Een katholieke priester en een vrijzinnige filosoof gaan in gesprek met elkaar over de zaken des levens: het bestaan zelf, over het ouder worden, over het fenomeen ‘taal’, over de klimaatcrisis en over hoop. Een doctor in de Bijbelwetenschappen, Vanneuville, leidt het gesprek en noteert.
Het resultaat is een heerlijk boekje, dat je doet nadenken over het leven. Schmidt heeft de bijbel aan zijn kant, terwijl Van Bendegem leunt op de evolutietheorie van Darwin.
We zijn hier
Het eerste onderwerp waarover ze zich buigen is het bestaan zelf. PS vindt in het Matteüsevangelie een antwoord, terwijl JPVB houvast vindt in zijn praktijk als wiskundige. Of het bestaan zin heeft, is een moeilijke vraag waarop beiden antwoorden zoeken bij verschillende bronnen. Onvermijdelijk komen de gesprekspartners uit bij de medemens, bij sociaal zijn, bij eenzaamheid, bij relaties, bij empathie. En hoe zit het bij de andere dieren? Voor JPVB is het duidelijk: “Darwin zag het al”, maar ook PS geeft toe: “we kunnen toch niet langer uitgaan van een radicale scheiding tussen de mens en de rest van de natuur?” Bijzonder interessant vond ik het standpunt van JPVB over liefde: “er zijn voor de ander, tot rust komen bij de ander”, wat iets anders is dan ‘ik mis je’. Ze zijn het er beiden over eens dat de anbder zowel de hemel als de hel kan zijn.
Ken jezelf
De twee zeventigers denken na over de voor- en nadelen van het ouder worden en of wijsheid daarmee samenhangt. JPVB komt er bv. rond voor uit dat hij vanaf zijn 12 jaar stotterde en hoe hij daarmee omging.
Maakt taal de werkelijkheid?
Het volgende hoofdstuk behandelt het verschijnsel taal, dat wij als een vanzelfsprekende eigenschap van de mens beschouwen. Dat verandert als je gelezen hebt wat de twee filosofen erover denken. “Schept de taal de werkelijkheid? Dat is de vraag waar ik altijd mee blijf zitten” zegt PS. Ze zijn het met elkaar eens dat een juiste vorm van humor van groot belang is.
Het klimaat verandert onze wereld
mdat de klimaatverandering de gehele wereldbevolking aanbelangt, wisselen de twee ook daarover gedachten uit, die zelfs leiden naar het hebben van kinderen of niet voor JPVB.
Wat mogen we hopen?
De laatste gespreksronde gaat over de drie vragen van I. Kant: “wat kan ik kennen, wat moet ik doen, wat mag ik hopen?” Onderdeel daarvan is de vraag: bestaat God? Natuurlijk hebben ze elk daarover hun ideeën, die ze vol respect aan elkaar toetsen.
Goed boek
Uitgangspunt van de dialoog kan het eigen leven zijn. Beiden citeren wetenschappers en filosofen en geven op de laatste bladzijden leessuggesties mee. We vinden bij PS bijbelcitaten, die mij op een andere manier naar de heilige boeken deden kijken. Hij spreekt van de mythe van Adam en Eva, het verhaal van de schepping in zeven dagen, borduurt daarop voort, denkende aan de tegenstrijdigheden en aan de levenslessen die erin verborgen zitten en die we soms verkeerd interpreteren. De bedenkingen van JPVB zijn veelal abstracter, meer wiskundig geïnspireerd, zonder dat het voer voor specialisten wordt.
Dit is het eerste van een reeks boekjes. Ik kijk uit naar het volgende!
Verschillen in levensbeschouwing zorgen voor een andere invulling van gedeelde menselijke ervaringen. Wat de een ervaart als schepping – ‘Ik heb mezelf niet gemaakt’ – klinkt voor de ander als: ‘Ik ben er. Wat nu?’ Ze herkennen bij elkaar een basisvertrouwen in het bestaan en de existentiële nood aan zowel alleen-zijn als diepe relaties met mensen. Dat ‘de anderen’ zowel de hel als de hemel kunnen zijn, daar zijn ze het roerend over eens.
Schmidt en Van Bendegem hebben het over geluk, ouderdom, wijsheid, logica, tijd, hoop, schuld, altruïsme, evolutie, vrijheid en de ecologische crisis. Een rode draad in hun dialoog is de eeuwige vraag naar de verhouding tussen taal en werkelijkheid. Schept de taal de werkelijkheid – en God?
Ook verkrijgbaar als e-book voor € 12,99
auteur: Frederique Vanneuville
non-fictie
uitgeverij Otheo Books 2025
ISBN 978 90 8528 775 9