De Gevleugelde dropt je meteen in een onwaarschijnlijk verhaal, nl. de diefstal van het hart van Alberto Santos-Dumont (1873-1932). Het hart van de Braziliaanse luchtvaartpionier rust nu in een vergulde globe in een museum in de buurt van Rio de Janeiro. Deze filmische intro van Japins recentste historische roman is slechts een voorproefje van het turbulente levensverhaal van de man die als eerste een bestuurbare luchtballon bouwde. De naam Santos-Dumont doet misschien meerdere belletjes rinkelen. Landde je ooit op de luchthaven Santos-Dumont in Brazilië, flaneerde je langs zijn huis op de Champs-Elysées nr. 114 of wandelde je misschien door de Rue Santos-Dumont? Wie weet draag je een dure Santos horloge van Cartier rond de pols? Ik dronk alvast koffie van het merk Santos.
Een jeugd van eenzaamheid en dromen
Alberto Santos-Dumont wordt geboren als zoon van een voortvarende Braziliaanse koffieplanter van Franse afkomst. Als tenger kind droomt hij van de fantasieën van Jules Verne. De machines en de locomotieven op de plantages boeien hem dan ook meer dan de koffiebonen. Op zijn twaalfde verjaardag is ieders vertrouwen in Alberto’s mechanisch inzicht sterk genoeg om hem tot machinist te maken. Wanneer hij bovenop een rijdende trein klimt, voelt hij de vochtig-warme tegendruk zo sterk dat hij er voorover hellend kan tegen leunen. Het brengt hem op geniale ideeën. De Gevleugelde schetst dat kinderlijke en later jongvolwassen verlangen naar het ontstijgen van dit aardse. Japin kruipt in de huid van het tengere kind dat, net als hij zelf, dankzij dromen aldus zijn isolement in de maatschappij compenseert. Ook als volwassen man zal Alberto zich levenslang in gezelschap eenzamer voelen dan in de wolken. Autobiografische trekjes van de auteur stijgen op tussen de regels.
Naar Parijs
Wanneer zijn vader hem een deel van het familiefortuin schenkt, trekt hij in 1892 naar Parijs. Albert Chapin wordt zijn mecanicien en vriend. Alberto ontmoet er naast andere pioniers van de luchtvaart, ook grote namen zoals Sarah Bernhardt, de broers Rothschild, de Rockefellers, Marcel Proust… Louis Cartier ontwerpt voor hem in 1904 de Santos, een van de eerste polshorloges uit de geschiedenis, omdat in een luchtballon een zakhorloge gebruiken te onhandig is. Op de wereldtentoonstelling van 1900 komt de luchtvaart praktisch nog niet aan bod. De jonge Braziliaan heeft het lef om met één van zijn creaties over de Champ-de-Mars te scheren en rond de Eiffeltoren te vliegen. ‘Le tout Paris’ volgt de exploten van de kleine, dappere man die net iets groter dan anderhalve meter is en slechts vijftig kilogram weegt. Een vleugje extravagantie is hem niet vreemd. Hij neemt zijn luchtballon om een paar straten verder bij Chez Maxim’s te gaan dineren. Hij kleedt zich zwierig met stijve boord en rode sjaal, zelfs wanneer hij de lucht ingaat. Wanneer hij met Albert Chapin op weg is naar Calais, zit hij ongegeneerd in de wagen te breien, iets dat zijn moeder hem leerde. Ook weven en borduren doet hij in het openbaar, iets dat niet meteen bon ton is in de toenmalige maatschappij. In hun najaarscollectie toonden alle grote warenhuizen stoffen waarop hij te zien was met of zonder zijn ballonnen, en in New York kwam een Santos-Dumont-voile in de mode, die over de hoed gedragen werd. Gemberkoekjes, lolly’s en chocola met zijn beeltenis duiken op. Zijn worstvormige ballon krijgt replica’s in speelgoed. De merchandising machine draait op volle toren. Deze persoonlijke trekjes van de vliegenier kleuren mede de beschrijving van zijn onversaagde vliegexperimenten. Hij ontwerpt een vliegtuigje, de Demoiselle, dat zo licht is dat het met een auto kan worden vervoerd. Wanneer hij tot god van Parijs wordt uitgeroepen, levert hem dit uiteraard jaloerse vijanden op vooral in het milieu van de Aéroclub. Alberto bouwt echter onverdroten het ene luchtschip na het andere en nummert ze. Panamarenko heeft een replica op kleine schaal gemaakt van zijn zeppelin nummer 9 die te bewonderen is in de koffiebar van zijn vrouw in Sint-Maria-Oudenhove.
De vlucht uit het leven
Alberto zegt zijn lidmaatschap op van de Aéroclub en samen met Albert Chapin demonstreert hij zijn uitvindingen wereldwijd. Het hoofdstuk Parijs eindigt in het boek poëtisch door terug grijpen naar herinneringen onder de vorm van repetitieve versjes uit zijn kinderjaren. Japins verhaal stijgt daardoor op uit de weergave van een chronologische biografie.
Albert Santos-Dumont krijgt multiple sclerose. Tijdens een verblijf in een kliniek in Sankt Moritz bouwt hij nog gemotoriseerde ski’s. Hij wordt depressief en is ook enorm ontgoocheld over het gebruik van vliegtuigen in oorlogsvoering. Hij keert terug naar Brazilië waar hij op 59-jarige leeftijd zelfmoord pleegt. Een reconstructie van zijn laatste levensdagen wordt geprojecteerd weergegeven via het bezoek van het dochtertje en de weduwe van zijn vriend Chapin die logeren in de kamer waarin hij is gestorven.
De gevleugelde heeft me in Parijs naar zijn huis gebracht, naar Chez Maxim’s, de Champ-de-Mars, de Jardin d’ Acclimation, het Bois de Boulogne en andere plaatsen uit dit levensechte verhaal. Bij Cartier mocht ik het Santos uurwerk van nabij bewonderen. Toen ik er buiten kwam, stond een man nep uurwerken te verkopen op de Champs-Elysées, zelfs daar was een Santos model bij.
Boven de Arc-de Triomphe zag ik in mijn fantasie Alberto rondjes draaien op een quadcopter. Het model van de toekomst verschilt niet eens zoveel van wat Santos-Dumont ontwierp voor persoonlijk vervoer door de lucht: http://www.drones.nl/hoverbike-quadcopter-voor-mensen-personen-vervoer/.
Dans l’air (vertaald Mijn Luchtschepen, het verhaal van mijn leven) uit 1904 van Alberto Santos Dumont.
Veel beeldmateriaal: https://www.youtube.com/results?search_query=santos+dumont.
Parijs, door Chris Rachel Spatz