De ene dag ontbreekt op Wikipedia de lijn ‘Overleden:’ ; de andere dag zijn datum en plaats voor eeuwig ingevuld. Voor de joods-Amerikaanse Philip Roth is dit 22 mei 2018 New York, op de gezegende leeftijd van 85 jaar. Of toch niet gezegend? Sommige auteurs leven niet lang genoeg opdat ze, na dikwijls te zijn genomineerd, de Nobelprijs voor Literatuur mogen in ontvangst nemen.

Niet alleen Big Apple treurt om het heengaan van een briljant schrijver en Pulitzer-Prize-winnaar. Wereldwijd rouwen trouwe Philip Roth-lezers om het verlies van een uitzonderlijk literair talent, ook al had ie zijn pen al enkele jaren te ruste gelegd. Bij het horen van het nieuws op de radio dook ik meteen in mijn boekenkast op zoek naar titels van zijn hand.

In een interview met Philip Roth voor de New York Times (in januari van dit jaar overgenomen in de Morgen) lees ik:

“Ja, over twee maanden ga ik van oud naar heel oud, weer een stapje dichter bij de Vallei van de Schaduw. Ik vind het elke avond verbazingwekkend dat ik er nog ben. Ik val in slaap met een glimlach: weer een dag geleefd. En het is verrassend om acht uur later wakker te worden en te zien dat het ochtend is en ik er nog altijd ben: weer een nacht overleefd. Dat is ook een glimlach waard. Ik val met een glimlach in slaap en word met een glimlach wakker.

Deze verstilde woorden die het laatste restje leven bezingen, ontlokken ook mij een glimlach.

Roth beschreef in de roman Everyman (2006) de fysieke en mentale aftakeling van de mens, het lot van wie niet jong sterft. Voor ‘every man’ of elke mens wordt op het eind van zijn leven, in het deurgat van de dood, de balans opgemaakt. Hoe daarmee om te gaan? Ook al vertoont de hoofdpersoon in Alleman (Ned. vertaling) veel overeenkomst met de auteur; het gegeven ontstijgt het persoonlijke waardoor het een universele dimensie krijgt. Everyman is een knipoog naar het middeleeuwse toneelstuk Elckerlyc waarin elke sterveling op het eind van zijn leven verantwoording moet afleggen voor zijn daden. Het hoofdpersonage Elckerlyc zoekt vergeefs gezelschap voor die laatste reis.

De joodse identiteit en de politieke cultuur in de Verenigde Staten lagen Roth nauw aan het hart en komen veelvuldig voor in zijn werk. Portnoy’s Complaint  (1969) en The plot against America (2004) illustreren beide interesses.

Zijn kijk op zijn joodse achtergrond, in het begin van zijn carrière beschreven in soms nogal ontluisterende kortverhalen, wordt eind jaren vijftig niet meteen bejubeld door de joodse goegemeente in New York. In Portnoy’s klacht verwoordt hij wat het betekent om op te groeien in een joods-Amerikaans gezin in de maatschappelijke context van de Amerikaanse samenleving in de periode rond en tijdens de Tweede Wereldoorlog. Roth balanceert telkens op geniale wijze op dat wankele koord tussen het kleine leven en de grote wereld, zonder het evenwicht te verliezen. Hij schreef een aantal romans met als hoofdpersoon Nathan Zuckerman, zijn alter ego. Dat liet hem toe zijn persoon en werk als buitenstaander te bekijken.

Het Complot tegen Amerika stelt de what-if? vraag; wat als niet Franklin D. Roosevelt maar vliegpionier Charles Lindbergh, bekend om zijn nazisympathieën, in 1940 de Amerikaanse presidentsverkiezingen zou gewonnen hebben? Waren dan diens fascistische en antisemitische ideeën uitgezaaid in Amerika? Hij drijft het door met de gedachte….wat als ik geen joodse ouders had gehad?

Het werk van Roth behoort tot de top van grote Amerikaanse literatuur. Indien hij een Fransman was, had men hem bijgezet in het Pantheon, waar ook Victor Hugo rust. Trouwens, beide mannen schreven rechtstaand. Roth uit noodzaak voor zijn rugklachten.

Wie als postume eer een overzicht van het oeuvre van Philip Roth wil ontdekken kan terecht bij Claudia Roth Pierpont (geen familie). Ze heeft Roth persoonlijk gekend en in haar boek Roth, een schrijver en zijn boeken (2014), reikt ze anekdotes aan over zijn complexe verhouding tot het jodendom, Amerika, het leven van elke dag, erotiek en seksualiteit. Groter eer is uiteraard een boek van zijn hand te (her)lezen.

Toen ik vanochtend opstond, dacht ik: weer een nacht overleefd en glimlachte naar Roth op de eerste pagina van de krant…

‘Maar het is juist die alledaagsheid die het hartverscheurendst is, het eens te meer doordrongen worden van het feit van de dood dat alles overschaduwt.’ (Uit: Alleman, 2006)

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar