Geert De Kockere viert 35 jaar dichterschap met nieuwe bundel/prentenboek

Ter gelegenheid van de ‘Week van de poëzie’ (30/1 tot en met 5/2) staan we graag eens stil bij kinderpoëzie want ook daar verschijnen met regelmaat pareltjes. Bij uitgeverij De Eenhoorn verscheen deze maand een prachtig prentenboek annex gedichtenbundel met de titel ‘In het midden van mezelf woont een elf’. Auteur is Geert De Kockere die daarmee zijn 35-jaar dichterschap viert. Het is een bijzonder mooie uitgave met 57 gedichten en prachtig mooie tekeningen van Heike Sofia Villavicencio Rammeloo. Met in het midden van het boek als “pièce de resistence” een grote tekening als uitklappagina.

Geert De Kockere groeide op in Tielt maar woont al ruim 25 jaar in de Kempen. Hij studeerde voor onderwijzer, werd later beroepsjournalist voor o.m. De Standaard en Het Nieuwsblad en debuteerde in 1989 met een bundel kindergedichten onder de titel ‘Vingers in de jam’. Twee jaar later werd hij een eerste keer bekroond, dat was met de Jacob Van Maerlantprijs voor zijn boek ‘Puntje puntje puntje’. Wat sindsdien volgde zijn ontelbare poëziebundels, (kunst)projecten, verhalen, prijzen en (vaak uitverkochte) prentenboeken. Veel van zijn boeken werden vertaald, ondermeer naar het Duits, Noors, Portugees tot Chinees.

Hij heeft ook een zwak voor de natuur. Bekend werd hij met zijn “Litenatuurtjes”, tien gedichten die opgesteld staan langs paden in het Turnhoutse Vennengebied. En Haiku is sinds tien jaar zijn nieuwe grote en “ontspoorde passie”. Dat leidde in 2019 tot de oprichting van het Huis van de Haiku, gehuisvest op de bovenste verdieping van een herenhuis in hartje Turnhout waarin ook het Natuurpunt Museum is ondergebracht. Daar geeft hij workshops, lezingen en vinden er ook tentoonstellingen en performances plaats.  

Schaamteloos genieten

Twee jaar geleden verklaarde hij in een interview dat hij niet zeker wist of er nog een bundel zou verschijnen. En zie, daar is hij. Hij is dus toch overstag gegaan. Gelukkig. Niet alleen voor de jonge lezers maar ook voor volwassenen. En ik geef grif toe, ook ik heb er schaamteloos van genoten. Van zowel de gedichten als de tekeningen. Tijd dus voor een babbel.

In hoeverre is deze uitgave een soort van samenvatting van je carrière ?

Goh, ik denk niet dat je het kunt zien als een samenvatting. Een dichter evolueert voortdurend, dus je probeert altijd iets nieuw uit. Het is het resultaat van wat er nog in de schuif zat en uit dat assortiment van nooit eerder gepubliceerd werk hebben we een selectie gemaakt als een soort van snoepjesdoos.

Je neemt het woord snoepjesdoos in de mond, maar nu je het zegt, zo komt het ook wel over. Dat gevoel krijg je als lezer wel. En zeker met die prachtige tekeningen van Heike. Kreeg zij carte blanche van jou?

Ja hoor. Zij mocht zelfs de indeling bepalen. Zij kreeg het hele gamma van 57 gedichten en mocht die indelen. Wij hebben er niet voor gekozen om elk gedicht afzonderlijk te illustreren. Ze heeft gewoon een aantal gedichten samengenomen en daarvan elementen in één prent verwerkt. De lezer krijgt dus een reeks gedichten en vervolgens een prent waarin je op zoek kan gaan naar elementen uit die gedichten. Vroeger werkte ik anders: ik had een verhaal, stuurde het naar de illustrator en ging dan pas verder met schrijven met die tekeningen in mijn hoofd.

Er zijn twee dingen die mij opvallen: 1) in tegenstelling tot veel andere bundels werk jij niet rond een thema? Bewuste keuze?

Ja, toch wel. Ik ga niet zeggen dat ik daar niet zo van hou. Het is niet direct mijn stijl om in thema’s te werken. Vaak kiest men ook voor sombere thema’s. Ik hou van de snoepjesdoos. Elke bladzijde die je omdraait wacht je een verrassing. Is het absurd, is het grappig, is het ingetogen, met gevoel enz. Ik hou van de verrassing. Poëzie is eigenlijk ooit ontstaan als een losse verzameling van gedachten, van leuke dingen of verdrietjes maar tegenwoordig werken auteurs, al dan niet aangestuurd vanuit het marktgerichtdenken van de uitgeverij graag in thema’s.

En 2) Wat mij heel sterk opvalt is het plezier. Alsof een boek voor jou een speeltuin is van taal en beeld. Kan ik dat “plezier” als een rode draad omschrijven in je carrière? Heb je je dat van begin af aan tot doel gesteld?

Ja, inderdaad. Dat heb je goed gezien moet ik zeggen. Ik omschrijf het schrijven van poëzie vaak als het spelen met Lego-blokjes. Die woorden zijn net als losse steentjes en je legt die op één of andere manier samen en je maakt telkens met diezelfde woorden, want daar komt het feitelijk op neer, andere bouwsels. In plaats van met Lego-blokjes speel je met woorden, met taal en daar maak je verrassende constructies mee.

De titel van je boek ‘In het midden van mezelf woont een elf‘, geeft mij het gevoel dat je je nog erg jong voelt…

(lacht) Neen, toch niet. Maar het is zo dat als je als dichter voor kinderen schrijft, je je uiteraard in de leefwereld van die kinderen moet kunnen verplaatsen en dat is misschien wel het leuke eraan: je wordt bij het schrijven opnieuw een beetje jong(er) want je huppelt rond in die leefwereld. Mar goed, ook als oudere mens kan je in het midden van jezelf een elf hebben wonen hé (lacht). Leeftijd speelt geen rol.

Dat klopt. Wat is je favoriet gedicht uit de bundel en waarom?

‘De zwaan’. Ik woon aan het kanaal in Turnhout en daar zijn zwanen. Het gedicht geeft weer dat het niet allemaal grappige dingen zijn in mijn boek maar dat er ook gevoelige dingen kunnen in zitten.

DE ZWAAN

Een oude zwaan,
oud en wit en groot,
woonde onder een treurwilg
aan een brede sloot.

Elke morgen kwam ze even kijken
van achter haar gordijn,
de oude witte zwaan,
haar kleed was van satijn.

En iedereen zei:
wat is ze mooi,
wat is ze wit,
wat is ze toch groot!

Op een dag vond men haar dood,
drijvend op de brede sloot.

Onder de treurwilg
woont nu een nieuwe zwaan,
met alles erop en eraan.
Nóg witter en nóg groter.

Maar niemand vindt er iets aan.


Hoe zit het met de persbelangstelling?

Tekening van Heike Sofia Villavicencio Rammeloo.

Weinig, maar dat ben ik gewoon geraakt. Zeker als je ziet waar je tegen moet opboksen in deze harde wereld. De vroegere baas van De Eenhoorn, Bart Desmytter, zei ooit: als ik personeel moet aanwerven om met persdossiers bezig te zijn, dan steek ik mijn geld veel liever in mijn boeken. Heeft hij gelijk gekregen of niet? Als ik zie hoe zijn opvolgster het doet, dan ben ik geneigd om te zeggen dat hij gelijk heeft gekregen. Elly (Simoens, uitgeefster) doet dat zeer goed en voelt dat zeer goed aan. Als auteur moet je alles kunnen vertellen aan je uitgever en een uitgever die zijn job goed doet, die geeft je tips. Zij suggereerde ook om met Heike te werken. Ze heeft daar een neus voor. De Eenhoorn bestaat na al die jaren nog altijd. Als kleine uitgeverij notabene. Maar ze zijn groot geworden door de kwaliteit van hun uitgaven. En dat tegenover de grote concerns. Chapeau!

Ik hoorde net op de radio het nummer ‘Vodka time’ van Urban Trad. Artiesten hebben vaak wat hulpmiddeltjes nodig om geïnspireerd te geraken. Heb je ook een hulpmiddeltje of werk jij puur natuur?

Ik ben puur natuur. Als je teveel hulpmiddeltjes gebruikt word je gedichtenbundel waarschijnlijk geen snoepjesdoos maar iets helemaal anders en voor kinderen is dat misschien niet aan te raden. Ik ben wel een whiskyfanaat maar dat bewaar ik voor na het schrijven.

Dat weten we dan ook weer.

‘In het midden van mezelf woont een elf’ is uitgegeven bij De Eenhoorn, kost 19,95€ en is verkrijgbaar in elke boekhandel.

About the author

Verwant

JOIN THE DISCUSSION