Scheffer, een vergeten kunstenaar

Ary Scheffer.

In 1830 is Ary Scheffer vijfendertig jaar oud. De schilder van Nederlandse afkomst (in 1850 tot Fransman genaturaliseerd) staat op het toppunt van zijn roem. Hij heeft connecties tot in de hoogste kringen dankzij de vele portretten die hij schildert. Hij kent iedereen die ertoe doet in het Parijs van zijn tijd. Zijn moeder, met wie hij samenwoont, is het belangrijkst voor hem. Ze wonen in een charmant landhuis in de rue Chaptal te Parijs. Zijn huisbaas laat voor hem twee ateliers bouwen.

Ik heb de ateliers net bezocht en zit met het boek van H.L. Wesseling in het romantische rozentuintje van Scheffers ‘country’ huis, nu Le Musée de la Vie Romantique.

Oprijlaan met de oude kasseien.

Er komt in de negentiende eeuw wel meer beroemd volk over de vloer. George Sand en Frederik Chopin, die vlakbij in square d’ Orléans (rue Taitbout) wonen, Alexander Dumas, de schilders Delacroix en Ingres en de componisten Rossini en Liszt behoren tot het clubje. Ze drinken, eten, debatteren en wisselen elke vrijdagavond ideeën uit. Maison Scheffer is de ontmoetingsplaats van kunstenaars en intellectuelen. De oprijlaan is nog geplaveid met oprijlaan met de oude kasseien authentieke kasseien waarop al die beroemdheden liepen. In 1830 wordt het enige kind, een buitenechtelijke dochter, van vrijgezel Scheffer geboren. ‘Maman’ mag het niet weten. Wanneer het zeven jaar later toch uitlekt, wordt het meisje meteen opgenomen in de rue Chaptal.

Tijdens mijn bezoek aan het romantische huis vroeg ik me af welke kamer de hare was.

Ary trouwt met de weduwe van een generaal. Acht jaar later, in 1858, sterft hij. Maar Nederland vergeet zijn zonen niet. Scheffer krijgt een standbeeld en een Scheffersplein in Dordrecht.

Renan, groot negentiende-eeuws Licht

Ernest Renan.

Ary’s broer Henry heeft een zoon en twee dochters. Tijdens het wekelijkse salon in de rue Chaptal ontmoet Ernest Renan (1832-1892) de oudste dochter Cornélie. Hun hu-welijk introduceert het tweede personage uit het boek van Wesseling. De herkomst van Renan, markantste personage van het trio, bestaat uit een opmerkelijke spreidstand. De vader was visser, de moeder  van koninklijke afstamming. Ook zijn carrière van onderwijzer  tot lid van de Académie Française is een ‘grand écart avant la lettre’. Na een afgebroken priesteropleiding wijdt hij zich aan de wetenschap en maakt vooral met La vie de Jésus naam als schrijver. ‘Hij was het grootste licht van de negentiende eeuw‘, luiden na zijn dood de lovende woorden van Anatole France. En de krant Le Temps noemt hem als schrijver in één adem met Victor Hugo. De invloedrijke intellectueel krijgt in 1892 een staatsbegrafenis.

Psichari, voor God en Vaderland

Ernest Psichari.

Uit het huwelijk van Noémi, dochter van Ernest Renan, met Jean Psichari, een Griekse hoogleraar, wordt Ernest Psichari (1883-1914) geboren, de derde familienaam in het boek van H.L.Wesseling. Hij is beroepsmilitair, auteur, verheerlijkt de oorlog en sterft op het veld van eer, een paar weken na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Via Psichari ontdekken we bijvoorbeeld hoe zijn vader strijd voert voor de ten onrechte van spionage beschuldigde Dreyfus. Deze zaak verdeelde destijds Frankrijk en zelfs families in twee kampen.

De Grote Geschiedenis op kop

De auteur linkt de geschiedenis van de families – door huwelijken met elkaar verstrengeld – aan een panoramisch overzicht van de Franse geschiedenis. Meer nog, ‘La Grande Histoire’ van de turbulente negentiende eeuw overvleugelt het familieverhaal. Scheffer, Renan, Psichari en hun entourage verlichten en verluchten de toch vrij intense passages over ‘l’histoire de la douce France’ met Parijs voorop. Het kluwen van geloof versus wetenschap, opeenvolgende republieken en revoluties, de indringende transformatie van Parijs onder leiding van Haussman, het katholicisme tegen antiklerikalisme… het passeert allemaal de revue. Dankzij de protagonisten en hun omgeving zien we hoe er maatschappelijk wordt gereageerd. Een familiestamboom van de hoofdrolspelers en van De Bourbons en De Orléans helpt je als lezer doorheen het labyrint van een woelige Franse periode.

Musée de la Vie Romantique

Musée de la Vie Romantique.

Ik sla de laatste bladzijde van Wesselings boek om en kijk naar het huis waar de families uit dit boek ooit woonden. Rondom mij, in hun romantische tuintje, bloeien rozen zoals toen. Ik drink mijn koud geworden koffie. Scheffer en Renan liggen begraven op het kerkhof van Montmartre. Ik weet waarheen ik gaan zal en stap met lome tred, het boek onder de arm, over de kasseien waar zij liepen. 

Een gevoel van weemoed is me niet vreemd.

 

 

Praktisch:

  • Musée de la Vie Romantique, 16 rue Chaptal, Parijs, metro: Blanche of Pigalle. Elke dag open van 10 tot 18 u, behalve maandag.
  • Villa: gratis te bezoeken (behalve aan Scheffer ook aan George Sand gewijd). Cafetaria in de tuin. Soms betalende tentoonstellingen in de oude ateliers van Scheffer.
  • Tip: maak de wandeling van slechts een paar straten zoals Sand en Chopin deden op vrijdagavond. Tijdens de week is de poort van square d’ Orléans open en ontdek je waar deze beroemdheden woonden.

Boek (uitgeverij Prometheus) te verkrijgen in boekhandel De Groene Waterman, Wolstraat 7 Antwerpen. € 24,99.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar