Duitse Moselwijn: steil en stijl

Vroeger rangschikte men de Duitse Moselwijn onder de Mosel-Saar-Ruwer appellatie gelegen in het westelijk deel van Duitsland, tussen de Frans-Luxemburgse grens en de rivier de Rijn, ongeveer op de 50e breedtegraad. In het jaar 2008 veranderde de naam van dit wijngebied in Mosel. Deze prachtige meanderende rivier heet in Frankrijk Moselle, in Luxemburg Mussel en vanaf Perl in Duitsland Mosel. Bij Koblenz mondt hij uit in de Rijn. Het is het oudste wijngebied van Duitsland met in totaal ongeveer 9000 hectare wijngaarden die zich ook uitstrekken langs de zijrivieren Saar en Ruwer.

Bepalend voor de wijnbouw waren de Romeinen die zich vermengden met de Keltische populatie. Geschiedkundig onthouden we vooral de stichting van de stad Trier 17 voor Christus. Overal vindt men nog overblijfselen uit dit roemrijke verleden: villa’s en tempels, maar ook grote wijninstallaties met persen (de Romeinse pershuizen van Piesport, wijngoed van de Vereinigte Hospitien in Trier, wijngaardzonnewijzers aan de Moezel…).

Er heerst een zacht microklimaat. De wind aan de Moezel komt in hoofdzaak uit het zuidwesten. Zowel de rivier als de bodemstructuren (zandsteen, kwarts, kalk, rode mergel, leisteen…) slaan in gelijke mate overdag warmte op die ze ’s nachts terug afgeven. De steile hellingen langs de Moezel laten de zon bijna loodrecht op de druivenstokken instralen. Het loont de moeite om de Bremmer Calmont, de steilste wijngaard van heel Europa te bezoeken.

Aan de Obermosel tussen het Duits-Frans-Luxemburgse drielandenpunt en Konz waar de Saar in de Moezel uitmondt, domineren mosselkalk- en keuperbodems die een goede bodem bieden voor pinot’s en lokale elbling aanplanting. Van Schweich tot Koblenz is leisteen toonaangevend. Veel wijngaardnamen aan de Moezel eindigen op –lay. Ze geven daarmee aan dat de wijnstokken op leisteen staan. De leisteenbodems van de Mittel- en Untermosel zijn uiterst geschikt voor riesling aanplanting. De rieslingplant moet zich hier diep wortelen en onttrekt zo mineralen (o.a. vuursteen…) en finesse uit de schrale bodem. De moselriesling is dan ook kenmerkend voor zijn minerale elegantie, zijn speelse finesse en vaak zijn delicaat restzoet.

De belangrijkste druif is zonder twijfel de riesling welk voor 60% is aangeplant. De muller-thürgau die ook bekend staat onder de benaming rivaner staat op plaats twee. Het oude druivenras elbling wordt enkel maar verbouwd in het hoge Moezelwijngebied waar recentelijk meer en meer pinot blanc wordt aangeplant. Voor de rode wijnen beslaan de zeer populaire pinot noir en de dornfelder bijna 9% van de streek.

Aanplant

Ca 8900 ha
Aandeel witte wijn 91%

Belangrijkste druivenrassen

Riesling, müller-thurgau, elbling

Weetje

De tot op heden duurste verkoop van een wijngaard vond plaats in 1900 toen de burgemeester van Bernkastel 4300 vierkante meter van de wijngaard Doctor aan een zekere Carl Wegeler verkocht voor 100 goldmark per stok. Omgerekend naar huidige valuta was dit 6 à 700 euro per stok. De investering was niettemin lonend, want de Lage behoort tegenwoordig tot de beroemdste en beste wijngaarden van de streek. De opmerkelijke naam is te danken aan het feit dat in 1630 de zieke aartsbisschop Bohemund von Trier na een paar slokjes van de wijn verrassend herstelde. Als dank verleende hij de wijngaard de ‘doctortitel’.

Druivenkenmerken

  • Riesling: In de neus komen aroma’s van appel, citrus vruchten, perzik, honing, ananas en abrikoos. Deze zuivere fruitaroma’s in combinatie met een uniek spel van fruitzuren maken de riesling tot een van de edelste druivenrassen van deze wereld. Rieslings kunnen uitzonderlijk goed ouderen. Gerijpt laten ze vaak edele petroleumtoon waarnemen. Zware leembodems bewerken een citruskarakter, bontzandsteen zorgt voor een abrikozenaroma in de wijn, en leisteenbodems zorgen voor een uitgesproken minerale toets die soms aan vuursteen herinnert. Riesling laat zich in alle mogelijke varianten zien: als sekt, als lichte Kabinett, als verfijnde Spätlese of als kostbare Eiswein – evengoed droog, halfdroog of edelzoet.
  • Müller-Thurgau (Rivaner): Dit aan het begin van de 20e eeuw door professor Herman Müller uit het Zwitserse kanton Thurgau in Geisenheim ontwikkelde ras stond lange tijd te boek als een kruising uit riesling en silvaner (vandaar de naam rivaner). Dit is enige tijd geleden weerlegd door genetisch onderzoek. De ware ouders zijn de rassen riesling en madeleine royale. Het profiel: ongecompliceerd, gemakkelijk toegankelijk, milde zuurgraad en uitgesproken fruit met typische muskaattoets.
  • Elbling: Al sinds zo’n 2000 jaar in Europa te vinden en door de Romeinen waarschijnlijk vitis alba, witte druif, genoemd. Wordt tegenwoordig in Duitsland vrijwel alleen nog maar in de Moesel geteeld. Licht, fris zuur en parelend is het een ongecompliceerde wijn, waarvan ook opwindende sekt gemaakt wordt. Op warme zomerdagen is er nauwelijks iets dorstlessender denkbaar dan een droge Elbling.

Bron: Deutsches Weininstitut

Over de auteur

Schrijft artikels voor Wijnspiegel en Ken Wijn

Verwant

Geef commentaar