Minder is meer – Hoe degrowth de wereld zal redden

We hebben alles te verliezen en een wereld te winnen

“Niets is zo machtig als een vraag. Moeten hoger-inkomsteneconomieën altijd blijven groeien? Voor welk doel?” Deze vraag, zo schrijft Hickel, was het begin van een reis van acht jaar, die leidde tot dit boek.

Het antwoord op die vraag is de reden waarom u dit boek absoluut moet lezen, zeker als u bezorgd bent om wat de mens de aarde aandoet! Hickel verwoordt wat de laatste jaren in de lucht hangt en toch zal u misschien ook regelmatig paf staan van wat u leest. Ik ben namelijk doordrongen van de idee dat economie moet groeien, u misschien ook? 

Als je het voorwoord van Dirk Holemans gelezen hebt, besef je al dat er iets mis is met het bejubelen van de industriële revolutie. De daaruit voortvloeiende rijkdom van het Westen kon enkel bekomen worden “door het leegroven van de rest van de wereld, naast de uitbuiting van de eigen arbeiders”.

Meer is minder

Hickel verdraait zijn boektitel om ons te tonen wat er allemaal fout gaat sinds alle nadruk op “groei” ligt.

Deel 1 is gewijd aan de ecologische crisis en al zijn u en ik ervan overtuigd dat het de verkeerde kant uitgaat, de data die hij presenteert doen toch nog schrikken. De klimaatverandering zet een huiveringwekkende evolutie in gang binnen een systeem waarin alles met elkaar verbonden is en die uiteindelijk zal leiden tot de uitroeiing van alles wat leeft. De kritiek komt vandaag niet alleen van klimatologen. Er is het probleem van de ontbossing, de afbraak van de ozonlaag, het verlies van de biodiversiteit, de oceaanverzuring, stikstof- en fosforbelasting, chemische verontreiniging, gebruik van zoetwater, wijzigingen van landgebruik…

Hij begint met een eenvoudig voorbeeld in zijn inleiding: hij groeide op in Swaziland. Na lange autoritten was het zijn taak de voorgrille schoon te maken. Honderden soorten insecten lagen soms drie lagen dik aangekoekt. Als hij nu een autorit doet in zuidelijk Afrika is de auto bijna schoon. Insectensterfte doet zich overal voor en de gevolgen voor de mens beginnen zich af te tekenen.

Kapitalisme: een scheppingsverhaal

Sinds de 15de-16de eeuw is er een systeem opgedoken waarvan de naam valt op p. 29: het kapitalisme. Moderne mensen zijn zo vertrouwd met de principes van dit economische systeem (eeuwige groei!), dat ze geen kritiek meer hebben op de kringloop van uitbuiten en surplus accumuleren, wat de economie draaiende houdt.

Is iemand zich nog bewust van het feit dat het ineenstorten van het feodale stelsel de boeren een kans gaf om een veel betere samenleving uit te bouwen, totdat de adel, de kerk en de kooplieden samenspanden om de autonomie van de boeren in te dijken? Ze pasten de “enclosure” toe of de toe-eigening van gemeenschappelijke gronden (meenten, commons). Voor de kapitalisten van Europa wierp dit onmiddellijk vruchten af. Ze konden beslag leggen op grote stukken land en bovendien vormden de verpauperde boeren een rijk arsenaal aan goedkope werkkrachten, wat ze rond 1800 goed konden gebruiken toen de industriële revolutie inzette.

Kolonisatie, slavernij, kunstmatige schaarste

Dit zijn drie kernpunten die bijdroegen aan de groei van kapitaal en macht. Als je Hickel leest, wordt de samenhang overduidelijk. Hij legt het beter uit dan ik! Het zijn synoniemen voor pure diefstal.

Maar er is méér! Waar mensen zich eerst ervan bewust waren dat ze een onlosmakelijk deel van de natuur waren en er een intieme relatie mee hadden (animisme),  groeit er met de opkomst van grote culturen, zoals het hindoeïsme, confucianisme, jodendom e.a. een nieuwe manier om naar de wereld te kijken. In Genesis geeft God de heerschappij “over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt” aan de mens en dat idee past na 1500 wonderwel bij de kerk, de koningen en de kapitalisten.

Bacon, Descartes

Deze twee bejubelde figuren waren voorvechters van de exploitatie van de natuur. Bacon: “Wetenschap en technologie zijn instrumenten van overheersing” (p.69). Descartes: “Hij stelde dat er een fundamentele dichotomie bestaat tussen geest en materie. Mensen zijn unieke levende wezens omdat ze een geest (of ziel) hebben: het teken van hun speciale band met God” (p.70)

Eeuwige groei

Elke industrie wil (grote) groei: de farmaceutische (opioïdencrisis), de rundvleesbedrijven, de wapenindustrie, de olie-industrie, de detailhandel… We zijn er zo mee vertrouwd, dat we allemaal denken dat het zo moet. Om het bbp (bruto binnenlands product) te doen stijgen veroorzaakte het neoliberaal beleid een crisis die twee decennia duurde, maar die multinationals recordwinsten bezorgde en het inkomen van de rijkste 1 % met sprongen omhoog deed gaan.

1% van de bevolking

Regelmatig wijst de auteur erop dat het in wezen gaat om 1% van de bevolking De 1% allerrijkste mensen ter wereld sturen de groei aan ten koste van het welzijn van vooral de zuidelijke helft van de wereld en eigenlijk van al wat leeft op aarde. Ze hebben de macht en beheersen – op de achtergrond – de politici.

In plaats van te spreken over “antropoceen”, schrijft Hickel, zou de term”kapitaloceen” beter geschikt zijn: “Het is niet de mensheid die verantwoordelijk is voor de ecologische crisis, maar de kapitalist” (p.249)

Bovendien is er de mondiale materievoetafdruk die verband houdt met die delen van de wereld waar het groei-isme hoogtij viert. Drie grafieken geven een ontnuchterend beeld, waar wij in het rijke westen stil moeten van worden.

Zal technologie de wereld redden?

Lees het boek en leer waarom dit wensdenken is, want ook de vraag naar energie blijft stijgen en dus zal een windmolenpark bv. gedeeltelijk aan het groeiende verbruik kunnen voldoen, zolang we niet bezuinigen op produceren en consumeren. Kernenergie stelt hij in vraag, evenals zonnepanelen en ook windmolens, elektrische auto’s en natuurlijk batterijen. De productie ervan is absoluut niet eco-vriendelijk te noemen, evenmin als het afval.

Dat we met “groene” groei van schone, hernieuwbare energie kunnen voldoen aan de steeds grotere vraag, is dus een andere dwaling. 

Groeiverslaving tegenover menselijk welzijn

In deel 2 suggereert hij oplossingen, telkens onderbouwd met feiten en studies. De allereerste noodzaak om de aarde te redden en een betere leefwereld te bouwen, is ontgroeien of degrowth. Er zal dan inderdaad minder werkgelegenheid zijn, maar waarom willen we 40 uren per week werken? Het is aangetoond dat we met een kortere werkweek gelukkiger zouden zijn en bovendien minder zouden verbruiken. We zouden niet minder verdienen, als de ongelijkheid tussen de lonen zou verminderd worden.

Huisvesting, gezondheidszorg, openbaar vervoer, onderwijs zijn voorbeelden van voorzieningen die (bijna) gratis zouden moeten worden. De privatiseringsgolf moet gestopt worden.

De auteur gebruikt goede en slechte voorbeelden uit de hele wereld, maar toch vooral uit de VS en het VK.

Hij wijdt een apart hoofdstuk aan het systeem van schuld (geld lenen bij een bank) en rente betalen. “Banken scheppen geld uit het niets, wanneer ze het tegoed bijschrijven op jouw rekening. Ze scheppen het door het uit te lenen” (p.205)

Geen doemdenken

Jason Hickel wijst er in het hele boek op dat we het tij nog kunnen doen keren, als we inzien dat het kapitalistische uitgangspunt van groei onze ondergang zal worden. Hij verwijst in zijn dankwoord en in de Noten naar talrijke mensen bij wie hij te rade ging.

Nawoord van Ewald Engelen en Marianne Thieme. Ze zijn beiden van mening dat de bio-industrie moet stoppen en dat ligt helemaal in de lijn van de inhoud van het boek: waarom zouden dieren en zelfs bomen geen rechten hebben, zo stelt Hickel, nu onderzoeken aantonen dat er sprake is van “intelligentie bij planten” (p.235)

Er dringt iets door in het collectief bewustzijn

Intussen lees ik in elke krant, in elk tijdschrift wel één of meerdere artikels die over het onderwerp gaan.

Rezazadeh, een Iraanse schrijfster, zegt in een Knack interview: “We willen succes hebben in plaats van geluk. Het is een soort verslaving die we aan het kapitalisme te danken hebben. Mensen worden niet langer gelukkig van succes, maar verlangen enkel naar meer succes…. Want met het succes komen nieuwe verwachtingen die ervoor zorgen dat het nooit genoeg kan zijn. Het is belangrijk om daartegen in te gaan. Om geluk niet te verwarren met succes”

In dezelfde Knack staat een interview met twee Duitse vrouwen die onroerend goed verkopen in Dubai. De titel luidt: “Wij zitten in een kapitalistische val” Dubai is een kapitalistische wonderwereld, die kan overdonderen omdat “gastarbeiders worden uitgebuit. Zonder hen zou er weinig schitteren in de Emiraten of in het ultra neoliberale Dubai. De heersende elite leeft in een wereld van speciale rechten en regeert met de methoden van een moderne politiestaat. 12 uur per dag werken is normaal. Politieke zeggenschap, vrije verkiezingen, democratie? Niet voor de inwoners van de Emiraten”

Nog in dezelfde Knack in een artikel over sociale woningen: “Daarnaast is het budget voor de infrastructuur rond nieuwe sociale projecten, zoals parkeergelegenheid of een speelpleintje, drastisch ingekrompen” en “Als je op mij stemt, zorg ik dat de geplande sociale woningen er niet komen”.

Allemaal voorbeelden van hoe de meenten of commons van vroeger niet terugkomen en zelfs tegengehouden worden door de politiek, die kapitalistisch denkt, misschien onder invloed van die 1 %.

Nog in dezelfde Knack: neonics zijn een ongelooflijk giftig insecticide dat vooral gebruikt wordt voor de bietenteelt en het hele ecosysteem vergiftigt, zo ontdekten wetenschappers in 2012. Neonicotinaïden of neonics brengen schade toe aan de nuttige insecten en dragen bij aan de enorme achteruitgang van de biodiversiteit” De industrie zette alles op alles om te bewijzen dat het spul niet gevaarlijk is. De bietentelers lobbyde met succes.

Bart Vangansbeke is de nieuwe voorzitter van Natuurpunt. “De economische logica van almaar meer groei is niet houdbaar. Toch blijft ze dominant in de politiek. Maar die groei, om maar iets te zeggen, maken we grotendeels niet zelf. We halen die, onder meer via de grondstoffen uit arme delen van de wereld. Het kolonialisme is nog niet helemaal voorbij”

Een veel gebruikt begrip in het boek is: De commons (van het Engelse commons) zijn hulpbronnen die gebruikt mogen worden door alle leden van een groep of samenleving. Dit kunnen natuurlijke hulpbronnen zijn, zoals historisch een gezamenlijk grondgebied (een meent, brink, gemene gronden) in of bij een dorp, tegenwoordig in overdrachtelijke zin ook (schoon) water en (schone) lucht, maar ook bronnen van informatie, kennis en cultuur, zoals teksten en illustraties. De hulpbronnen kunnen weliswaar in privé-eigendom zijn, maar de eigenaar geeft bepaalde vormen van gebruik vrij, zoals een weidegrond voor begrazing door vee. Onderdeel van de commons kunnen natuurlijke hulpbronnen zijn die door groepen (gemeenschappen, gebruikersgroepen) worden beheerd voor individueel en collectief nut. In 2009 ontving econome Elinor Ostrom samen met Oliver E.Williamson de Nobelprijs voor Economie voor haar analyse van economisch bestuur, in het bijzonder de commons“. Ostrom had aangetoond dat het gezamenlijke gebruik van hulpbronnen lang niet altijd leidt tot overbenutting en uitputting, zoals economen lang hadden aangenomen.

auteur: Jason Hickel, economisch antropoloog

uitgeverij: EPO

isbn: 978 94 6267 281 9

eigen beoordeling: 5 sterren

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar