Käthe Kollwitz Museum te Koekelare verhaalt beklijvend de Groote Oorlog

Het Käthe Kollwitz Museum te Koekelare vertelt beklijvend niet alleen het verhaal van Peter Kollwitz , die als eerste soldaat van zijn regiment aan het IJzerfront sneuvelde, maar ook het verhaal van zijn moeder Käthe Kollwitz de gekende sterk geëngageerde kunstenares die haar persoonlijke tristesse oversteeg in een collectief de oorlog aanklagend beeldenduo.

Optocht van de wevers, 1893 1897, ets, Käthe Kollwitz, foto Ch. Jennis.

Käthe Kollwitz werd in 1867 als Käthe Schmidt in Koningsbergen geboren – het huidige Kaliningrad, een enclave gelegen aan de Oostzee en grenzend aan Litouwen en Polen. Reeds als veertienjarige volgde ze teken- en grafieklessen bij de graficus Rudolf Mauer. Later zal ze zich verder in Berlijn en Munchen bekwamen. In 1891 huwde Käthe met Karl Kollwitz, een arts die praktiseerde in een Berlijnse arbeiderswijk. De arts Karl Kollwitz kan zijn socialistische idealen er in praktijk omzetten en dankzij de opgerichte ziekteverzekering zich ten volle ontfermen over de behoeftige gemeenschap. Käthe Kollwitz wordt erdoor sterk geïnspireerd en schrijft in Rückblick: ‘Maar het echte motief waarom ik, van dan voort, bijna altijd scènes uit het arbeidersleven heb gekozen was, omdat die thema’s mij gewoon en onvoorwaardelijk iets schonken dat ik mooi vond.’

Het huwelijk krijgt twee zonen: Hans (°1892) en Peter (°1896). Wanneer Hanz en Peter als vrijwilliger gaan vechten voor een vrij Duitsland worden de echtelingen Karl en Käthe overvallen door controversiële gevoelens. In haar dagboek schrijft Käthe over die tweespalt: ‘Het is toch stom dat de jongens ten oorlog trekken. Het is afgrijselijk en krankzinnig. Soms bekruipt mij de dwaze gedachte: Hoe kunnen ze in godsnaam deelnemen aan die zinneloosheid? En dan meteen de koude douche: Ze moeten! Ze moeten!’

Peter was het eerste slachtoffer van zijn regiment

In de nacht van 22 op 23 oktober sneuvelde Peter Kollwitz in Esen in de buurt van Diksmuide in de slag aan de IJzer. Een verdwaalde kogel of een loden bolletje afkomstig van een shrapnel doodde Peter die zich had verscholen in een greppel. Hij was het eerste slachtoffer van zijn regiment. En was zelfs nog nooit geconfronteerd geweest met de vijand. Peter werd ter plaatse in een zeildoek gewikkeld begraven. Op 30 oktober 1914 ontving Käthe het droevige nieuws. Zij noteerde slechts in haar dagboek: ‘Ihr Sohn ist gevallen’.

Na de dood van Peter zal Käthe Kollwitz zich sterk als actieve pacifiste engageren. Aanvankelijk ontwierp ze een gedenksteen voor haar gesneuvelde zoon. Toen het frontgraf van Peter naar Roggeveld, tussen Esen en Zarren, werd overgebracht evolueerde het ontwerp van de individuele gedenksteen voor Peters graf naar een beeldengroep met collectief gevoel van droefheid en een antioorlog uiting. In haar dagboeken schrijft ze: ‘Het gevoel dat we verraden zijn… Peter en miljoenen andere jongens. Ze zijn allemaal verraden.’

Het ‘Treurende Ouderpaar’

‘Treurende Ouderpaar’, Käthe Kollwitz, foto Ch. Jennis.

Op 20 augustus 1932 werden het beeldenduo ‘Die Eltren’ of het ‘Treurende Ouderpaar’, op het Freudhof Roggeveld ingehuldigd. Links op een sokkel een knielende vader met gekruiste armen, grimmig vertrokken gelaat en de mondhoeken naar beneden getrokken. Rechts de moeder, ineengedrongen, voorover gebogen de sjaal rond haar hals klemmend. Geen heldentrots slechts een uiting oneindig verdriet. Het beeldenpaar, naar het ontwerp van Käthe Kollwitz, werd in Belgische graniet gekapt, de vaderfiguur door August Rhades en de moederfiguur door Fritz Diederich.

Soldatenfruedhof Vladslo, foto Ch. Jennis.

Op slechts 8 km van Koekelare bevindt zich het ‘Soldatenfriedhof Vladslo’. Een begraafplaats met 25644 gesneuvelde Duitse soldaten. In 1956 werden de gesneuvelden afkomstig van 60 kleinere Duitse soldatenkerkhoven naar hier verhuist. In een groot gazon met prachtige eiken, zijn 10 symmetrisch perken aangelegd, erin liggen evenredig verspreid arduinen tegels. Onwillekeurig en spaarzaam tussen de stenen, per twee, staan enkele oude granieten kruisen. In de tegels zijn de namen van de gesneuvelde soldaten gegraveerd. Ook die van Peter Kollwitz. Hij ligt achteraan, met in de directe nabijheid het meeverhuisde ‘Treurende Ouderpaar’. De verbeelde vader en de moeder gedenken niet alleen hun zoon. Zij uiten hun oneindig groot verdriet voor een oneindig groot aantal slachtoffers. Het beeldenpaar van Käthe Kollwitz staat  symbool als aanklacht van de verschrikkelijke oorlog.

Vrouw met groot sociaal gevoel

Het Käthe Kollwitz museum belicht niet alleen de pacifistische kunstenares. Het toont ook de rol van een sterk geëngageerde vrouw met groot sociaal gevoel. Käthe Kollwitz getuigde er zelf over in Rückblick ‘Onopgeloste problemen zoals prostitutie en werkloosheid hebben mij gekweld en verontrust. Zij zorgden ervoor dat ik mij blijvend gebonden achtte aan de uitbeelding van het gewone volk. Dat was voor mij een uitlaatklep en een kans om het leven te verdragen’.

Lebenden dem Toten, K. Kollwitz, 1919, foto Ch. Jennis.

De verschillende thema’s die haar creatief inspireerde worden aan de bezoeker voorgesteld: de beginjaren, sociale bewogenheid en proletariaat, zelfportretten en de vrouw, oorlog en de dood. Met een innerlijke drang tot gesteldheid verbond Käthe Kollwitz de sociale emancipatie van de minst bedeelden. Ze beeldde verdriet, werkloosheid, honger en de kindersterfte heftig, realistisch en met een blijvende herinnering uit. Vrouwen zullen een steeds terugkerende belangrijke rol in haar oeuvre spelen, de arbeidersvrouw in het bijzonder. In haar cyclus ‘Oorlog’ focust Kollwitz niet alleen het ‘slachtveld’ maar legt het brandpunt voornamelijk op hen die achterblijven: de moeders, de weduwen en de kinderen. Maar ook de dood loert aan het front. De dood loopt als een rode draad door haar oeuvre en toont zich in vele uitdrukkingen, dramatisch en schrikwekkend maar ook verlossend en troostend. Meesterlijke tekeningen en grafieken, net zoals haar, ook in het museum getoonde, ontroerende zelfportretten.

Zelfportret Käthe Kollwitz, ets, 1938, foto Ch. Jennis.

Hans Kollwitz overleefde de grote oorlog, huwde in 1920 en noemde zijn in 1921 geboren zoon naar zijn gesneuvelde broer. Op 22 september 1942 sneuvelde Peter Kollwitz, kleinzoon van Käthe aan het Oostfront. Zij zou daarop haar laatste werk creëren: ‘Zaadvruchten moeten niet vermalen worden’, naar een citaat van Goethe. Käthe Kollwitz overleed te Moritzburg op 22 april 1945 levensmoe en eenzaam, veertien dagen voor het einde van de oorlog.

Käthe Kollwitz Museum te Koekelare open van dinsdag tot vrijdag, van 9:30 -12:00 en van 13:30 – 17:00 uur. Van 15 mei tot 15 november open op zater-, zon- en feestdagen. Gesloten op maandag (ganse dag) en woensdag namiddag. Sint-Maartensplein 15b, Koekelare. Info: www.toerismekoekelare.

Duitse militaire begraafplaats ‘Soldatenfriedhof Vladslo’, Houtlandstraat 3, Diksmuide – Vladslo.

Over de auteur

Verwant

Geef commentaar