9de Biënnale voor schilderkunst (slot): Museum Dhondt-Dhaenens in Deurle

De 9de editie van de Biënnale valt samen met de heropening van het museum dat gesloten was sinds begin dit jaar na een grondige renovatiefase om het museum ook klimatologisch aan te passen. Momenteel wordt ook de voormalige depotruimte omgebouwd tot een volwaardige (extra) expositieruimte. De opening wordt verwacht in november van dit jaar. De collectie zelf wordt al enkele jaren ondergebracht in een aparte depotruimte in het Westvlaamse Otegem.

Voeten op de grond

De insteek van MDD voor deze Biënnale is ‘Stories from the ground’. In deze tento brengt curator Martin Germann kunstenaars samen voor wie schilderkunst iets “open” en heel breed is en zich dus niet beperkt tot een doek in een kader.

Inderdaad, onder de grond verschuiven de tectonische platen die voor aardbevingen, tsunami’s en vulkaanuitbarstingen zorgen. Boven de grond worden meer en meer oorlogen gevoerd en zijn er naast de klimatologische uitdagingen ook heel wat persoonlijke besognes waar mensen mee worstelen. Welke functie heeft kunst hierin? Die van commentator of die van troostbieder?

Delcy Morelos.

Een op zijn minst opvallend werk is dat van de Colombiaanse kunstenares Delcy Morelos. Zij stelt rond de grote glazen kubus in de centrale ruimte van het gebouw een soort pyramide-achtige structuur op met organisch materiaal. De zeer nadrukkelijke kaneel- en kruidnagelgeur lokt je naar het werk. Weetje: de enorme hoeveelheid kaneel en kruidnagel is bedoeld om de schimmels niet te laten “ontaarden”. Het werk is opgebouwd met een mengeling van aarde, kokosgrond, chiazaadjes, hooi en stro. Morelos ziet het eerder als een schilderij dan een proces dat zich verderzet. Benieuwd hoe het werk er in september zal uitzien … of ruiken. Het werk wordt geassocieerd met de cycli van groei en verval. Kunnen wij als mens de ‘grond’ en bij uitbreiding de natuur controleren en domineren? Het antwoord kennen we. Meer nog, de natuur vecht terug en ook dat kunnen we niet controleren, laat staan onder controle krijgen.

Vivian Suter.

Ook de Zwitsers-Argentijnse Vivian Suter zoekt de grond op. Het merendeel van haar zeer intuïtieve werken schildert ze op doeken die op de ruwe grond liggen van de jungle waar ze woont. Ze stelt haar werk ook bloot aan de weersomstandigheden. Haar kleurrijke vormentaal vormt een zogenaamde ‘co-creatie’ met de ‘bodem’ waarop ze zijn ontstaan. In MDD worden de werken, met goedkeuring van de artieste, voor één keer opgehangen.

Materialen en persoonlijke verhalen

Daniel Turner, Selma Selman, Lin May Saeed (De), Derek Jarman (UK) en Dala Nasser (Libanon) zijn enkele kunstenaars die gebruik maken van allerhande materialen, gaande van industrieel (Turner), autoafval en oud ijzer (Selman), piepschuim (Saeed), teer en glasscherven en drijfhout (Jarman) tot een inkleuring van doeken met inheemse brem, walnootschalen, bramen en oleanderbloemen (Nasser). Dat levert een bijzondere vormentaal op.

Daniel Turner.

De Amerikaan Daniel Turner freesde koperen verwarmingselementen die hij vond in een stilgelegde electriciteitscentrale tot koperwol en creëerde zo twee werken die op het eerste zicht heel erg vreemd, kil en abstract lijken maar waarin je op het tweede zicht “vreemd genoeg” iets figuratiefs kan ontwaren. Een beeld dat voor elk mens op een andere manier iets interpreteerbaars krijgt. Dan moet ik denken aan wat de Amerikaanse kunstenaar James Wyeth ooit zei: “‘Het belangrijkste van een schilderij is dat wat je niet kunt uitleggen”.

Derek Jarman.

Nadat de Britse filmmaker/schrijver Derek Jarman met hiv werd gediagnosticeerd, trok hij zich in alle eenzaamheid terug in een houten huisje aan de kust in de buurt van de kerncentrale van Dungeness. Temidden die woestenij creëerde hij zijn droomtuin die hij beschreef in ‘Modern nature’, een klassieker die kunstenaars en kunstliefhebbers inspiratie en lezers troost en hoop biedt. Het iconische boek verscheen recent eindelijk in een Nederlandse vertaling bij uitgeverij DasMag. MDD toont vijf landschapswerken die hij ‘Black paintings’ noemde en waarin hij ter plaatse gevonden glasscherven, zand, takjes, zaadjes en stukjes drijfhout verwerkte. Ze laten je toe om even in zijn hoofd te kruipen.

Selma Selman.

De Bosnische kunstenares Selma Selman legde een doek twee tot zes weken op de vloer van de transportwagen van haar vader die oud ijzer ophaalde. Vermengd met olie en andere vloeistoffen, voetafdrukken enz. levert dat een soort action painting-schilderij in zwart/wit op (foto bovenaan). Op die manier verweeft ze haar kunst met een heel persoonlijk verhaal. Ook haar zelfportret in drie delen maakt ze door gebruik te maken van blik en een canvas. Wat voorhanden is gebruikt ze. Vers van de pers: Selman won begin juli de ABN Amro-prijs voor kunst. De jury ziet in Selman een gedreven en geëngageerde kunstenaar. “In schilderingen, performances, video’s en installaties stelt zij op een volledig eigen manier de positie van vrouwen, traditionele rolpatronen en de waardering van arbeid en materiaal aan de orde”, aldus het juryrapport. Dat werk wil ANB Amro onder de aandacht brengen van het grote publiek. Als onderdeel van de prijs krijgt Selma in januari 2025 een tentoonstelling in het Stedelijk Museum Amsterdam. Hopelijk zet MDD deze prijswinnares ook nog extra in de verf tijdens deze Biënnale. Het “ijzer smeden” terwijl het heet is, heet dat dan.

Directeur Goedele Bartholomeeusen

MDD koppelt ook werk van kunstenaars uit de eigen collectie (Permeke,Lili Dujourie, Isa Genzken, Bernd Lohaus, Niele Toroni ….) aan werk van hedendaagse kunstenaars en enkele -via langdurig (lees: voor onbepaalde tijd) bruikleen  verkregen- nieuwe aanwinsten (René Magritte, Gerhard Richter en Mitja Tusek). Die koppelingen lijken mij soms vergezocht of eerder een gemakkelijkheidsoplossing te zijn.

Uit een Art-Talk van MDD in 2021 onthouden we dat drempelverlagend werken voor musea een belangrijke opdracht is. Een topic zelfs. Dat kan je doen via communicatie, want ook die moet toegankelijk zijn. In de communicatie moet je ervoor zorgen dat de werken, het publiek (dat bestaat uit mensen met een verschillende bagage) allemaal connecteren. Wat wil je vertellen? Komt dat over? Als je bij sommige kunstenaars/kunstwerken het gevoel krijgt dat die enkel door kunstwetenschappers -die via allerlei ingewikkelde woorden en begrippen een nog complexere theorie orakelen- begrepen kan worden, dan krijg ik maagkrampen. Kunstenaars hebben een gave door dingen “anders” te zien en het talent om dat om te zetten naar een kunstwerk. Sommige bezoekers zullen ongetwijfeld lyrisch worden maar als je als doorsneekijker niet begrijpt wat de kunstenaar wil meedelen dan kan de waarde en het belang van de kunst in vraag worden gesteld. Want het is net dat begrijpen dat de verandering in het denken kan teweegbrengen die de wereld nodig heeft.

Geen nood, volg gerust de goede raad van Duits-Belgische kunstenares Kati Heck (in een archief-interview met dm.magazine in april 2019): “Of ik het belangrijk vind dat mensen het verhaal achter mijn werk kennen? Welnee, ik ben al lang blij als ik zelf weet wat ik met mijn werk wil zeggen (lacht). Je mag ook van mijn schilderijen houden omwille van een mooi geschilderde hand of een kunstig geborstelde traan. Als ik naar kunst ga kijken, hoef ik het verhaal achter een werk ook niet per se te kennen. Pas als een kunstenaar mij fascineert, zal ik mij in de betekenis van zijn werk verdiepen. Het gebeurt dat het werk daardoor boeiender wordt. Het gebeurt ook dat ik nadien alle interesse verlies” (lacht).

Dat is precies waar de nieuwe directeur Goedele Bartholomeeusen werk wil van maken: “Hoe complex het thema ook is, altijd proberen om het toegankelijk te maken en de link met de gelaagdheid te ontdekken” aldus communicatiemedewerker Rik Vannevel. “Meer beleving brengen in het museum. Door jaarlijks minder tentoonstellingen te organiseren (bv. 3 i.p.v. 6), de publiekswerking uit te breiden door er bv. ook theater, muziek, workshops en lezingen bij te betrekken of te ontwikkelen.” In deze Biënnale zien we enkele kunstenaars die op dat vlak opportuniteiten bieden maar waar de tijd om die te integreren wellicht ontbrak.

De musea haalden bij de twee vorige edities in 2020 en 2022 elk gemiddeld tussen 6.000 en 10.000 bezoekers. De verwachting voor deze editie ligt in dezelfde grootorde. Deze Biënnale moet zich in het gigantisch overladen kunstaanbod een plaats weten te zoeken tussen de verschillende blockbusters. Zonder echt grote of klinkende namen op de affiche. Het zijn geen musea die hoog op het bucketlijstje prijken van de busladingen Amerikaanse, Aziatische en Japanse toeristen. En toch slagen ze erin. Ook in de communicatie en de inhoudelijke interessante brochure.

In 2026 vindt de jubileumeditie plaats. Hoe kan je deze formule fris houden en hoe lang kan je deze formule überhaupt nog brengen? Dat bracht ons ertoe om de curatoren voor een dilemma te plaatsen.

Stel dat er voor de volgende editie een twist is: je moet aan de slag met de collectie van één van de andere musea. Welke collectie kies je en waarom? Zonder uitzondering vonden ze het een moeilijke vraag maar ze mochten geen joker inzetten. Raveelmuseum of Mudel Deinze? Goedele Bartholomeeusen (MDD): “De collectie van Mudel sluit mooi aan bij deze van MDD en heeft bovendien ook werken van Raveel. Dus zou ik voor Mudel kiezen”.

Nog een weetje om af te sluiten: in 2021 trad Luc Tuymans toe tot de Raad van Bestuur van MDD als adviseur. Dat werd breed uitgesmeerd in de pers. Wij waren benieuwd naar de stand van zaken maar navraag leert dat hij ondertussen geen adviseur meer is. Zijn mandaat liep af in maart 2023.

Practische info

De Biënnale is te zien tot 01.09.2024 in Mudel Deinze (www.mudel.be) en tot 06.10.2024 in MDD (www.museumdd.be) en Roger Raveelmuseum (www.rogerraveelmuseum.be).

Elke eerste zondag van de maand om 11u00 organiseren de drie musea een instaprondleiding. Deelnameprijs: 5€ excl. uw ticket voor de tento. Inschrijven kan u via hun respectievelijke website’s.

Je kan ook kiezen om via een fietstocht de drie musea te bezoeken. Ze liggen op amper 13 kilometer van elkaar verwijderd. Via het knooppuntennetwerk fiets je 32 kilometer langs schilderachtige paden in de Leiestreek. Je kan de route raadplegen via de website www.biennalevandeschilderkunst.be.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar