9de Biënnale voor schilderkunst (1): het Roger Raveelmuseum

Voor de 9de editie van de Biënnale voor schilderkunst slaan drie musea uit de Leiestreek met name Roger Raveelmuseum in Machelen, Mudel in Deinze en Dhondt-Dhaenens in Deurle opnieuw de handen in elkaar. Er is geen centraal thema maar de Leiestreek speelt wel een sleutelrol als inspiratiebron voor verschillende generaties kunstenaars. In elk museum wordt dat op een andere manier belicht. De musea hebben hedendaagse kunstenaars gevraagd om met actuele invalshoeken een brug te slaan met werken uit de vaste collectie van de musea. Wat opvalt is dat 2 van de 3 musea (Raveel en Mudel) veel aandacht hebben voor jonge kunstenaars en dat er ook een belangrijke rol is weggelegd voor de positie van vrouwelijke kunstenaars. Die maken ze zichtbaar(der).

In 2023 werd onderzoek gevoerd met de vraag “Hoe kijken Vlamingen naar kunst?”. 66% van de ondervraagden vindt dat kunst bijdraagt tot maatschappelijke verbinden. 69% vindt dat het helpt anders te denken. 46% vindt het cruciaal voor een gezonde samenleving en 36% noemt het minstens zo belangrijk als zorg, economie of onderwijs. Redenen genoeg dus voor een bezoek aan de Biënnale.

Vogelschrik

Starten doen we in het Roger Raveelmuseum dat dit jaar zijn 25ste verjaardag viert. Het is een zonovergoten dag en onze verwachtingen worden ingelost. Het kernwerk van deze tento hangt in de inkomhal en is ook als sculptuur te zien: ‘Vogelschrik van het museum’ van Roger Raveel (foto bovenaan). De toon is meteen gezet. Curator Melanie Deboutte bracht tien kunstenaars uit binnen- en buitenland samen die zich een jaar lang hebben laten inspireren door het werk en het leven van Raveel en “zijn” dorp vanuit hun eigen discipline: conceptueel, sculpturaal of ruimtelijk via een installatie maar niet vanuit de schilderkunst. Raveel is en moest de enige schilder van dit gezelschap zijn. Sommige kunstenaars trekken daarvoor op een erg geslaagde manier buiten de muren van het museum: in de tuin, de voortuin en het Zulma Denijs-pad langs het museum.

De titel van de tento is ontleend aan een sculptuur uit 1978. In een oude houten ton prijkt een tak waar een beschilderd vierkante spiegel aan bengelt. Deze ‘vogelverschrikker’ is een gekend beeld op het platteland. De vraag is: wie of wat wilde Raveel verjagen? Elitaire kunstsnobs (waar hij sowieso geen al te hoge dunk van had) of het brede publiek? Het is een retorische vraag: wie zich verjaagd voelt, is degene die zichzelf niet thuis voelt in Raveels bengelende spiegel.

De tien kunstenaars lieten zich zonder uitzondering inspireren tot het maken van nieuw werk. Het resultaat is heel divers en dus boeiend voor de bezoeker. Kasper De Vos maakte een betonnen knotwilg tussen 4 echte knotwilgen in de tuin van het museum. Een knipoog naar Raveel en naar de boomsoort die vaak voorkomt in landelijke gebieden zoals ook in deze streek. Onder de titel ‘Seizoensarbeid’ sculpteerde De Vos op een bijzonder knappe manier bundels asperges uit de takken van de knotwilg.

Activisme en Raveeliaanse truukjes

Leander Schönweger (Ita) startte met exposeren in 2014 en heeft al een drukke expositieweg afgelegd. Hij vertrekt vanuit Raveels werk ‘Neerhof met levende duif’ uit 1962. In de ruimte stelt Schönweger kooien van verschillende formaten op. De kooi fascineert hem al jaren. De opstelling krijgt iets architecturaals. Je voelt bijna fysiek het beklemmende en claustrofobische en het feit dat de mens controle en manipulatie krijgt over gekooide dieren. Wat naadloos aansluit bij het activisme van Raveel. Diezelfde insteek vind je ook terug in het werk van Filip Van Dingenen die aan de slag ging met de traditie van de vinkenzetting.

Ook Maud Gourdon (Fra) grijpt terug naar een activistisch moment van Raveel toen hij in 1971 vier beschilderde houten zwanen liet dobberen op de Brugse reien. Voor Raveel een poëtisch tafereel maar “fake news” verschoof de aandacht naar de vervuilde reien en dat was niet naar de zin van de publieke opinie en het stadsbestuur die de zwanen liet verwijderen. Raveel verzette zich tot tweemaal toe tegen het weerwerk van het Brugse stadsbestuur en liet zijn zwanen evenveel keren terug te water. De correspondentie tussen Raveel en het stadsbestuur krijg je te lezen. Het verhaal achter het werk van Gourdon is te lezen op de muur en is al even hallucinant in dit Trump-tijdperk. Maar “haar” zwanen met een knipoog naar het gaas dat Raveel ook vaak in zijn werken gebruikte en de cd’s met hun spiegelend effect (ook dienstig bij vogelverschrikkers op de akkers) doen heel erg Raveeliaans aan.

Ode aan Zulma, muze en manager avant la lettre

Op de 1ste verdieping is er terecht veel aandacht voor Zulma, echtgenote van Raveel én manager avant la lettre. Dat brengt ons naar enkele leuke spitsvondige werken vanSophie Nys en Juan Pablo Plazas. Sophie Nys brengt een hele mooie hommage aan Zulma. Dat doet ze door twee paletten kartonnen dozen neer te zetten met in totaal 2.500 flessen jenever van Filliers. Dat refereert naar het drankenhandeltje dat Zulma overnam van de moeder van Raveel. Er moest namelijk brood op de planken komen om Roger te kunnen laten schilderen en tout court om in hun levensonderhoud te voorzien. Die 2.500 flessen vertegenwoordigen de waarde van het schilderij van Zulma dat naast de paletten aan de muur hangt. Hiermee maakt Sophie Nys Zulma meer zichtbaar.

Ook haar twee andere opstellingen zijn knap werk. Aan de muur hangt een door Raveel geschilderd portret van Hugo Claus. Claus was vriend aan huis. Claus kijkt uit op een klein venstertje. Aan de buitenkant van dat venstertje, aan de buitenmuur van het museum dus, heeft ze een soortement podium geplaatst. Als je vanop dat “podium” door het venster kijkt, staar je recht in de blauwe ogen van Hugo Claus.

Sophie Nys zorgt hier voor een dubbel gelaagd introspectiemoment. Claus schreef ‘Het verdriet van België’ waarin de collaboratie sterk aan bod kwam. Anderzijds betrekt ze het ook op de film ‘The Zone of interest’ uit 2023 van Jonathan Glazer dat zich afspeelt in een luxe-villa die paalt aan de betonnen buitenmuur van concentratiekamp Auschwitz. In de villa woonde de kampcommandant Rudolf Höss met zijn gezin. Terwijl de rook van de gaskamers zichtbaar en de executieschoten hoorbaar waren leefde het gezin er alsof er niks aan de hand was. Dat en de betonnen platen die ook veelvuldig in het werk van Raveel te zien zijn komen allemaal samen in dit werk. En het zogenaamde podium is tegelijk een schavot want een copie van de constructie waarop de kampcommandant later werd opgehangen in “zijn” Auschwitz. 

De Columbiaanse kunstenaar Juan Pablo Plazas pakt uit met een Raveeliaanse truuk: middels een spiegel op het dak van de inkomhall kan je over het muurtje van buurman/conciërge Luc Levrau kijken waar je een dubbelportret van Zulma en Raveel in de vorm van een betonnen sculptuur kan zien staan. Dat kijken doe je als je in de voetafdruk staat die Juan maakte van Luc Levrau (schoenmaat 45). Knappe vondst!

Marina Pinsky (Ru) maakte een enorme muurschildering in het blauw die onmiddellijk de betonnen muren oproepen uit Raveels werk, inclusief de onafscheidelijke paaltjes. Aan alles merk je dat de kunstenaars het werk en de ideeën van Raveel goed begrijpen, goed aanvoelen en er op een originele manier op inpikken. Prikkelt deze tentoonstelling? Jazeker. Je voelt betrokkenheid en verbinding. Roger Raveel is actueler dan ooit. Dat heeft deze jonge ‘kunstbende’ goed begrepen. Het maakt het museum relevanter dan ooit.

Het museum sluit van februari 2025 tot en met eind juni 2025 om zich aan te passen aan de moderne (klimatologische) noden van een museum. Benieuwd wat de toekomst brengen zal.

Curator Melanie Deboutte

De musea haalden bij de twee vorige edities in 2020 en 2022 elk gemiddeld tussen 6.000 en 10.000 bezoekers. De verwachting voor deze editie ligt in dezelfde grootorde.

Deze Biënnale moet zich in het gigantisch overladen kunstaanbod een plaats weten te zoeken tussen de verschillende blockbusters en dat zijn er nogal wat dit jaar. Dat moeten ze doen zonder echt grote of klinkende namen op de affiche. Het zijn bovendien geen musea die hoog op de bucketlijst prijken van de busladingen Amerikaanse, Aziatische en Japanse toeristen. En toch slagen ze erin. Ook in de communicatie en de inhoudelijk interessante brochure.

In 2026 vindt de jubileumeditie plaats. Hoe kan je deze formule fris houden en hoe lang kan je deze formule überhaupt nog brengen? Dat bracht ons ertoe om de curatoren voor een dilemma te plaatsen. Stel dat er voor de volgende editie een twist is: je moet aan de slag met de collectie van één van de andere musea. Welke collectie kies je en waarom? Zonder uitzondering vonden ze het een moeilijke vraag maar ze mochten helaas geen joker inzetten. 

Mudel Deinze of MDD in Deurle? Melanie Deboutte (Roger Raveelmuseum): “Ze hebben elk hun eigenheid en een eigen gebouw. Het Mudel heeft een groter gebouw en een rijkere collectie waardoor ze veel aspecten kunnen bieden bij het bezoek aan een tentoonstelling zoals de vaste collectie maar ik zou dan toch kiezen voor MDD. Alleen al omwille van het gebouw dat compacter is. Daar kan je een ander soort tentoonstelling maken. Maar evenzeer omwille van de buitenruimte en de geschiedenis van het gebouw.”

Practische info

De Biënnale is te zien tot 06.10.2024. Meer info: www.rogerraveelmuseum.be

Elke eerste zondag van de maand om 11u00 organiseren de drie musea een instaprondleiding. Deelnameprijs: 5€ excl. uw ticket voor de tento. Inschrijven kan u via hun respectievelijke websites. 

Je kan ook kiezen om via een fietstocht de drie musea te bezoeken. Ze liggen op amper 13 kilometer van elkaar verwijderd. Via het knooppuntennetwerk fiets je 32 kilometer langs schilderachtige paden in de Leiestreek. Je kan de route raadplegen via de website www.biennalevandeschilderkunst.be

Wordt vervolgd met deel 2: het Mudel-museum in Deinze.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar