Het Lam Gods van Jan van Eyck heeft menselijke ogen! En ze zijn overschilderd geweest! En nu zijn ze bij restauratie weer in ere hersteld! En ze kijken ons met een menselijke, indringende blik aan! En de oren zijn verplaatst!

Dit is groot nieuws en niet alleen in Vlaanderen. In The Guardian wijdt Jonathan Jones er op 22 januari een bijdrage aan onder de titel:

Why laugh at the humanoid sheep in the Ghent altarpiece? It is majestic!

(foto: PERS MSK / Gerrie Soetaert Press & Communication).

Ik woonde een lezing bij van prof. dr. Max Martens, die uitlegde waarom de tentoonstelling gaat onder de naam “Optische Revolutie”. Dat is geen eenvoudige materie en woorden als “transubstantiatum”, “visuele perceptie” en “kwantificeren” vlogen me om de oren.

Jan van Eyck was een wetenschapper

Wat heeft professor Martens mij geleerd? Ten eerste dat Jan niet de uitvinder was van de olieverf. Die was een generatie vóór hem al gebruikt. Zijn vernieuwing was dat hij geen zichtbare toets liet zien, de verf niet opbracht in streepjes, maar gebruik maakte van de oneindige mogelijkheden van olieverf om de werkelijkheid op een onnavolgbare wijze te benaderen, denken we maar de lichtspeling op goudbrokaat. De manier waarop hij planten en bloemen schilderde, getuigt van een bijna wetenschappelijke benadering van de botanische wereld.

Professor Martens benadrukte dat van Eyck wellicht de eerste geleerde kunstenaar mag genoemd worden. Hij moet van optica, alchemie, geometrie geweten hebben en zeker de theologie van zijn tijd goed gekend hebben.

Geometrie wordt toegepast als de schilder een kegel moet afbeelden of een perspectief. Van Eyck had weet van principes die in 1021 werden vastgelegd in de geschriften van Alhazen. Hij moet weet gehad hebben van de neurologische uitwerking van een in het oog gevormd beeld.

Theologie

Hij werkte voor de Kerk, dus moest hij een middenweg vinden tussen het afbeelden van het goddelijke – wat eigenlijk niet afgebeeld kan worden! –  en hoe stervelingen dat op een schilderij kunnen herkennen.

Ik geef even een inzicht welke moeilijkheden een schilder moest overwinnen als hij de theologische opvattingen van de 15de eeuw geen geweld wilde aandoen:

  • Tijdens het leven zien we het goddelijke als een gereflecteerde weerspiegeling
  • Na de dood wordt het een indirecte reflectie
  • Na de Opstanding zullen we oog in oog staan met god.

Hoe werkt van Eyck dat uit?

In het centrum van zijn bekendste schilderij staat een lam, een symbool van Christus als onschuldig offer, gestorven voor alle mensen om hen te verlossen van hun zonden.

Het lam is dus niet zomaar een jong schaap, nee, Van Eyck probeert via een visuele waarneming de middeleeuwer kennis over God bij te brengen. “Hij introduceerde een optische complexiteit in de schilderkunst van het Noorden met een metafysische gelaagdheid”, om het in de eigen woorden van de prof. te zeggen.

Metafysica

Van Eyck worstelde met de spanning tussen de menselijke waarneming, de werkelijkheid en het bovennatuurlijke. Kunnen we via de werkelijkheid zicht hebben op het goddelijke?

Een voorbeeld van prof. Martens: op de afbeelding Lucca Madonna staat naast Maria een schaal water. Het water is zuiver, zoals Maria zuiver is van zonden. Het licht raakt het water en Maria aan, maar heeft op de zuiverheid geen effect. Was dit een voorbeeld van hoe van Eyck het ontastbare begrip “zuivere maagd” probeerde een fysische verschijningsvorm te geven?

Optische effecten

Het leek of Jan van Eyck geobsedeerd geraakte door optische effecten, waarbij we ons moeten realiseren dat een constante lichtbron in zijn tijd niet bestond. Artificiële belichting was nog niet uitgevonden en de zon scheen niet elke dag van het jaar op dezelfde wijze! Het is mogelijk dat hij het Lam Gods enkel kon schilderen tussen 14 en 16 u in de maanden of zelfs weken dat het licht in de kapel loodrecht op het doek viel!

Dat zijn feiten waarvan de moderne toeschouwer zich niet eens bewust is, tenzij hij/zij een lezing bijwoont gegeven door iemand die een levenswerk gemaakt heeft van één bepaald aspect van de kunst!

De bezetenheid van van Eyck vinden we nog weer in het volgende: de reflectie van licht is verschillend in een vlakke spiegel en een convexe spiegel. Van Eyck beseft dat. Op het Lam Gods zien we dat de borstplaat van Sint-Joris convex is. Bedenk dat enkel de afgebeelde weerkaatsing van het licht maakt dat de toeschouwer dat ziet!

Verder op dit meesterwerk valt de weergave van het licht op als we kijken naar de orgelpijpen, het brokaat, de edelstenen…

Details

Als de lezing me iets geleerd heeft, dan is het de ongelooflijke aandacht voor details die van Eyck opbracht. Op de uitvergrote foto van Sint-Joris en zijn paard zag ik dat het paard saliveerde, rimpels had op zijn snuit, barstjes in zijn lippen, adertjes op zijn hoofd, oneffenheden die door schaduwlijnen aangegeven werden en dat het een vlecht heeft op zijn voorhoofd in de vorm van de hoorn van een eenhoorn. Toeval?

Het licht komt van rechts, dat zie je in elke figuur, maar ook in elke edelsteen en ook bijvoorbeeld in de staf van God de Vader: het is een doorschijnende staf, dus breekt het licht erdóór en komt op de linkerkant binnen in de staf terecht.

Het is onmogelijk om als toeschouwer op een afstand de details te zien, niet voor de middeleeuwer maar ook niet voor ons.

De tentoonstelling belooft het volgende:  In onze museumzalen zal je de verwondering ervaren die de tijdgenoten van Jan van Eyck voelden bij het zien van zijn werk. Je komt er dichter dan ooit bij Van Eycks meesterschap en genie. Kom naar Gent en bewonder in detail de revolutionaire blik van onze meester. ‘Van Eyck. Een optische revolutie’ wordt een absolute once in a lifetime-ervaring.

Ik heb met de verwerking van de lezing van prof Mertens  u proberen bewust te maken van het genie van de schilder. Wat mezelf betreft is het geslaagd. Ik ben vast van plan om te gaan kijken! 

Prof. dr. Maximiliaan Martens is hoogleraar Geschiedenis van de Beeldende Kunsten aan de UGent in de vakgroep Kunst-, Muziek- en Theaterwetenschappen.  Sinds 2012 heeft hij de co-leiding over het wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de restauratie van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck en zetelt in de stuurgroep, de adviesraad en de internationale expertencommissie. Hij is tevens co-curator van de tentoonstelling ‘Jan van Eyck: een optische revolutie’.

Jan van Eyck, een optische revolutie

De tentoonstelling loopt van 1 februari t.e.m. 30 april 2020, MSK.

In  2020 vindt de grootste Jan van Eyck-tentoonstelling ooit plaats in het museum. Wereldwijd zijn er van deze Vlaamse meester slechts een twintigtal werken bewaard. En zeker de helft daarvan reist naar Gent.

Tijdens de tentoonstelling keren de acht gerestaureerde buitenpanelen van het gesloten altaarstuk, samen met de nog niet gerestaureerde voorstellingen van Adam en Eva, een laatste maal terug naar het MSK. De 10 resterende panelen van het Lam Gods blijven te zien in de Sint-Baafskathedraal. Voor de eerste en laatste maal in de geschiedenis worden de buitenpanelen in gesprek gebracht met een schat aan werken door Jan van Eyck en zijn atelier, door tijdgenoten en Italiaanse meesters. Speciaal voor deze unieke tentoonstelling worden maar liefst 13 museumzalen volledig heringericht.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar