Reizen en boeken: is er een verband?!

Ik ben dol op reizen en gek van boeken. Resultaat: ik heb planken vol reisgidsen en meters reisverhalen.

Sommige reisgidsen dateren uit een tijd dat sommigen onder u nog niet geboren waren. Ik citeer uit een gids voor Joegoslavië: “Toeristen uit het westen voelen zich sterk aangetrokken tot de temperamentvolle Dalmatische meisjes met hun vurige ogen, temeer daar deze in hun omgang met vreemden erg vrij zijn…”. Dan volgen “nuttige” raadgevingen en bedenkingen.

Ik heb planken vol reisverhalen. Ik hou van Eric Newby: “Op stap in de Hindu Kush”.  Hij kan me hardop doen lachen. Ook Bill Bryson kan dat en aangezien lachen gezond is en u méér leert van kennis gebracht op een humoristische manier, kan ik u dat soort reisverhalen aanraden.

Helemaal anders gaat Paul Theroux te werk. Hij schrijft (o.a.) over trage treinreizen in verre oorden. Een simpele ontmoeting kan hij verwerken tot een kleine roman. Hij en zoon Theroux doen eigenlijk hetzelfde: de vader met woorden op papier, de zoon met een camera erbij op televisie.

Reisverhalen blijven nooit steken in beschrijvingen van het landschap of in een beschrijving van de gevaren die de auteur ondervindt in een moeilijk toegankelijk gebied. Lieve Joris b.v. reist naar Zaïre/Kongo op zoek naar sporen van haar heeroom/missionaris. Haar zoektocht leidt haar naar de koloniale problematiek van verleden en heden. Als Dirk Draulans naar Zaïre/Kongo reist (“De mens van morgen”), dan gaat hij vooral op zoek naar bonobo’s, maar hij vertelt daarbij het verhaal van Kabila, van stropers, vissers, parkwachters en van Ellen, een jonge Vlaamse biologe.

Ik beken, ik heb geen weerstand tegen boeken en al helemaal niet tegen boeken over reizen (en al helemaal niet als ze in afslag zijn!).

Op de boekenbeurs in Antwerpen heb ik “Jaar van het Avontuur, gids naar de meest opwindende reisbestemmingen” gekocht, een uitgave van Lonely Planet. Ik ben op een leeftijd gekomen dat bengee jumping of wild water rafting niet meer tot mijn dromen behoort, eerder tot mijn nachtmerries!  Toch blijf ik hunkeren naar reizen met een tikje extra.

Het boek stelt van alles voor, netjes ingedeeld per maand. Wat zou u kunnen doen tijdens de eerste week van januari? Inderdaad, u kan gaan bungeejumpen in Queenstown, Nieuw Zeeland, maar u kan daar ook ‘s werelds mooiste wandelpaden ontdekken.

En de tweede week? Dan kan u gorilla’s tracken in Oeganda. Laat dat nu een activiteit zijn die ik gedaan heb en die ik kan beoordelen. En…wat ze beschrijven klopt: 1) u gaat in groep onder begeleiding van mannen met geweren 2) u mag niet verkouden zijn of iets anders besmettelijks onder de leden hebben 3) u mag dat schattige gorillaatje niet aanraken, zelfs niet als het nieuwsgierig binnen handbereik komt spelen en 4) u mag maar 1 u blijven. Klopt allemaal en het is één van de meest magische belevenissen in Afrika. Als ervaringsdeskundige raad ik u met klem aan uw fototoestel op tijd weg te steken en te kijken, gewoon te kijken en te beleven.

Het boek informeert behalve over het land, ook over het soort activiteit en over de vereiste conditie. U komt dus evengoed activiteiten tegen die bijvoorbeeld in de VTB of de Tui brochure staan. U zou het noorderlicht kunnen aanschouwen in Groenland of IJsland, beren gaan spotten in de VS, of leeuwen in Kenia.

En hebt u geen zin om in oktober karstgrotten te gaan verkennen in Slovenië? Of om met een ballon boven de Serengeti te zweven? Daarvoor is geen conditie vereist, maar het is een memorabele  manier om gnoes, gazellen en giraffen te zien.

Week vier in november is hét moment voor de Victoria watervallen. Als kijken naar het zware, donderende watergordijn in de Zambezi-rivier niet genoeg voor u is (voor mij was dat méér dan genoeg), dan zijn er a.h.w. menukaarten waaruit u een activiteit kan kiezen, variërend van safari’s te paard, (te) olifant of te voet, helikopter- of ULM-vluchten, jetboating,  of de onvermijdelijke bungee sprong van 111m hoog, ooit de hoogste ter wereld.

U denkt dat ik dit boek aan het promoten ben, nee hoor, ik maak u deelgenoot van de extra “kick” die u op reis kan hebben. Dat onvergetelijke moment, die overweldigende ervaring, die zelfs het beste menu in dat oh-zo-gezellige restaurant in de schaduw stelt.

En dan kom ik terug bij mijn begin: boeken en reizen zijn met elkaar verbonden, ook – en vooral – voor de reizen die u enkel in gedachten kan maken: “Scotts laatste expeditie” laat ons meelezen in zijn dagboeken uit 1912.

Lezen terwijl ik reis vind ik plezierig, maar de evenwichtsorganen moeten ertegen bestand zijn. Zit niet te lezen terwijl u met een bus via haarspeldbochten de berg oprijdt!  Kijk dan vooral naar buiten en dompel u – als een echte zen adept – onder in het hier en nu.

Lieve lezeressen en lezers: hebt u een ervaring waarin boek en reis verbonden zijn? Wil u die met ons delen?!  

Was een boek ooit de reden om op reis te gaan of juist het tegenovergestelde? Heeft een boek u onderweg een extra ervaring gegeven? Is er een reis-boek dat u onbedaarlijk deed lachen? Welk reisverhaal heeft grote indruk gemaakt en zal u nooit meer vergeten?

Een eerste reactie van een vriendin:

Ik weet nog wel dat ik op het strand in Dubai “Ex-drummer” van H. Brusselmans aan het lezen was, het enige boek dat ik ooit van hem heb gelezen. Ik had wel binnenpretjes om zo’n vuil boekje tussen de moslims te lezen. Hadden ze geweten wat daar instond, was ik veroordeeld tot 100 zweepslagen …

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar