De Notre-Dame staat in hartje Parijs op het Île de la Cité, nog altijd. Je kijkt het best in het gelaat van deze eerbiedwaardige dame, gelukkig ongeschonden na de brand van 15 april 2019, vanop het parvis, het plein voor de kathedraal.
Was het uit godsvrucht of om de stad op de wereldkaart van het christendom te zetten dat bisschop Maurice de Sully in 1163 besloot tot de bouw van de kathedraal? De centen kwamen van het bisdom van Parijs en de Franse koningen. Voor de huidige wederopbouw van de verwoeste delen tast, naast de beau monde die kwistig met miljoenen strooit, menig kleine man in zijn portemonnee.
Generaties vaklui hebben steen en hout bewerkt om La Grande Dame een uitstraling te geven die na achthonderdvijftig jaar nog iedereen bewonderend doet opkijken. Zal men voor de herstelling van haar verminkte delen even bekwame steenhouwers, beeldhouwers, timmerlui en glasmakers kunnen rekruteren? Of zullen modernere werkprocédés worden aangewend?
Haar voorgevel, drie portalen rijk, is een Bijbels stripverhaal. Het linkse is gewijd aan Maria met o.a. haar tenhemelopneming. Onder het driehoekige timpaan staat Saint-Denis, patroonheilige van Frankrijk, met het hoofd in de handen.
Het rechtse portaal eert de heilige Anna. Het beeld van haar dochter Maria, met Jezus op schoot, is het oudste van de kathedraal.
Het middelste portaal beeldt het laatste oordeel uit. Een slinkse duivel probeert de balans in zijn voordeel te laten overhellen. Daaronder de twaalf apostelen, blootvoets en allen met baard, behalve Johannes. Maar wie zijn die 28 statige heren boven de portalen? Revolutionairen dachten dat het Franse koningen waren en maakten ze een kopje kleiner. De heethoofden waren fout. Het zijn koningen van Judea. Architect Viollet-le-Duc gaf hen nieuwe hoofden. De originele werden in 1977 per toeval tijdens een verbouwing in de stad ontdekt. Je kan ze nu groeten in Musée de Cluny, museum van middeleeuwse kunst.
Een elegante ‘derrière’
Lopen we een rondje rond de Notre-Dame; eerlijk gezegd is haar achterste verfijnder dan haar ietwat stoere voorgevel. Het zicht op haar derrière is het mooist vanop de kaaien van Linkeroever en het Île Saint-Louis. Luchtbogen, in de loop der eeuwen toegevoegd, ondersteunen op elegante wijze koor en schip. Alsof armen symbolisch de eeuwenoude dame liefdevol ondersteunen. Men drukt zich wel meer uit in antropomorfische termen wanneer het deze kathedraal betreft. Vooral nu ze gekwetst is, dicht men haar menselijke eigenschappen toe. De brand en haar gedeeltelijke vernietiging voelen bij velen dan ook aan alsof een familielid iets is overkomen. De Notre-Dame heeft haar kwetsbaarheid getoond. Het Noordelijk roosvenster, gewijd aan het Oude Testament en het Zuidelijke, dat het Nieuwe Testament etaleert, hebben na de bluswerken standgehouden. Maar in welke staat? Specialisten hebben er een kluif aan.
Wonderbaarlijke redding
Bij miraculeus toevalwerden vier dagen voor de brand de twaalf apostelen en vier evangelisten van het dak gehesen omdat zij aan een onderhoudsbeurt toe zijn. Het was hun redding. Voorbijgangers stonden vol respect de werkzaamheden te volgen.
Wie op de noodlottige avond van 15 april toekijkt, voelt zich verweesd. Ook de als monsters vermomde waterspuwers, die ervoor zorgen dat regenwater niet langs de gevels stroomt, begrijpen niet wat er gebeurt. Eerst de immense hitte, dan een tsunami bluswater waarbij ze niet langer kunnen slikken. Blusvliegtuigen inzetten zoals president Trump twittert? Vooreerst bevinden die vliegtuigen zich in het zuiden van het land en bovendien kan de enorme kracht van waterlozing de structuur van de kathedraal extra beschadigen. Om maar niet te spreken van eventuele menselijke slachtoffers bij het loslaten van zoveel water in een dichtbevolkt gebied.
Om 18.20 uur is een alarm hoorbaar, vijf minuten na aanvang van de kerkdienst. Tien minuten later neemt de ongerustheid toe. De kerk wordt ontruimd. Brandweer verwittigd. Om 18.50 uur: rookontwikkeling en vuur tussen de hanenbalken. De vlam zit in het dak, rook stijgt op uit de flèche. Een deel van de pompiers en politie brengt zoveel mogelijk bedreigde kunstschatten in veiligheid. Burgemeester Annie Hidalgo zorgt dat ze, als tussenstap naar het Louvre, veilig worden opgeborgen in het vlakbije Hôtel de Ville. Ondertussen zijn tot ver in het rond dikke, zwarte rookwolken te zien. Wie het ziet, denkt niet aan het ondenkbare. Het dak staat in lichterlaaie.
Een woud van kurkdroge balken, naar schatting 1.300 volwassen eiken, la fôret, het woud, is een gretige prooi. De poorten van de hel opengegooid midden de Goede Week. Ingewijden die de Oude Dame intiem kennen, weten dat de vuurzee het majestueuze gebinte zal verslinden. Rond 20 uur stort het elegante vlieringtorentje van Viollet-le-Duc naar beneden; velen denken aan een andere ramp anno 2001.
Een drone van de politie geeft een beeld van de ramp; de vuurhaard in de vorm van een brandend kruis. De brandweer probeert alvast de torens te beschermen. President Macron kijkt ernaar, de tranen in de ogen. Hij spreekt zijn compatriotes toe met gebroken stem en belooft meteen restauratie van de Notre-Dame. Mensen zingen en bidden. De natie voelt zich geamputeerd. Tegen de ochtend is de brand uitgewoed. De ruggengraat en de flèche van de Oude Dame zijn verdwenen. Enkelen rapen verkoolde brokstukjes op, het worden nieuwe relikwieën.
Goed nieuws
Er is ook goed nieuws. Onderzoekers gaan ervan uit dat een ongeluk, een elektrische kortsluiting gelinkt aan de renovatiewerken, wellicht de oorzaak is. Dit is alvast een verademing na de reeks aanslagen in Parijs. Op een gewonde brandweerman na zijn er gelukkig geen slachtoffers. De sacristie met de kerkschat is gered. Het kostbare relikwie, de doornenkroon, die volgens gelovigen op het hoofd van Jezus stond voor hij gekruisigd werd, is gered. Net zoals het witte gewaad van de heilige Lodewijk. Tussen het puin staan het kruis en beeld van de Notre-Dame de Paris overeind. Het grote orgel heeft standgehouden, hoe is nog niet geweten.
Ook de 200.000 bijen uit de bijenkasten op de kathedraal hebben het urenlange inferno overleefd. Een van de restaurateurs die een eerste schade komt vaststellen, vindt tussen het puin de haan, de windwijzer van de flèche. Het beest heeft pluimen verloren maar is herstelbaar. De man neemt het gewonde dier in de armen en brengt het in veiligheid. Of de erin verborgen relieken van Saint-Denis en Sainte-Geneviève alsook een fragment van de doornenkroon er nog inzitten moet een autopsie uitmaken. Het Latijnse citaat Fluctuat nec mergitur, motto van het Parijse wapenschild, schiet me door het hoofd.
Het (bootje) wordt heen en weer geschud door de golven maar zinkt niet. Ook de Grande Dame de Paris houdt stand.
Victor Hugo
In 1831 verschijnt het boek Notre-Dame de Paris (vertaald als De klokkenluider van de Notre-Dame) van grootmeester Hugo. Quasimodo, bultenaar en klokkenluider, is verliefd op de beeldschone Esmeralda. Priester Frollo, stiefvader van Quasimodo, legt eveneens zijn boontjes te week. En Phoebus, een legerkapitein, heeft ook brand in de broek voor de mooie zigeunerin. Zoals zo vaak in een drama over hopeloze liefdes, zijn naam waardig, volgen moord en zelfmoord.
Het boek heeft een enorm succes, wordt in meerdere talen vertaald en wereldwijd verspreid. Van heinde en ver komen bezoekers naar de Notre-Dame. Die staat er echter in de 19de eeuw maar triestig bij. Het is een smet op het Parijse en Franse blazoen. De kathedraal ondergaat vanaf 1845 een 23 jaar durende restauratie door o. a. Eugène Viollet-le-Duc.
Film, strip en musical hebben het verhaal jong en fris gehouden.
Vooral aan de studio’s van Walt Disney is het blijvende succes van het boek schatplichtig.
Frollo
Na de ramp in april 2019, storten duizenden zich op het oorspronkelijk werk en lopen met het boek van Victor Hugo onder de arm.
In het voorwoord vertelt Hugo over het woord Ananke (noodlot) dat hij op een torenmuur ontdekte. Dit woord inspireerde hem tot het uitwerken van het eerste personage van de roman: Frollo. Het woord werd later aangestreken of afgekrabd. Heeft Ananke wraak genomen?
Decor van grote gebeurtenissen
De gotiek met zijn spitsbogen reikt naar de hemel. Het contrast tussen het donkere schip en het oplichtende bovengedeelte verleent de stijgende kracht van het gebed een imaginaire gloed. Wie, nu het dak in as ligt, de ogen verheft, kan heel sarcastisch zeggen dat de hemel zich meteen openbaart.
Zelfs voor de indringende facelift half 19de eeuw is de Notre-Dame een geliefd decor voor grote gebeurtenissen. Philippe le Bel houdt er de eerste Staten-Generaal van de monarchie. Charles VII viert er het herstel van het koninkrijk na de Honderdjarige oorlog.
François II trouwt er in 1558 met Marie Stuart en Henri IV met la reine Margot in 1572.
Napoleon Bonaparte kroont zichzelf tot keizer in de Notre-Dame. Paus Pius VII luistert de plechtigheid op. Het schilderij (10 m op 6 m) van Jacques-Louis David zegt meer dan woorden.
Charles de Gaulle kiest eind zomer 1944, bij de bevrijding van Parijs, niet het Elysée, niet het Hôtel de Ville noch Les Invalides om dit te vieren, maar marcheert vanaf de Arc de Triomphe recht de Notre-Dame binnen.
Frankrijks nummer één
Met zo’n 13 miljoen bezoekers per jaar is de Notre-Dame het meest bezochte monument van Frankrijk. Dagelijks schuiven alle nationaliteiten aan, vaak vanaf de overkant van het parvis. Wie goed kijkt, met de ogen van zijn fantasie, ziet hoe vanuit de torengaten Quasimodo uit De Klokkenluider van de Notre-Dame zich een nieuwe Esmeralda uitzoekt tussen de jonge vrouwen op het plein. De mensenrij glijdt door de Notre-Dame, kijkt, bewondert en wordt stil om zoveel schoonheid. Het is de Matthäus-Passion van Johan Sebastiaan Bach vertaald in steen.