Het werk ‘The Childrens Friends’ (De Kindervrienden) van Dees De Bruyne (1940-1998) is na 50 jaar terug opgedoken. Het is ontegensprekelijk zijn belangrijkste werk maar ook het meest choquerende omdat hij kindermisbruik aanklaagde en ook de hypocrisie van de katholieke kerk. Het werk dateert uit 1972. Hij maakte het n.a.v. een ophefmakende zaak van kindermisbruik in de jeugdinstelling Vrij en Vrolijk in Brasschaat. Het belandde toen in het Museum Leon De Smet in Deurle/Sint-Martens-Latem. Sindsdien ontbrak elk spoor. Meer dan waarschijnlijk kwam het terecht in een privé-collectie.
De “vondst” zat er al een tijdje aan te komen. Toen Walter Ertvelt, promotor van De Bruyne en beheerder van zijn archief, vorig jaar de tento ‘Rebel’ in Gent cureerde met 50 nooit eerder vertoonde werken van De Bruyne, werd een nieuwe oproep gelanceerd. Mede onder impuls van de door Canvas uitgezonden serie ‘Godvergeten’ waarin slachtoffers van sexueel misbruik in de kerk hun verhaal deden.
Wim Lammertijn, conservator van het Museum van Deinze & Leiestreek in Deinze vertelde ons vorig jaar off the record dat er “een serieus spoor” was en dat hij er “veel vertrouwen in had dat het werk binnen afzienbare tijd” boven water zou komen.
Nu blijkt dat de “bewaarder” van het schilderij een telefoontje pleegde naar het museum. Deze persoon deed het van de hand omdat ze het heel moeilijk vond om in de woonkamer te moeten leven met een kunstwerk dat symbool staat voor zwaar sexueel misbruik. Waarna ze de conservator de ultieme tip gaf waar het werk zich bevond. “De Kindervrienden’ is nog in goede staat en wordt vanaf heden in langdurige bruikleen gegeven aan het museum. Wim Lammertijn: “Het kan vanaf nu zijn maatschappelijke functie vervullen. Het is een sterk geladen werk, niet in het minst omdat het nog altijd ‘spijtig actueel’ is. Je kan er onmogelijk niet onverschillig aan voorbij lopen”. Waar en bij wie het werk zich de afgelopen 5 decennia heeft bevonden wil men nog gaan uitzoeken.
Ook Rik Devillé reageerde vorig jaar n.a.v. de ‘Rebel’-tento in Gent: “De Bruyne toont via de figuren van die grote leiders hoe de systemen de kleine mensen, die kinderen vernietigen… ze worden zoals hier op het schilderij op de marteltafel gelegd… de grote leiders kijken emotieloos toe, zij zijn het probleem. Als priester en als christen zie ik in de wonden en de ogen van die kinderen de lijdende Christus. Beste mensen in Vlaanderen of waar ook ter wereld, breng dit godvergeten schilderij terug en laat de betekenis ervan opnieuw tot leven komen… We worden er allemaal beter van”.
Het schilderij van bijna 1m op 1m (De Bruyne gebruikte een speciaal mengsel van potlood, houtskool, kleurkrijt en waterverf) toont een feestelijke tafel met naast koffie ook een taart met het opschrift ‘Free and happy’. Op de feesttafel zie je als het ware een slachtpartij: drie naakte “geofferde” kinderlichamen en daarrond op een rij van links naar rechts: paus Paulus VI, kardinaal Suenens (die een pistool op het hoofd van een kind plaatst), justitieminister Vranckx, Maria Wens (de uitbaatster van de jeugdinstelling), de Amerikaanse president Nixon en achter hen over de hele breedte van het werk soldaten met een helm. Het werk ademt hypocrisie, machtswellust en corruptie. Het doek veroorzaakte enorm veel ophef.
Enkele maanden na de vondst van een onbekend werk van Emile Claus pronkt Mudel opnieuw met een teruggevonden meesterwerk.
Nu nog ‘De Rechtvaardige Rechters’! Ook hiervoor denkt men sterk in de richting van een “bewaarder”…