Wie in vroeger eeuwen hartje Antwerpen binnenkomt of verlaat, moet door één van de vijf poorten van de tien meter hoge muur, de Spaanse omwalling.
‘s Nachts gaan ze voor de veiligheid dicht. Wie extra muros een lief bezoekt moet zich dus reppen om tijdig thuis te zijn. Misschien is de sluiting een goede reden om buiten de stadswallen te overnachten. De Kipdorppoort wordt half zestiende eeuw gebouwd. Het is de invalshoek voor een stadsbezoek voor wie uit Eyendijk komt, nu de Turnhoutsebaan. De naam Kipdorppoort verwijst naar het gehucht Kipdorp dat rond 1300 in de schoot van de stad komt te liggen. Het heeft niets te maken met een kieken; ‘kip’ verwijst wellicht naar een lichte verhoging van een zandrug. Keizer Karel V is opdrachtgever van de Spaanse omwalling, waarvoor de middeleeuwse muur moet sneuvelen. Nu bevinden zich op die plaats de leien.
Een poort als een triomfboog
Een lichte overdrijving? De Kipdorppoort is op zijn zachtst gezegd monumentaal te noemen. Renaissancestijl, friezen, zuilen, leeuwen en krachtig uitziende bossage, typisch bij gebouwen met een verdedigingsfunctie. Niets wijst op slordige steenhouwers; bossage verwijst naar het rustieke, stoere effect dat beoogd wordt met het gebruik van ruwe steen.
Het vijfhoekige bastion dat de muur weerbaarder maakt, verheft zich boven de stadsgracht. De Italiaanse architect Donato di Boni geeft het geheel in al zijn robuustheid toch wat zuiderse zwierigheid mee. Typisch zijn de afgeronde hoeken van de bastions en de stadsmuur met een halve piramide. Deze dode hoek is the go-between tussen de rechte hoek van het fundament en de ronde hoek van de muur. Eigenlijk is het de Achillespees van het complex. De latere volledig rechte hoeken zijn zinvoller bij geschut.
De Kipdorpbrug, 90 meter lang en 7 meter breed, is een ontwerp van architect Gilbert Van Schoonbeke. De man overlijdt op 37-jarige leeftijd en is desalniettemin de drijvende kracht voor de ontwikkeling van niet minder dan één derde van de in de zestiende eeuw ontwikkelde Antwerpse straten.
Een duik in de geschiedenis
De Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) tussen de Nederlanden, onder leiding van Willem van Oranje, en het Spaanse Rijk met Filips II, is in volle gang. Antwerpen heeft nog de Spaanse Furie (1576), met plundering door muitende Spaanse troepen, niet verteerd. De Staten- Generaal hopen op Franse steun om de Spaanse troepen te verjagen. De Franse hertog van Anjou ziet echter ook wel iets in de Koekenstad. Op 17 januari 1583 probeert hij Antwerpen bij verrassing in te nemen via de Kipdorpbrug en zitten de Sinjoren opgescheept met een Franse Furie. Maar de hertog zijn vis braadt niet.
Dappere Antwerpenaren verjagen de Fransen. Rondom de Kipdorppoort liggen de lijken tot op een hoogte van twee meter. Anjou keert met de staart tussen de benen terug. Hiermee is het gedaan met Franse steun voor de Nederlandse opstand tegen Spanje. De weg is vrij voor Alexander Farnese die, met de kin omhoog, in 1585 Antwerpen herovert. De Zuidelijke Nederlanden komen terug onder het bewind van een landvoogd, benoemd door de katholieke Spaanse koning. Protestanten verlaten de stad; van de meer dan 100.000 inwoners schieten er nog 40.000 over. De exodus gaat vooral richting Noordelijke Nederlanden. Het lukt Willem van Oranje niet de eenheid tussen Noord en Zuid te bewaren. De 17 provincies vallen uiteen in twee delen. Wanneer in 1609 het Twaalfjarig Bestand tussen Spanje en de rebellerende Nederlandse gewesten wordt afgekondigd, hopen velen op een hereniging, niet in het minst met familie en vrienden. Maar de tegenstelling inzake godsdienst en de ruzie omwille van de vrije vaart over de Schelde staan een verzoening in de weg. Een tijdelijke scheiding wordt definitief.
De stad barst uit haar ommuring
In de tweede helft van de negentiende eeuw voldoet een omwalling niet langer om zich te verdedigen. Bovendien barst de stad uit haar keurslijf en belet een muur haar ontwikkeling. Vanaf 1864 wordt de versterking afgebroken, althans wat boven de begane grond uitsteekt.
Wanneer in 2006 de tijdelijke brug aan de Franklin Rooseveltplaats na dikke 30 jaar eindelijk tegen de vlakte gaat, komen ook delen van de Kipdorpbrug aan het licht. Het straatniveau van de brug was nagenoeg hetzelfde als het huidige. Opnieuw aanleggen van het Operaplein in 2016 ontbloot nog meer haar verleden. Van het bastion worden de flanken en de bijhorende kazematten (geschutsopstellingruimtes) onderzocht. Men staat oog in oog met schietgaten in de bastionmuur, op de plaats waar ooit kanonnen stonden. Archeologische resten worden tot op een diepte van zeven meter ontdekt. Vondsten in de oude stadsgracht leveren een schat aan informatie op. Schoenzolen, pijpenkopjes, penningen, gespen, een zwaard, knikkers en ander speelgoed belonen het geduld van de onderzoekers. Drenkelingen die, tussen de 16de en de 19de eeuw niet door militaire genietroepen tweemaal per jaar uit de gracht zijn verwijderd, zijn opgelost in de tijd. Vergeten we niet het archeologisch titanenwerk te bejubelen!
Het einde der werken nadert
Het publiek kan op 16 juni 2019 voor een allerlaatste keer van dichtbij de spectaculaire prestatie van ingenieurs, architecten en werklui aanschouwen. Vernieuwing premetrostation Opera, ondergrondse parking, nieuwe autotunnels: het project Noorderlijn.
De tunnels onder het plein doorsnijden de historische Kipdorpbrug en passeren het bastion. Muren van de Spaanse omwalling zijn gerestaureerd in de autotunnels en onder het Operaplein.
Vanuit de autotunnel blijven delen van de brug, het bastion en de stadsmuur zichtbaar. Bovengronds zal enkel lokaal beperkt verkeer en de tram rijden over de archeologische site. Ik spoed me erheen, luister naar het verhaal van de gidsen en neem foto’s. Aanwezigen begrijpen beter dan wie forfait geeft dat er rek zit in de afwerkingsdatum van zo’n gigantisch project. Eerlijk gezegd kunnen velen nog niet goed uit de puzzel die de bouwwerf toch nog is. Het immense zwevende plafond spreekt tot de verbeelding.
‘Il faut le faire,’ zou de hertog van Anjou zeggen of zoals in het Antwerps ‘wa een graaf spel is da!’