Ontdek de Kempen in en rond Herentals

Ontdek Herentals

Toerisme Herentals, Grote Markt 35

Brochures met plan voor een historische stadswandeling en fietsroutes (o.a. de Molenroute’) zijn bij de toeristische dienst gratis te verkrijgen. De stadsbrochure bevat bijzonder uitgebreide toelichtingen over de Lakenhal, de Zandpoort, het Sint-Jozefcollege, de Sint-Waltrudekerk, het Besloten Hof, de Bovenpoort, de stadswallen, de vistrap, het Oud Gasthuis, het kasteel Le Paige, het Sint-Jozefinstituut, het Begijnhof en het Augustijnenklooster. Toerisme Herentals, Grote Markt 35, Herentals.. Open di-vr  9-12 & 13.30-16 uur, za 10-14 uur. In juli en augustus ook open op zondag van 10-14 uur. tel. 014 21 90 88, www.herentals.be, toerisme@herentals.be

De Vest, Poorten, Lakenhal en het Besloten Hof

Dankzij een gunstige centrale ligging werd Herentals in de 14de en 15de eeuw de economische en politieke “hoofdstad” van de Kempen. In Herentals werd laken geproduceerd van bijzonder hoge  kwaliteit. Onder de naam “Arrantales” werd het Herentalse linnen in Antwerpen internationaal verscheept. In de Antwerpse Hoogstraat bestond er zelfs vanaf 1400 een lakenhalle die de export van het Herentalse kwaliteitslaken moest promoten.

Lakenhal met belfort en Boerenkrijgbeeld (foto: Christiane Jennis).

De economische bloei was ook zichtbaar in eigen stad. Van 1380 tot 1420 werd Herentals omwald en voorzien van stadspoorten en in 1430 verbouwde men het stadhuis tot lakenhal. Toen in 1512 een brand de lakenhalle volledig verwoestte bouwden de lakenmakers en wolwevers er in 1534 een volledig nieuwe Lakenhal in Lediaanse zandsteen. Naar voorbeeld met andere rijke steden werd er een 35 meter hoog, achthoekig Belfort in rode Oevelse baksteen met een uivormige spits aan toegevoegd. Voor de zuidgevel staat het Boerenkrijg- monument. Het herinnert aan de Slag bij Herentals. Op 28 oktober 1798 werd door de Franse artillerie 81 huizen volledig verwoest. Er vielen zeker tachtig doden en bijzonder veel gewonden. In totaal vielen er gedurende de 7 weken durende Boerenkrijg aan Vlaamse zijde tussen 7000 en 10.000 slachtoffers.

Sfeerbeeld Besloten Hof (foto: Christiane Jennis).

De Norbertijnenabdij van Tongerlo was van bij haar stichting omstreeks 1130, een dubbelklooster. Rond 1140 besloot het Norbertijnse ordegezag het gemengd klooster te ontdubbelen. De zusters van Tongerlo verhuisden naar de abdijhoeve ‘Ter Eeuwen’ in Broechem en er werd ten behoeve van de nieuwe kloostergemeenschap een kapel gebouwd. In 1270 besliste de orde niet langer vrouwelijke religieuzen te aanvaarden. In 1410 slaagt Abt Jan Geerts van de abdij van Tongerlo er in een nieuwe zustergemeenschap te stichten. Het nieuwe norbertinessenklooster zal onder de naam van ‘Onze-Lieve Vrouwe van het Besloten hof’ in 1411 in het hof van Aert van Craeyenhem worden ingewijd. In 1797 zullen de Nobertinessen door de Franse bezetters uit hun klooster worden verdreven en In 1836 deden de Franciscanessen er hun intrede. In 2017 werd in het Besloten Hof een monument van André Lievens onthuld ter nagedachtenis van 6 jonge weeskinderen die op 15 september 1944 sneuvelden toen een granaat in het klooster ontplofte.

 Begijnenhof werd in 1578 afgebroken

Sfeerbeeld Herentals’ Begijnenhof (foto: Christiane Jennis).

Het eerste begijnhof werd rond 1260 aan de overzijde van de Nete gelegen Nieuwlandt gesticht. Op het einde van de 15de eeuw telde het begijnhof reeds een vijftigtal huizen voor ongeveer 300 begijnen. In tegenstelling met de kloosterzusters legden begijnen geen eeuwige beloften af. Zij konden te allen tijde uittreden en hun eigen bezittingen of verdiensten benutten.

De unieke status van rijke, omwalde en versterkte stad in de Kempen leidde tijdens de Tachtigjarige Oorlog van 1568 tot 1648 tot zware gevolgen voor Herentals. De stad werd ingericht als een garnizoensstad waarbij de soldaten binnen de stadmuren werden ondergebracht. Van 1576 tot 1584 kwam Herentals onder bewind van Willem van Oranje. De stadsomwalling werd naar Nederlands model heringericht, het begijnenhof werd afgebroken en bastions werden toegevoegd om de stadsmuren en poorten beter te verdedigen.   

Sfeerbeeld Herentals’ Begijnenhof (foto: Christiane Jennis).

In 1584 werd de stad terug heroverd door het Spaanse leger en in 1590 kregen de begijnen de toelating voor de aanleg van een nieuw begijnhof. Het werd een deels ommuurd, driehoekig pleinbegijnhof met een vrij centraal gelegen kerk.

Gedurende de Franse overheersing werden de huizen overgedragen naar de toenmalige Commissie van de Burgerlijke Godshuizen (voorloper van de latere COO (1925) en het huidige OCMW (1976). In 1900 leefden er nog 35 begijnen op het nagenoeg ongeschonden begijnhof. In het begin en in de tweede helft van de 20ste eeuw verdwenen er grote gedeelten van het hof ten voordele van schoolcomplexen. Het laatste begijntje overleed in 1979.

Rechtover de centraal gelegen Sint-Catharinakerk staat de infirmerie (n° 13), een praktisch ongewijzigd dubbelhuis van 1715. Het is ingericht als Begijnhofmuseum en is vrij te bezoeken in mei, juni, juli, augustus en september op de eerste zondag van de maand, telkens van 14 tot 17 uur of op aanvraag met een gids via ‘Toerisme Herentals’.

De Begijnhofkerk Sint-Catharina

De Sint-Catharina begijnhofkerk werd opgetrokken tussen 1599 en 1614 met gerecupereerde materialen van het vroegere, door de Nederlanders, afgebroken begijnhof.  

Sfeerbeeld Sint-Catharina begijnhofkerk (foto: Christiane Jennis).

Bij het binnentreden van de kerk vallen meteen de neogotische schilderingen op aan de houten tongewelven en de muren evenals het 19de-eeuwse neogotische hoofdaltaar met koperen sierstukken in marmer en albast. Ook het kerkmeubilair verdient bijzondere aandacht: een vrij zeldzame biechtstoel uit 1634 die is uitgerust met een toiletpot (waarschijnlijk een omgebouwde vroegere houtskoolpot), een meesterlijke preekstoel (1680) met houtsnijwerk van Peter Verbruggen, een laatgotische koperen luchter uit de zestiende eeuw, een  zestiende-eeuwse gekruisigde Christus en diverse gepolychromeerde houten beelden uit de 16de tot de 19de eeuw.

In de hoek naast de biechtstoel bevindt het houten beeld ‘Christus op de Koude Steen’. Een kopie ervan, gekleed in een lange loden mantel, staat opgesteld buiten de kerk in een aedicula (vierkant aanbouwsel) aan de zuid-westelijke hoek. De neogotische gietijzeren afsluiting reserveerde de ruimte voor de begijnen en was geïnstalleerd door August Van Aerschot in 1879.

Sint-Waldetrudiskerk of Bovenkerk

De Sint-Waldetrudiskerk (foto: Christiane Jennis).

De Sint-Waldetrudiskerk, bestaat uit een sobere Brabantse hooggotiek (14de eeuw) met een koor, kooromgang en zijkapellen uit 15de eeuw. In de volksmond ook Bovenkerk genoemd, krijgt zij haar naam naar de eerste kerk of kapel in Herentals, die eigendom was van het kapittel van kanunnikessen van Bergen (Mons). De door de heilige Waudru of Waldetrudis (° einde 7de eeuw) gestichte kloostergemeenschap groeide uit tot een adellijk kapittel dat tot aan het einde van het ancien régime ook bepaalde rechten bezat in Herentals.       

Retabel met de heiligen Crispinus en Crispianus geklasseerd als Vlaams topwerk

Retabel met de patroonheiligen Crispinus en Crispianus (foto: Christiane Jennis).

Het ambacht van de huidevetters (leerlooiers) en de schoenmakers bestelt in omstreeks 1520 bij de befaamde beeldsnijder Passier Borreman een retabel met de patroonheiligen Crispinus en Crispianus. De twee broers, schoenmakers en christelijk diepgelovig, waren gevlucht voor het Romeins terreur naar Soisson. Doch ook hier waren ze niet veilig en werden gearresteerd. Het retabel toont de verschillende martelepisodes tot hun dood. Het retabel is zeer uitzonderlijk niet gepolychromeerd.. Bovendien is het een historisch belangrijk werk en geklasseerd als topwerk.

Hoofdaltaar ‘Vrijkoop van slaven’

Het hoofdaltaar (1778) verwijst naar de Broederschap der H. Drie-eenheid die streefde naar de Vrijkoop van Christene gevangenen of slaven” uit de handen van de Moslims. De kunstenaars Cornelis Kennis en Antoon Vasseur verbeelden het visioen waarin een engel twee slaven beschermt. De bovenzijde van het monumentale retabel wordt begrenst door de symbolische voorstelling van de Drievuldigheid.

Verzameling ruim 60 oude meesters

Sfeerbeeld Sint-Waldetrudiskerk (foto: Christiane Jennis).

De bijzonder artistiek waardevolle kerk heeft een belangrijke verzameling ruim 60 oude meesters. Naast een belangrijke verzameling van een veertiental werken van de Herentalse schildersfamilie Francken, waaronder een aantal triptieken, toont de kerk werken van o.a Jan Cossiers, Maarten De Vos, Arthus de Bruyn, Jacob Jordaens, Claes Cornelisz. Moeyaert, Jan Erasmus Quellin, Hendrik van Balen, Maarten Van Heemskerk, Peter van Lint, Theodoor Van Loon en Jan Wildens. Beeldhouwwerken van o.a Jan Brasseur, Peter Verbruggen de Oude, Nicolaas van der Veken.          

Zeker  vermeldenswaardig zijn het vroeg 15de-eeuws albasten beeldje van H. Catharina in de schatkamer, het 13de-eeuwse doopvond, een gepolychromeerde houten ’Christus op de koude steen’ van een 16de-eeuwse Mechelse beeldhouwer en de prachtige glasramen.

De Sint-Waldetrudiskerk en de Sint-Catharina begijnhofkerk zijn vrij te bezoeken van 1 juni tot 30 september op vrijdag, zaterdag en zondag van 14 tot 17uur of onder begeleiding van een stadsgids.  

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar