Jardins d’Amis in Museum Deinze: hedendaagse landschappen van Jan De Cock

Voor de tentoonstelling ‘Jardins d’Amis’, zijn eerste museale expo sinds 2009, liet Jan De Cock (°1976) zich inspireren door de 214km lange rivier de Leie. Hij zoekt een antwoord op de vraag hoe we heden ten dage naar ‘het landschap’ (moeten) kijken. Dat doet hij uitgerekend in het museum waar menig Leie-schilder de meanderende rivier op canvas vereeuwigde. Wij gingen kijken, spraken vooraf met curator Wim Lammertijn en luisterden naar Jan De Cock.

Hoe kijken we nu naar ‘het landschap? Het antwoord op die vraag is de essentie van ‘Jardins d’Amis’. JDC wil door zijn aanpak een nieuwe dynamiek doen ontstaan in de landschapskunst door net te vertrekken vanuit de kunst uit de 19de en 20ste eeuw en dan vooral de kunstenaars van de zogenaamde Latemse School.

Van de bron in het Noord-Franse stadje Lisbourg tot aan de monding van deze “Golden River” in Gent heeft JDC plekken bezocht, gefotografeerd en samen met figuratieve sculpturen (vaak vervormde koppen/gezichten) in beeld gebracht tot het resultaat dat we nu zien in het museum, geïntegreerd tussen de vaste collectie in 5 grote zalen. JDC tussen de grote meesters.

De traditie van de Leie-schilders

Jan De Cock

Volgens curator Wim Lammertijn ligt de integratie van JDC’s werk tussen de grote Leie-schilders voor de hand: “Omdat het over die streek gaat en perfect complementair is met o.m. Leon en Gust De Smet, Saverijs, Emile Claus enz. Er is 2 jaar gewerkt aan dit project. Het is een heel gedragen project dat ook door het departement Cultuur van Vlaanderen is gehonoreerd. Zo is de bal aan het rollen gegaan. Er werden relevante partners gezocht en wij zijn de museale partner. Het kan perfect dat dit project naar een andere stad of stroom gaat of naar een ander land of Europees waterwegenproject. Zo is er binnenkort al een toonmoment gepland in Zurich.”

De bekende Latemse schilder Xavier De Cock is de overgrootvader van JDC. Jan De Cock: “Ik ben een jonge meester in wording geworden in de academie in Gent. Ik moest verschillende musea in deze regio bezoeken om kunstwerken te bestuderen. Dat heeft mij beïnvloedt. “Il faut cultiver son jardin”. Laat ministers maar bezig zijn met de wereldproblemen, de gewone mens met zijn tuin. Mijn eigen tuin was te klein geworden. Ik wilde dat opentrekken naar Europa. De Leie is ook maar een rivier tussen vele andere. Wat gebeurt er rond de rivieren overal? Ze zeggen veel over het verleden en waar we naartoe evolueren.”

Enfant terrible

Sculptuur op houtblok.

In 2008 exposeerde het New Yorkse MoMA zijn ‘Denkmal 11, Museum of Modern Art’, de eerste Belg die er een solotentoonstelling kreeg. Het begin van een internationale carrière. Jan De Cock: “‘Jardins d’Amis’ is een scharniermoment in mijn carrière. Young artist, not anymore. Een tento van wereldniveau! Na de Prins van het Luminisme is het tijd voor de kleine koning van het classicalisme”. De Cock schuwt de grootspraak (nog steeds) niet. Hij noemt zichzelf al jaren “de grootste beeldenmaker van mijn tijd” en voegt er aan toe: “Als deze tento 3 weken loopt dan zullen journalisten van de New York Times zeggen: “hoe komt het dat wij hier niet bij waren?!”.

Hij wordt een enfant terrible genoemd. Zijn grootheidswaanzin wordt hem niet in dank afgenomen. Dat komt zo. Bijna 10 jaar geleden diende hij een klacht in tegen alle Vlaamse media omdat die meer aandacht besteedden aan politieke vluchtelingen dan aan kunst. Zou hij tien jaar laten wat milder geworden zijn, vroegen wij ons af? Wim Lammertijn: “Zeker niet. Het is ook zijn gedrevenheid die hem kenmerkt. Hij wil dat er ook voldoende aandacht gaat naar zijn werk en kunst in het algemeen. Er was op het moment waarnaar je refereert ook heel veel aandacht die niet naar kunst ging, wat voor hem de essentie was. Hij heeft geen ongelijk, de media wordt zoals je weet door heel veel andere onderwerpen gedomineerd.”

Gesamtwerkstatt

Lichtbak Oker.

Terug naar de expo. De combinatie van sculpturen (in hout en brons) en fotografie is een bekend concept dat JDC al toepast sinds 2013 onder de titel ‘Everything for you’ en in verschillende musea/landen te zien was. Is ‘Jardins d’Amis’ daarvan een verderzetting? Wim Lammertijn: “Ja, zijn manier van denken is niet veranderd, ook in die zin dat hij die integratie bij wijze van spreken zelfs ziet als een beeldhouwwerk. Hij gaat een soort van totaalsculptuur maken, hij heeft gespeeld met de zitbankjes in het museum die deel uitmaken van hoe je kijkt naar een werk. Sculpturen, lichtbakken, di-bond fotografie kan je zien als een totaalinstallatie/gesamtwerkstatt.”

Is die opstelling een soort van confrontatie? Wim Lammertijn: “Meer een dialoog. Als confrontatie zou het teveel clashen. JDC stelt zich ook zeer nederig op tegenover de meesters waar hij met veel respect naar kijkt en aan de ophanging zie je dat de werken nooit op gelijke hoogte hangen: de meesters hangen altijd iets hoger. Ook daar heeft hij over nagedacht.”

Waar plaats je hem? Wim Lammertijn: “Als een vernieuwer, als een denker. Hij heeft een conceptuele inslag in zijn werk, tegelijk ook zeer schilderachtig. Hij denkt na over hoe een kunstenaar vandaag een landschap of een beeld moet maken want dat kan je niet doen zoals 100 jaar geleden. Een kunstenaar moet, of moet niet, proberen vernieuwend te zijn. Hij probeert dat zeker. Landschappen veranderen, kunstenaars ook. Of: Traditie is de enige weg naar vernieuwing.”

De stilstand van een landschap is een illusie

Lichtbak Sculptuur op braakliggend terrein.

De stilstand van een/het landschap is een illusie want onderhevig aan erosie, bouwwoede (industrie en verkavelingen), verlegde waterlopen, afval en zoveel meer. De “bewogen” foto’s van zijn sculpturen in een landschap (verkregen door een technische ingreep met zeer lange sluitertijden) wekt die indruk. Het effect dat we ook kennen van voorbijflitsende coureurs of racewagens. Sommige foto’s zitten in lichtbakken. Het licht van de bakken geeft de foto’s een luministisch karakter waardoor ze iets schilderijachtigs krijgen. Je kijkt naar een verstild beeld maar door het effect krijgt het tegelijk iets bewegends. Alsof het wil zeggen dat de snel verstrijkende tijd het landschap logischerwijs ook sneller wijzigt dan we zouden denken, meestal niet in positieve zin.

Net die keuze voor de lichtbakken is interessant. Ze zijn een soort van vensters die de schilderijen niet overspelen maar lumineus in evenwicht brengen met de andere werken van de Leie-schilders. Gespeeld met licht en sluitertijden van het diafragma en zo in dialoog treden met de andere werken.  Andere foto’s zitten dan weer in een traditionele lijst. Met de opstelling van de stoelen of zitbankjes tracht hij een symbiose tot stand te brengen. JDC regisseert graag.

Opmerkelijk

Opmerkelijk: waar er 100 jaar geleden veel koeien en boeren rondliepen in de schilderijen is er nu bij JDC geen levende ziel te bespeuren. Alsof hij de mens straft die verantwoordelijk is voor zijn gedrag met name de teloorgang van dat landschap. De mens blijft buiten beeld maar de sporen van zijn aanwezigheid zijn zichtbaar. Is JDC een commentator? Een criticus? Noem het abstract realisme. Je zou het filosofisch kunnen benaderen door te stellen dat de kunstenaar met deze “stills” een oproep doet om de natuur te behouden in haar huidige toestand en ze niet langer laten teloorgaan door allerlei door hebzucht ingegeven menselijke inmenging.

Waarom moeten we gaan kijken? Wim Lammertijn: “Het is voor de eerste keer in 15 jaar dat zijn werk te zien is in een museum en dan nog in eigen land. Met heel verrassend werk.”

Wat zou het voor de toeschouwers een geweldig “belevingsmoment” geweest zijn mocht hij bij het binnenkomen van het museum in een filmisch landschap van Claus stappen om zich vervolgens na enkele stappen te zien binnenstappen in het landschap van JDC. Zoek de verschillen.

Te zien tot 08 juni in het Museum van Deinze en Leiestreek te Deinze.
www.mudel.be
Er is geen catalogus beschikbaar.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar