Kunstresidenties: het verhaal over een innerlijke wereld waartoe we geen toegang hebben

Woensdag 02 augustus 2023. Die dag start deze reportage want sindsdien heeft Woning Van Wassenhove in Deurle mij niet meer losgelaten. Die dag verschenen krantenartikels met de titel “Welke schrijver nestelt zich in Woning van Wassenhove?”. Het was een oproep van het Museum voor hedendaagse kunst Dhondt-Dhaenens uit Deurle bij Gent dat de villa als residentie ter beschikking stelde. In januari 2024 mag hij/zij één maand lang de Woning als inspiratieplek gebruiken. Iedereen ouder dan 18 jaar mocht zich kandidaat stellen. Als voorwaarde werd gesteld dat de resident in de loop van het jaar 2024 een publiek moment moet organiseren zoals een lezing, een performance, publicatie of presentatie om te tonen/delen waar hij/zij tijdens het verblijf in de villa aan gewerkt heeft. Kandidaten konden zich inschrijven tot 15 september.

Residentie-projecten. Het spreekt al héél lang tot mijn verbeelding. Tientallen jaren. En het blijft mij intrigeren. Het verlangen om het ooit zelf eens te doen of er deel van uit te maken wurmt zich als een houtworm in hout meer en meer in mijn hoofd. Al die jaren ben ik gezond jaloers op kunstenaars die zich kort of lang terugtrekken, sommigen in pure quarantaine, op zoek naar inspiratie. Ik wil dat gevoel voelen, vastnemen en ontginnen. Vandaar wellicht dat ik ook zo gefascineerd ben door Tibetaanse monniken die in sommige gevallen zelfs tot drie jaar lang in afzondering gaan om te mediteren. Of nog langer en in onherbergzame streken. Als kleine jongen was ik verslingerd aan de tv-serie ‘Kung Fu’ met David Carradine in de hoofdrol en zijn leermeester met lange witte haren die de ene na de andere wijsheid debiteerde. Op dat vlak had de coronapandemie aan mij een medestander. Die zaligmakende rust die zich van mij meester maakte valt met geen pen te beschrijven.

Dichter Leonard Nolens trekt zich het grootste deel van de dag terug in zijn tuinhuis. De Nederlandse schrijver Maarten Biesheuvel richtte een kamer in zijn houten huis in als werkplek en schreef er zelfs een boek over: “Reis door mijn kamer”. Waarom zou je verlangen om te gaan reizen als jouw grootste vrijheid zich bevindt in een ruimte van een paar vierkante meter? Zijn collega-schrijver Maarten ’t Hart had “een zaal van een kamer, daar zou ik me niet in thuis voelen” zei Biesheuvel. Ik begrijp wat hij wil zeggen. De meeste mensen zouden misschien ten prooi vallen aan paniekaanvallen, anderen  schizofrene trekjes krijgen en toch, toch word je je nergens zo bewust van je eigen nietigheid als in een kleine ruimte. Onlangs zag ik in een televisiedocumentaire hoe klein de cel was waar Nelson Mandela jarenlang in opgesloten zat. Als hij zich languit neerlegde op de grond met zijn hoofd tegen de muur, dan kon hij met zijn voeten de tegenovergelegen muur aanraken. In die ellendige ruimte (“ruim” is hier echt niet op zijn plaats) die veel weg had van een isoleercel, kon hij zijn verwoestende haat transformeren in mededogen. Straf werk!

Ik heb een sterke gewoonte-energie, en dan bedoel ik in deze context mijn eigen kamer. Maar ik zou die gehechtheid wel moeiteloos kunnen loslaten als ik terecht kan in een “echte” residentie. Bij voorkeur een verblijf in een bos -badend in de immens krachtige energie van de natuur- maar evengoed in een drukke (buitenlandse) stad. Ofschoon ik vrees dat de talrijke verleidingen van zo’n stad weinig diepgang in mijn denkwerk zouden teweegbrengen. In een stad sta je altijd ààn. Is het niet vreemd dat men “inspiratieplekken” bijna altijd associeert met stilte-plekken? Ik ben tot mijn spijt helaas (nog) geen ervaringsdeskundige behalve dat ik ook erg van stilte houd. Vele jaren geleden werkte ik op een krantenredactie. De luidruchtige sfeer had iets bruisends maar maakte het mij niet altijd mogelijk om geconcentreerd te werken. De tactiek was om zo in je “zone” te gaan zitten, dat je je echt van alles en iedereen kon afsluiten. Dat heerlijke gevoel krijg ik in mijn bureau als ik echt opga in het schrijven, zoals nu. Dan moet ik denken aan wat schrijfster Saskia De Coster vorig jaar deed. Zij zonderde zich een maand lang af in een glazen box in het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen. Met enkel een tafel, een stoel, een matras en een zitzak. Een stapel boeken was haar enige gezelschap. Doel: haar boek afwerken. ‘s Nachts kon ze in het museum rondlopen. Ze woonde er dus. Niet praten, geen telefoon noch sociale media. Stilte. In gezegend gezelschap van o.m. de ‘Madonna’ van Fouquet en werken van Luc Tuymans, Rubens, Rodin, Emile Claus, Ensor e.v.a. Man, man, man, wat was ik gezond jaloers. Vanuit haar box kon ze de bezoekers spotten. Het museumpersoneel had de opdracht gekregen om haar professioneel te negeren. Als ze iets nodig had werden er briefjes uitgewisseld. Een schrijver als levend kunstwerk. Publiek kluizenaarschap. Ze was niet aan haar proefstuk toe. Integendeel, ze zoekt regelmatig haar toevlucht tot een residentie. In De Standaard op 23.02.2019 liet ze optekenen: “Schrijven -of kunst maken- helpt om grip te houden op de wereld. Het zit hem ook vaak in het doèn. Dat ervaarde ik twee jaar geleden in Watou, waar ik een huisje volschreef, bezeten bijna. Niet keurig. Daar houd ik van.”

Conclusie: Je zou denken dat enkel mensen die lijden aan selectief mutisme (schrik om te praten) vrolijk worden bij het vooruitzicht van vrijwillige afzondering. Niets is minder waar. Wat is er mooier dan een residentieplekje, hoe groot of hoe klein of hoe kaal aangekleed ook, waar ontelbare ongerealiseerde gedachten en plannen tot perspectief komen. Waar “angsten en verlangens op elkaar kunnen botsen, los van een onmiddellijk oordeel”, aldus Saskia De Coster. Met andere woorden: kunst is een manier om de gekte te bedwingen en te bezweren. Je hebt kunstenaars die maar ergens naar hoeven te kijken om hun gedachtenstroom op gang te laten komen, anderen turen uren-of dagenlang naar de muren of krimpen ineen omdat ze vrezen voor een writers’ block. Dat zal Kamagurka nooit overkomen. Al meer dan een halve eeuw is zijn inspiratie onuitputtelijk, staat hij nooit droog.

The universe inside your head is wider than the skies above.

Enkele jaren geleden kreeg ik een boek als verjaardagsgeschenk. Althans, daar leek het op. Ik keek verbaasd toen ik zag dat het enkel uit blanco bladzijden bestond. Tot de titel op de kaft alles duidelijk maakte: “The universe inside your head is wider than the skies above”. Nooit gedacht dat ik X-aantal jaren later de inval kreeg om het als toepasselijke (tussen)titel voor een artikel te gebruiken want toepasselijk is het wel.

Terug naar de residentie. Wie zou zich zoal kandidaat stellen en vooral: waarom en met welk project?

Francesca Hawker.

Op 20 oktober 2023 werd de naam bekend gemaakt van de kunstenaar die één maand mag resideren: Francesca Hawker. Gekozen uit 250 kandidaturen. Een voor mij onbekende naam, slechts insiders weten wellicht over wie het gaat. Vluchtig opzoekingswerk op het internet maakt mij niet veel wijzer. Het vraagt zelfs enige volharding om iets over haar te achterhalen. Er zijn weinig sporen die naar Francesca leiden. De gevonden info is te summier om een beeld te kunnen krijgen van haar werk. Geen boeken, geen films, geen beelden van kunstwerken, geen recensies, slechts één interview die naam waardig. Ze is een Britse kunstenares van 31 jaar die afwisselend in Brussel en Londen woont. In coronajaar 2020 behaalde ze haar diploma aan het Dutch Art Institute. Ze beoefent volgens het persbericht diverse kunstvormen zoals performance, poëzie, installaties, muziek, self-publishing en comedy. Zeer uiteenlopend. Haar werk draait vaak om thema’s als mislukking, vriendschap en gedeelde fantasieën. Daar moeten we het dus mee doen.

Mijn fascinatie voor deze specifieke residentie betreft niet alleen de toekomstige bewoner maar ook het gebouw zelf. Dat trok in 2019 mijn aandacht toen er een overlijdensbericht verscheen van Juliaan Lampens (1926-2019), de architect van het gebouw die op 93-jarige leeftijd overleed. Foto’s van de woning lieten er geen twijfel over bestaan, dit was een bijzonder ontwerp. Dat ziet een klein kind. Een zeer eigenzinnig strak modernistisch betonnen gebouw, ook wel brutalisme genoemd. De bouwaanvraag werd ingediend in 1970. Vier jaar later was het voltooid. Bij zijn overlijden gaf hij het gebouw als legaat aan de Universiteit Gent die het op zijn beurt in langdurig beheer gaf aan het Museum Dhondt-Dhaenens. Sinds 2015 starten UGent & MDD met het uitschrijven van residenties.

Lampens bewijst volgens kenners dat beton subtiel, tactiel én poëtisch kan zijn. Diezelfde kenners zeggen dat termen als “brutalisme” een ongelukkige en oneerbiedige term is voor wat zij “pure finesse” noemen. Conventioneel is het geenszins. Van buitenaf bekeken heeft het iets bunkerachtigs. Uit foto’s en beschrijvingen -ik bezocht het nog nooit, bewust- merk je op dat het binnenin wordt gekenmerkt door vreemde hoeken en kanten en alle woonfuncties/kamers in elkaar overlopen. Eén open ruimte. Er zijn dus geen aparte kamers. Met slechts twee grote panoramische vensters die uitgeven op de natuur. Bijzonder détail: de vader van Juliaan Lampens was schrijnwerker en maakte de houten vloer van de -ook al- iconische Gentse wielerpiste ’t Kuipke. In het huis ligt dezelfde vloer. Bruin en grijs zijn de twee tinten. De vraag is: kan je deze woning omschrijven als een goede en functionele kunstenaarsresidentie? Welk soort werk kan dit voortbrengen? Intimistisch werk of eerder “bruut” en onversneden werk?

“Art is what makes life more interesting than art” (Robert Filliou)

27.03.2019: Het Laatste Nieuws berichtte dat de woning als Airbnb kan gehuurd worden. Prijs: 500€ voor twee nachten. Er is plaats voor twee personen.

Op 04.08.2021 haalt Woning Van Wassenhove opnieuw de media. Een internationaal team, bestaande uit 3 architecten, 3 journalisten en 2 designers gingen voor de New York Times op zoek naar de 25 meest opvallende gebouwen die na WOII zijn gebouwd. In die lijst staat één Belgisch gebouw, op plaats 15. Dat van Juliaan Lampens. In 2018 werd het beschermd door de Vlaamse overheid. In 2023 wijdden zowel De Morgen als HLN (in de videoreeks ‘Extreme huizen’) aandacht aan het bouwwerk.

Dagboeknotities

In mijn dagboeknotities staat op vrijdag 15.12.2023: “Morgen sluit de tentoonstelling ‘The absence of Mark Manders’ in Woning Van Wassenhove. Je kon het huis bezoeken tussen 20 september en 17 december. Ook deze tento heb ik bewust niet bezocht. Op internet zag ik dat Manders verschillende van zijn werken heeft opgesteld in het huis. Op één werk na vond ik het geen toegevoegde waarde hebben”, aangevuld met “@Francesca: wie ben jij? We weten zo weinig over jou. Bekendheid was geen criterium van de jury om een artiest te selecteren. De jury zegt “onder de indruk te zijn geweest van het geestige en verrassende schrijven en projectvoorstel en de wijze waarop dit ingebed is in haar praktijk. Zonder direct in te gaan op de context van de Woning, getuigt het van een scherp bewustzijn ervan”. Nou, wie A zegt moet dan ook B zeggen, denk ik dan. Maar met die cryptische omschrijving moeten we het alweer doen.”

Ik vraag de persdienst van MDD of de inhoud en doel van het project waar ze zo van onder de indruk zijn, willen delen met de buitenwereld. Want we willen toch graag iets wijzer worden gemaakt. De goegemeente zou het anders verwoorden: “wij willen graag weten wat er met ons belastingsgeld gebeurd”. Maar het verslag wordt nooit gedeeld.

Zaterdag 16.12.2023: “Even praktisch: zou FH een soort van lijstje hebben gemaakt van bv. kledij en voeding die ze meeneemt naar ‘Het Huis’? Of gaat ze in de buurt winkelen. Daar zullen de museummedewerkers haar vast en zeker wel bij helpen. Hoeveel valiezen? Komt ze met de wagen of met het O.V.? Heeft ze de woning ooit al bezocht? Wanneer? Eénmaal of meermaals? Welke eerste indruk maakte het huis op haar? Nog één week en het is kerstmis. Op 31.12.2023 om middernacht weet FH dat haar nog enkele uren scheiden van haar intreden in Woning VW. Geen tijd meer om achterom te kijken. Neemt ze haar fles bubbels mee om de start van de residentie te vieren? Hoeveel pennen, potloden, notitieschriftjes (grote? kleine? blanco of met lijntjes of ruitjes?), gommen, verf enz. neemt ze mee? Zit de oorlog in Oekraïne en Gaza onder haar huid en neemt ze die mee? “

Zondag 17.12.2023: “Na een grijze week worden we vandaag getrakteerd op een zonnige dag. Je zal als artiest maar een maand in een residentie zitten en driekwart van de tijd in een weerkundig kleurloos bestaan terechtkomen. Dat moet toch sporen nalaten? Of gaat FH “zitten” om het negatieve gevoel om te zetten in een neutraal gevoel en neutrale gedachten? De eigen geest is zeer krachtig. Zowel in positieve als in negatieve zin. Een goede raad: blijf in elke modderpoel de lotus zien. Want als je de modder weggooit, verlies je ook de lotusbloem. Dat is de sleutel. Ik besluit de communicatiedienst van het museum te mailen met de vraag of ze interviews hebben met FH want ik wilde wel meer te weten komen over haar werk. Ik vond er namelijk maar één terug op het internet.”

Maandag 18.12.2023: “Ik word gebeld door iemand met een rustige, aangename stem. Het is Rik Vannevel, communicatieverantwoordelijke van het museum. Hij zegt zijn best te doen om mij deze week nog wat extra info te bezorgen. Ik verneem dat het museum om de twee jaar een residentie organiseert, telkens rond een ander thema. Twee jaar geleden draaide het rond architectuur. Dit jaar selecteerden ze voor het eerst een artiest die een denk- en/of schrijfproces wil uitwerken. Het budget is te beperkt om meerdere residenties te organiseren. Ik informeer bij Rik naar de grootorde van het budget maar dat antwoord moet hij mij schuldig blijven. FH zou het volgens hem zelfs leuk vinden als ze tijdens haar verblijf geïnterviewd zou worden. Dat had ik niet meteen verwacht. Hij leek mij zeker van zijn stuk. Ik wilde niet veel verklappen maar zei Rik dat ik het wel tof vond, dat ik erover ging nadenken maar dat ik één ding wilde vermijden: fysiek contact. Via beeldtelefonie (zoom) achtte ik nog contact mogelijk maar ook daar wilde ik nog wel eens over nadenken. Want dan ga je toch op de één of andere manier oordelen, dingen afleiden uit de fysiek, de stem. Of dat wel een goed idee is? Hoe langer ik erover nadenk, hoe groter de twijfel. Mijn hart deed daarnet een sprongetje maar dat is nu weer even helemaal anders. Mailcorrespondentie lijkt mij het beste -zoals we decennia geleden brieven schreven naar elkaar. In ieder geval niet laten blijken dat ik lyrisch ben over mensen die in residentie zitten.”

Zondag 24.12.2023 tot zaterdag 31.12.2023: “Een week waarin we het liefst vertragen, verstillen en als het even kan resetten. Uitstelgedrag vertonen, comfort opzoeken en uitbuiken. Toevallig las ik deze week in een artikel dat de Engelsen het stukje niemandsland tussen kerstmis en nieuwjaar ‘Twixmas’ noemen. De journalist in kwestie vindt het nogal steriel klinken. Voor mij zit er een suikerrandje aan. Maar het punt is dat we na zo’n week terug aan het werk moeten. Met welk gemoed ga je als kunstenaar je residentiewoning binnen? Terwijl wij de feestdis achter de kiezen hebben vraag ik mij af of haar nakend vertrek naar de woning de feestvreugde onderdrukt of net voor een adrenalinestoot zorgt?”

Dinsdag 26.12.2023: “Ik kan mij niet meer bedwingen. Mijn echtgenote had een afspraak bij de parodontologe. Haar praktijk ligt in vogelvlucht op amper 500m van de residentiewoning. Ik besluit haar iets vroeger te brengen opdat ik nog net de tijd zou hebben om een afslag te maken naar de Brakelstraat. In het voorbijrijden werp ik een vluchtige blik op het huis. Tegen alle verwachtingen in staat het  goed zichtbaar en dicht bij de straatkant op een eerder klein stuk grond. De tuin geeft de indruk er verwilderd bij te liggen. De ramen aan de linkerkant van het huis kijken uit op een haag die de tuin scheidt met die van de buren. De ramen aan de rechterkant kijken uit op de tuin. Langer dan 20 seconden duurt mijn stiekeme kijkbeurt niet. Meer hoef ik niet te zien.”

“Het heeft iets van een winters verhaal met een hoog feestdagengehalte. Wie haalt het nu in zijn hoofd om op de eerste dag van een nog maagdelijk nieuw jaar op residentie te gaan? De man met de baard heeft het land inmiddels al lang verlaten, de cadeautjes zijn uitgepakt, allerhande restjes (ook dat zijn sporen) zijn meegegeven met de huisvuilophaling. Kerstversieringen terug ingepakt. December wordt de maand van het evenwicht genoemd. Wat neem je niet meer mee naar volgend jaar? Welke ballast laat je achter? Wat neemt FH niet meer mee? Welke ballast laat FH achter? Ik wil het graag weten. Heeft FH een reflectief ritueel om tabula rasa te maken en vanuit een onbeschreven blad te vertrekken? En januari is de maand van de voornemens. Bovendien valt 01 januari op een maandag. Symbolischer wordt het niet. Experten geven ons de raad mee om één goed voornemen echt uit te voeren en de rest van je voornemens te laten vallen. Daar kan een kater behulpzaam bij zijn. Om snel komaf te maken met de meerkeuze-situaties. Maar bij FH staat alles in het teken van haar ‘proces’. Start haar creatieproces op 01 januari? Of hoe lang is het al bezig? Misschien koppelt ze haar residentie wel aan een digitale detox of gaat ze diëten? Er schiet mij een quote van auteur Ilja Leonard Pfeijffer te binnen: “Zonder probleem heeft een schrijver geen verhaal”.

01.01.2024 om 09u00: “Een ochtendwandeling in de buurt gemaakt. Alles zag en klonk vredig. Vrede op aarde! Eindelijk. Wat een heerlijk gevoel. Eén onverlaat zat voor zijn pc. In De Standaard stond een interview met schrijfster Diane Van Broeckhoven waarvan de titel meteen mijn aandacht trok: “Ik schrijf met zicht op een paar kubieke meter stilte”. Diane woont weliswaar in het centrum van Antwerpen maar op een plek(je) waar ze naar binnen kan keren: het begijnhof. De begijntjes hebben daar de erfenis van een contemplatief leven achtergelaten.”

10.01.2024: Ik surf naar de website van de plaatselijke bibliotheek van Sint-Martens-Latem, de gemeente die er nog steeds prat op gaat een “kunstenaarsdorp” te zijn. Ofschoon er nog maar weinig kunstenaars leven, laat staan dat er sprake zou zijn van een levendige kunstscène, en de Latemse Scholen al lang vervlogen tijd zijn. Het gemeentebestuur gaf enkele jaren geleden onomwonden toe dat ze liever geen hordes toeristenbussen in hun dorp zien omdat het de rust zou verstoren. Maar ik dwaal af. Wat blijkt als ik een reeks zoekopdrachten lanceer op de website van de bib: er is geen enkel boek te vinden over Museum Dhont-Dhaenens!!! Daar valt mijn mond van open. Letterlijk. Hoe krijg je dat uitgelegd? Het museum staat er als sinds 1968. Als het een magere troost mag zijn: ook in de bib van Deinze geen spoor van het museum. Nochtans gaf het museum een collectiecatalogus uit met een selectie van 125 werken die het echtpaar Irma en Jules Dhont-Dhaenens hebben verzameld en bestaan er nog wel meer naslagwerken.

12.01.2024: “Sinds de mail van 18.12.2023 (de residentie van Francesca Hawker is ondertussen bijna halfweg) niks meer vernomen van de communicatiedienst van het Museum noch van Morpho. Ik besluit mijn vragen te herhalen. Ik verstuur mijn mail en krijg vrijwel meteen een reactie. Op mijn vraag wat het budget is en hoeveel procent dit is van hun jaarbudget krijg ik een vraag teruggespeeld: “Waarom wil je dat weten?” Mijn vraag ligt dus gevoelig. Ik zie zoveel verhalen waarvan ik wil dat ze bekend(er) worden. Zoals deze reportage ook tot doel heeft om de lezers een inkijk te geven in een artistiek residentieproject. Dat per slot van rekening met ons belastingsgeld wordt betaald. Rik zegt dat Morpho graag meer wil weten “over de context van het artikel en het medium”. Ik kan de nieuwsgierigheid wel begrijpen maar voel toch wat achterdocht. Nog nooit eerder kregen ze vragen over FH. “Welke onverlaat heeft nu plots interesse in onze artiest?” Mijn naam komt niet voor in hun lijstje met gerenommeerde kunstjournalisten. Ik kan mij voorstellen dat ze op het kantoor van Morpho de vraag stellen of ze hun tijd aan mij moeten verspillen.”

Het museum deed een update op haar website: de residentie is niet ingegaan op 01 januari maar op 04 januari.

18.01.2024: “Opnieuw een update op de website. Het bericht luidt als volgt: “Tijdens haar residentie in Woning Van Wassenhove, werkt Francesca Hawker aan 13 korte teksten. Deze teksten zullen tijdens aankomende diners worden voorgelezen door 13 gasten en dienen ook als basis voor een publieke presentatie later dit jaar. De teksten gaan dieper in op het leven van verschillende personen die verbonden zijn met palingen, waaronder vrienden van de kunstenaar, schrijvers en historische figuren. Hoewel aanvankelijk gepresenteerd als afzonderlijke biografieën of karakterintroducties, tracht Hawker om gedeelde affiniteiten tussen hen in te weven.”

Zelfs deze tekst zorgt niet meteen voor meer duidelijkheid, laat staan een aanknopingspunt.

Wat zou ik nu toch graag over de schouders van FH meekijken of in haar hoofd kruipen als ze probeersels neerpent/maakt, schrapt, uitgomt, inkleurt. Of verschillende soorten palingbereidingen gaat proeven in één van de vele nabijgelegen restaurants. Voorproeven is belangrijk. Gerechten de keuken laten uitgaan zonder proeven is een doodzonde voor een topchef en bij uitbreiding voor elke kok. Je wil/moet immers toch kwaliteit serveren tijdens zo’n publiek moment.

Ik blijf mezelf maar vragen stellen. Het persbericht maakte melding van meer dan 250 ingediende kandidaturen. Ik ben nieuwsgierig naar wie zich allemaal aanmeldde. Ik vraag de lijst op bij de persdienst van MDD. Zij verwijzen tot tweemaal toe door naar Morpho maar ondanks hun belofte nam Morpho geen contact met mij op.

Ik las namelijk dat de selectie van de artiesten in samenwerking verliep met Morpho. Morpho is een op kunstenaars gerichte non-profitorganisatie die residenties opzet en ateliers (te huur) aanbiedt. Ze helpen artiesten in hun artistieke ontwikkeling. Morpho heeft ateliers in beheer in 14 gebouwen in het Antwerpse voor meer dan 200 gebruikers. In samenwerking met andere partners o.w. musea als MDD ondersteunen ze jaarlijks een 20-tal residenten/kunstenaars. Die residenten krijgen financiële, praktische en artistieke steun om hun werk te ontwikkelen. Daarvoor organiseert Morpho wekelijks sessies waarbij de resident in dialoog gaat met en feedback krijgt van een artistiek team en professionele gasten, curatoren enz. Dat gebeurde volgens Rik Vannevel ook tijdens de residentie van FH met een wekelijkse lunch op donderdag. Laurens Otto, de curator die voor het contact zorgde met Morpho, werkt ondertussen niet meer voor MDD. De taken zijn netjes verdeeld: het MDD neemt de communicatie van dit project voor haar rekening, Morpho is ingeschakeld om MDD te ontlasten t.t.z. de inzendingen te beheren en de jury samen te stellen en het open te trekken naar andere partners. FH werkte eerder al eens samen met Morpho in 2020 en 2022. In 2023 deed ze ook een ‘site-specific’-project op de Turnhoutsebaan in Antwerpen i.s.m. Jeannette Slütter. Maar wie zijn die 249 andere kandidaturen?! Die lijst zou ik heel graag eens willen zien. Onder embargo, vanzelfsprekend.

Woning Van Wassenhove (foto: MDD).

Vermoedelijk werd FH midden oktober op de hoogte gebracht van de toewijzing. Sloeg haar hoofd dan al op hol? Maakte ze dan al notities die ze opspaarde om pas in de woning haar script verder uit te werken? Of zag ze de residentiemaand als de finishing touch van haar project? In dat geval denk ik dat de woning nog maar weinig extra pigment kon toevoegen want de cement is dan al gelegd. Of niet? Alleen FH kent het antwoord. Zou FH tijdens haar residentie af en toe wat lossen op sociale media, het publiek een inkijk gunnen? Of is dat not done? Is dat teveel exposure of de afleiding teveel? Of bekijkt FH de woning als een soort van repetitieruimte? Meestal repeteren acteurs zes à acht weken voor een voorstelling. Soms doen ze het anders. Zoals ITA Amsterdam. Over twee jaar maken ze ‘Melancholia’, gebaseerd op het sciencefiction-meesterwerk van filmregisseur Lars von Trier. Nu al deden ze gedurende enkele weken een theatraal vooronderzoek dat ze met een driedaags presentatiemoment afrondden in de schouwburg. Drie exclusieve avonden, waar het publiek bij aanwezig kon zijn. En binnen twee jaar kan iedereen het eindresultaat zien. Boeiend!

Rik Vannevel laat weten dat Francesca bereid is om mijn vragenlijst te beantwoorden. Hij zorgt ervoor dat mijn vragen richting Woning Van Wassenhove vertrekken. Enkele dagen later is de spannende verwachting omgezet in bittere teleurstelling als Rik Vannevel mij de reactie mailt van de residentie-artieste:

Dear Rik,

I will indeed keep you in the loop about upcoming developments!

As for the journalist’s questions, after reading and considering them further, I’ve decided I would prefer not to respond. Partly this is because, without a clear end-point in mind for the piece, I don’t feel able to answer them in a way that makes sense to me. Please pass on my apologies, and I wish him luck with his piece.

All the best,

Fran

(Vertaling: … wat betreft de vragen van de journalist: na ze verder gelezen en overwogen te hebben, heb ik besloten dat ik liever niet wil reageren. Gedeeltelijk komt dit omdat ik, zonder een duidelijk eindpunt voor het stuk in gedachten, niet in staat ben om ze te beantwoorden op een manier die voor mij logisch is. Ik wens hem veel succes met zijn stuk.)

Waarna Rik Vannevel de mail besluit met: “Excuses, ik kan haar uiteraard niet verplichten om dit te doen, hoewel ze had toegestemd.”

Waren mijn vragen te lastig of ligt het gevoelig? Het antwoord roept bij mij spontaan een beeld van stilte op. Een leeg landschap. Is stilte wit of is het zwart?

De overgrote meerderheid van de vragen staan nochtans los van het “eindpunt” en hebben betrekking op de voorbereiding en het verblijf in de residentie en laat dat nu de belangrijkste insteek zijn van deze reportage. Om lezers meer inzicht mee te geven in dit soort van “laboratorium”-situatie(s).  Er blijven nu jammer genoeg zeer veel open vragen of eerder zeer veel vraagtekens in het artikel staan. Dit heb ik nog nooit eerder meegemaakt. Jammer, ook voor MDD en in de eerste plaats voor de geïnteresseerde lezers. Maar het is niet anders.

U heeft als lezer uiteraard wel recht op onze 30 onbeantwoorde vragen (één voor elke dag in de woning) en één bonusvraag aan FH:

  • Vermoedelijk werd je midden oktober op de hoogte gebracht van de goedkeuring van de residentie. Maakte je van dan af aan al notities die je opspaarde om pas in de woning verder uit te werken?
  • Wie zijn tijdens de residentie je contacten met de buitenwereld?
  • Je doet performance, poëzie, installaties, muziek, self-publishing en comedy. Zeer uiteenlopend. Welk genre heeft voor jou iets extra spannends?
  • Wat pookt je verbeelding op? (“Geluk is geen goed materiaal voor dichters”, dixit Robert Walser)
  • Neemt u de oorlog in Oekraïne en Gaza onder uw huid mee?
  • Heb je een muzikale playlist? Zoja, wie staat er op? En kunnen sommige nummers voor een pavlovachtige opwinding en energie zorgen? Zoja, welke nummers?
  • Weet je wat je wil bereiken?
  • Hoe ruikt het huis?
  • Is het huis een behaaglijk decor?
  • Wat zijn de volgende stappen na de residentiemaand?
  • Voelt deze periode aan als een oceaan van bevrijding in de zin van: Eindelijk 1 maand brainstormen!
  • Wat doe jij als het teveel wordt in je hoofd?
  • Wat doe je als je verstand zit te niksen?
  • Kan er tussentijds al iets onthuld worden over wat je precies doet of welke richting het uitgaat?
  • In hoeverre kan de woning ook een beperking zijn? Wie zegt dat de woning altijd voor inspiratie zorgt? Wat maakt dat de woning wel voor de broodnodige ademruimte zorgt?
  • “Het landschap heeft veel invloed op de muziek die je maakt en bedenkt” (de IJslandse groep Monsters and Men over het schrijven van hun bekendste lied ‘Little talks’). Is dat bij u ook zo?
  • Wat zijn je meest gunstige of productiefste werktijden? Hoeveel uren per dag of sta je constant aan?
  • Maak je compromissen? Maak je gebruik van ChatGPT?
  • Maak je gebruik van sociale media? Of is dat de afleiding teveel?
  • Als je een tijdmachine had, zou je in de toekomst willen zien?
  • Kan je echt spreken van een isolement en zoja, hoe groot ervaar je het als isolement?
  • Wat biedt u troost?
  • Wat is uw grootste angst?
  • Wat fascineert je?
  • Welk boek en welke artiest heeft een grote impact (gehad) op u?
  • Vertel je iets aan andere mensen? Schrijvers doen vaak beroep op meelezers. Heb jij “meedenkers” “of “meelezers” om af te toetsen?
  • Wil je veel vertellen of veel tonen?
  • Dilemma: woorden of voorwerpen?
  • Creëer je voor jezelf of voor een publiek?
  • Wat zijn je verwachtingen? Welk belang heeft of krijgt dit residentie-project in uw werk?
  • Om te eindigen met de eventueel later te beantwoorden bonusvraag: hoe voelt het eindresultaat, of het vergaarde materiaal aan? Zat er meer in dan je er hebt uitgehaald? Wat zal het publiek moment worden: een lezing; een performance (en zoja welk soort performance); een uitzending of presentatie?

“Het woord stilte is nog steeds een geluid” (Georges Bataille)

‘Het Huis’ in de Brakelstraat nummer 50 ligt er ondertussen weer verlaten bij. Het bevindt zich exact 4,2 kilometer van mijn woning. Op zeven minuten afstand met de wagen. Waarom ik WVW nog nooit bezocht? Het heeft iets van een tantaluskwelling. Ik geef toe: het krijgt stilaan iets masochistisch. De residentie van FH is misschien wel een kantelpunt. Omdat je het traject/verblijf van een artiest van begin af aan wilt volgen om dan uiteindelijk ook met het resultaat geconfronteerd te worden. Dan pas wil ik graag het huis bezoeken om eventueel te kunnen achterhalen of, hoe, waar en waarom het huis haar artistiek proces heeft geïnspireerd/beïnvloedt. Een zoektocht naar de “sporen”. Evengoed zijn die sporen helemaal niet tastbaar en leidde enkel en alleen de ruimtelijkheid van de woning haar tot inspirerende gedachten/teksten/tekeningen/schilderijen. Wie weet. Misschien blijft het antwoord op die vraag ook beperkt tot een vraagteken.

Ik blijf niettemin hoopvol, Jeroen Brouwers indachtig die schreef: ‘Niets bestaat dat niet iets anders aanraakt’. Op een dag hoop ik de missing link van de palingen te vinden.

Het verhaal over een innerlijke wereld waartoe we geen toegang hebben maar toch het verhaal van “niets naar iets” willen meemaken, krijgt hierdoor een abrupt einde.

Het slotakkoord gun ik aan kunstcriticus Henk van Os die een stuk schreef over het schitterende boek ‘De stilte van het licht, schoonheid en onbehagen in de kunst’ (uitgeverij De Arbeiderspers) van Joost Zwagerman. Puur om de schoonheid van de taal:

‘Muziek als raam op de wereld’, schreef ik, maar het heeft er alle schijn van dat Joost Zwagerman, alvorens op te lossen in de stilte van het meest kleurloze zwart, de gordijnen stevig heeft gesloten, de maatschappij niet langer de moeite van het exploreren waard vond, en ook met zijn eigen stem de van lieverlede zo vereerde stilte niet meer wenste te verstoren. Ten slotte moet hij zich zelfs genoodzaakt hebben gezien om mét de taal, die immers altijd klank is, ook zichzelf overboord te gooien, en om zichzelf in ‘sublieme rust’ tot een heilig en eeuwig zwijgen te brengen. En wij? Wij, of althans ik, ik ben geneigd de stilte te vervloeken, of haar op zijn minst zeer overroepen te vinden, en blijf mijn oor gretig te luisteren leggen aan elk woord, elke pagina en elk essay, over muziek, literatuur, wereld of kunst, dat Joost in de loop van zijn gepast luide, zeer welluidende leven geschreven en gepubliceerd heeft.’

Met deze reportage wilde ik een bescheiden bijdrage leveren aan het onderzoek naar de stilte van residenties. En stil is het gebleven… Ondertussen gaat het leven verder… Inspiratie is ademen. Breathe! Blijf vooral ademen.

Naschrift met een quote van Luc Tuymans: ‘Schilderijen moeten, willen ze effect hebben, de immense intensiteit van stilte hebben, een opgevulde stilte of leegte’. FH heeft een keuze gemaakt. Moét (de) kunst iets? Graag zou ik zeggen. Kunst is op zijn mooist als het iets in beweging zet, wat dat dan ook is. Het zou een stuk verontrustender zijn als kunst ons onverschillig zou laten.

Over Museum Dhondt-Dhaenens

MDD is sinds januari 2024 gesloten voor een tweede renovatieperiode tot aan het begin van de zomer. De renovatie moet het meer dan 50 jaar oude museumgebouw technisch en infrastructureel toekomstbestendig maken.

Museum Dhondt-Dhaenens zal op 30 juni 2024 heropenen met de vernissage van de 9de editie van de Biënnale van de Schilderkunst (tot 06 oktober 2024) i.s.m. het Raveel Museum in Zulte en Mudel (Museum van Deinze en Leiestreek) in Deinze. In drie tentoonstellingen verbindt de Biënnale de historische collecties van de drie musea met het werk van hedendaagse kunstenaars om met actuele invalshoeken de schilderkunst van de voorbije honderd jaar te bevragen. De bijzondere locatie van de Leiestreek speelt op de achtergrond een sleutelrol als inspiratiebron voor generaties van kunstenaars.

Website: www.museumdd.be

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar