. Het is de kant van de medaille die ze liever niet willen zien. Je voelde wel onwennigheid: waarom kunnen wij nu niet gewoon met onze kameraad praten? Maar dat ze Stig – met camera’s — zo vlak voor de wedstrijd hebben toegelaten, getuigt van een grote liefde van zowel de ploegleiding als de renners.”

Toch is de film veel meer geworden dan de revalidatie van een wielrenner. Was dat voor jullie vanaf het begin de focus?

“Stig zal het misschien niet graag horen maar het wielrennen is in deze bijkomstig. De film is een portret van een man die tegen alle verwachtingen in een onwaarschijnlijke strijd levert en wint. Natuurlijk spreekt het tot de verbeelding omdat hij als topsporter van het ene extreme in het andere terechtkomt. Maar zijn prestatie zou even sterk zijn als hij pakweg leraar of schrijnwerker was.”

Denk je dat Stig de grens van zijn revalidatie heeft bereikt?

“Waarom moet er iets begrensd worden en hoeveel plafonds zouden er dan moeten zijn? Bij Stig ligt de uitdaging vandaag niet in het fysieke. Hij weet dat hij nooit meer wielrenner zal worden en hij aanvaardt dat. Wat hij wil, is als een normale mens door het leven gaan. Zelfstandig zijn, trouwen en voor een gezin zorgen. In het spreken denk ik dat hij het eindpunt nog niet heeft bereikt. Dat is trouwens één van zijn weinige frustraties: dat wat hij denkt, als de intelligente jongen die hij is, dat hij dat niet op een duidelijke manier kan verwoorden.”

Jullie hebben veel dagen doorgebracht in het revalidatiecentrum van Pelt. Los van het werk met Stig, hoe confronterend was dat?

“Dat eenieder daar morgen kan zitten of liggen en moet beginnen aan een soort Mount Everest-uitdaging. Het gevaar aan het succes van Stig is dat mensen het evident gaan vinden dat je na zo’n val kan herstellen, terwijl dat zeker niet voor iedereen zo is. Het is niet alleen een kwestie van wilskracht en optimisme maar ook van geluk. Als de beschadiging van de hersenen één millimeter verder ligt, is het misschien een heel ander verhaal. We hebben gezien hoe Stig de mensen die er hun leven weer proberen op te bouwen hoop geeft en dat ze zich aan hem vastklampen. Ook Stig is zich daarvan bewust maar hij gaat daar op een heel mooie manier mee om.”

Hoe cruciaal was de rol van de ouders, Peter en Marie-An?

“Die twee hebben een monnikenwerk geleverd. Het kan niet genoeg benadrukt worden hoe zij hun leven herleid hebben tot het verplegen van hun zoon in de lange revalidatie. Ondanks het vele werk op het landbouwbedrijf dat ze samen runnen. Marie-An is de zorgende mama die zichzelf wegcijfert om elke dag opnieuw met Stig te gaan wandelen, zijn stappen bij te sturen en hem stretchoefeningen laat doen tegen het muurtje. Peter is nuchterder. Toen Stig voor het eerst op de fiets wegreed, zag ik hoe Marie-An het liefst in de dichtstbijzijnde hooischuur had willen kruipen om niet te moeten zien wat er elke seconde zou kunnen gebeuren. Terwijl Peter in zo’n crisissituatie het hoofd koel houdt. Terwijl het voor allebei sterven is omdat hun zoon daar op die fiets zit. Het zijn twee wondermooie mensen en een even grote inspiratiebron als Stig zelf.”

Zijn ze voor jou ‘vrienden in de Kempen’ geworden?

“Absoluut. Ik ben zelf West-Vlaming maar ik zie wel veel overeenkomsten. Koppigheid, doorzettingsvermogen, niet omzien en doen… Er moet ergens in de geschiedenis iets gebeurd zijn waardoor de Kempen en West-Vlaanderen geografisch van elkaar zijn verwijderd. Ik ga nog af en toe bij hen op bezoek. Nergens smaakt de soep beter dan op de boerderij van de familie Broeckx.”

Stig wordt dit jaar dertig. Wat wens je hem voor de toekomst toe?

“Wat het merendeel van de mensen wil: zelfstandig zijn, een huis met een tuintje en een groot gezin. Ik wens het hem met heel mijn hart toe want ik weet dat hij een goede papa zal zijn. Stig wil nu vooral rust zodat hij aan dat stuk van zijn leven kan beginnen. En hij zal daar zeker in slagen want als je in aanmerking neemt wat hij de voorbije drie jaar heeft verwezenlijkt, is alles wat nu nog volgt van het gemakkelijke werk.” 

Samen op zoek naar de plek waar het ongeval in 2016 gebeurde (foto: Het Nieuwshuis).

About the author

Verwant

JOIN THE DISCUSSION