Noodgedwongen boekdrukker
Christoffel Plantin (1520–1589) werd omstreeks 1520 in Tours (Frankrijk) geboren. Na zijn opleiding tot drukker huwde hij Jeanne Rivière en vestigde zich in 1549 te Antwerpen aan de Lombardenvest als boekbinder en leerbewerker. Op weg naar een cliënt werd hij op een avond overvallen en zwaar gewond waardoor hij niet langer het beroep van boekbinder kon uitoefenen zodat hij noodgedwongen boekdrukker werd! Vanaf 1559, hij woonde toen in het drukkerskwartier aan de Cammerstrate, ging de internationale faam van zijn drukkerij, Officina Plantiniana – De Plantijnse uitgeverij, in steeds stijgende lijn, weliswaar met een korte onderbreking van 1562 tot 1563 toen hij van ketterij werd beticht.
Plantijn drukte o.a. op zijn persen de anatomische verhandelingen van Andreas Vesalius, de verfijnde liturgische werken waaronder de Biblia Polyglotta (Veeltalige Bijbel) in vijf talen: Latijn, Grieks, Hebreeuws, Oudsyrisch en Aramees en de kruidenboeken van Clusius, Dodoens en Lobelius. Het is vooral het kruidboek van de 400 jaar geleden in Mechelen geboren arts Dodoens, Stirpium historiae pemptates sex, dat tot in Japan bekendheid zal verwerven, een meesterwerk met 965 pagina’s en 965 illustraties
Aartsdrukker des Konings
Christoffel Plantijn werd in 1570 tot “Aartsdrukker des Konings” van Filips II benoemd. Op het hoogtepunt van zijn carrière drukte hij met 22 persen. 55% van alle in de Zuidelijke Nederlanden gepubliceerde wetenschappelijke boeken dragen zijn stempel: aardrijkskunde, geneeskunde, natuurkunde, astronomie, plantkunde, wiskunde en krijgskunde. Daarenboven verwierf Christoffel Plantijn een gigantisch contract voor het drukken van liturgische boeken en hij leverde in vijf jaar tijd niet minder dan 18.000 brevieren, 17.000 missalen, 9.000 getijden boeken en 8.000 andere werken.
In 1576 verhuisde hij definitief naar de woning aan de Vrijdagmarkt. Hoewel de drukkerij van Plantin ontsnapte aan de Spaanse Furie van 1576 zou hij toch nooit met meer dan 15 persen werken. Plantijn werd Stadsdrukker en uit die periode dateren de Atlassen van 0rteolius evenals monumentale muziekboeken. Plantin breidde zijn eigendom uit door de aanpalende huizen aan te kopen. Christoffel Plantijn stierf in 1589 en werd in de Onze-Lieve-Vrouwekerk bijgezet. Hij zal bekend blijven als een standvastig en gelijkmoedig humanist, als een man met een overtuiging, die gelooft in de maatschappelijke rol van boeken en het belang van onderwijs.
Christoffel Plantijn liet vijf dochters na, Over zijn dochters schreef Christoffel Plantijn: ‘De vier oudsten heb ik van jongs af aan goed leren lezen en schrijven, zodat ze vanaf de leeftijd van vier of vijf jaar tot ongeveer hun twaalf jaar konden helpen bij het nalezen van de drukproeven in gelijk welk alfabet of gelijk welke taal. In de lege uurtjes en afhankelijk van de hoeveelheid vrije tijd liet ik hen naailes volgen.’
Jan I Moretus
De tweede dochter van Plantijn Martine en stammoeder van de familie Moretus, werkte reeds als dertienjarige in de kanthandel van haar vader. Zij huwde op twintig jarige leeftijd met Jan Moerentrof alias Jan I Moretus (1543-1610) die de drukkerij overnam. Ze krijgen elf kinderen. De zonen Jan II en Balthasar zullen de zaak verder zetten. Maar het is voornamelijk Balthasar Moretus, de boezemvriend van Rubens, die de leiding zal overnemen. Vandaar de ontelbare illustraties en titelbladen door Rubens destijds ontworpen. Balthasar Moretus zal naast belangrijke verbouwingen, de prachtige binnenplaats met tuin laten aanleggen. Precies 300 jaar nadat Christoffel Plantijn zijn Officina Plantiniana aan de vrijdagmarkt vestigde koopt de stad Antwerpen De Gulden Passer, een stadswoning met drukkersbedrijf en inboedel van de jonkheer Edward Moretus en het wordt in 1877 als museum geopend.
Museum Plantin-Moretus
In het Museum Plantin-Moretus, sinds 2005 UNESCO Werelderfgoed, betreedt de toeschouwer de ‘Gouden eeuw van Antwerpen’ die zowel commercieel als artistiek een onovertroffen hoogtepunt bereikte. Nog authentiek zijn de woonvertrekken van Christoffel Plantijn. Uitzonderlijk plechtig doch aimabel voelt de Justus Lipsius-zaal aan, een boezemvriend van Plantijn en grote Vlaamse humanist. Origineel bewaard zijn de bibliotheken. Zonder weerga is de verzameling handschriften en drukwerken. Uniek is de vertegenwoordiging van tekeningen en gravures naar Rubens’ schilderijen.
Maar exceptioneel intact is het atelier met lettergieterij, -zetterij, drukkerij, leeskamer en winkel.
Behalve nog een aanzienlijk aantal nog steeds perfect functionerende drukpersen, zijn de twee oudste drukpersen ter wereld ongetwijfeld de grootste blikvanger in het atelier.
Wellicht het hoogtepunt van het bezoek ervaart men de in 16e eeuwse buitengewoon stemmige binnenplaats met arcade.
Museum is een totaalbelevenis
Na twee jaar aanpassingswerken werd in begin oktober vorig jaar 2016 het museum Plantin-Moretus heropend. Naast een compleet nieuwe bezoekaanpak kreeg het museum een nieuw depot met een aangename leeszaal ondergebracht in een nieuw gebouw van de hand van noArchitecten. In de Heilige Geeststraat geeft een houten gevel in de vorm van letterkasten een inkijk in de nieuwe leeszaal. Directeur Iris Kockelbergh zegt hierover: ‘Het dringendst was een modern depot voor de onschatbare boeken- en prentencollectie aanpakken en een nieuw museumverhaal schrijven. Ons museum is een totaalbelevenis geworden met een juist evenwicht van zien, voelen en doen.”
Het museum Plantin-Moretus neemt de bezoeker mee in het bijzondere verhaal van de vooruitstrevende uitgever Christoffel Plantijn en zijn schoonfamilie Moretus. Filmische interventies, soundscapes, en een plek waar iedereen zelf aan de slag kan: nog meer dan ooit komen het huis, de uitgeverij en de familie tot leven.
Museum Plantijn-Moretus, Vrijdagmarkt 22, Antwerpen. Open di – zo: 10 – 17 uur. Info/ 03 221 14 50 of www.museumplantinmoretus.be.